Spring naar de content

Ik moet schrijven dus ik ga naar Brno

Adriaan van Dis gaat altijd naar Parijs om zich daar door melancholie te laten overmannen alvorens hij er aan het schrijven slaat. Heleen van Royen woont in Portugal. Hier houdt zij zich bezig met tennisles en tuinmannen. In de tijd die overblijft schrijft zij in een speciaal daarvoor ingericht schrijfhuis. Een paar ongewassen Amsterdamse dichters verschansen zich in Berlijn als ze willen werken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Olga Kortz

De jonge schrijvers werken thuis. Ze nemen zich weleens voor in het buitenland te schrijven. Maar daar eenmaal aangekomen laten ze zich verleiden door het gevoel van vrijheid en vakantie, van schrijven komt niets meer terecht. Dat zou eigenlijk ook zonde zijn van het ticket en verblijf. En van de indrukken die er kunnen worden opgedaan, dat is ook belangrijk voor een boek. Nieuw avontuur.

Mislukt
Dus dompelt de jonge schrijver zich onder in de straten van Madrid, ligt hij op de stranden van Sardinië, overeet hij zich Frankrijk. Een schrijver moet ook leven. Zonder leven heeft de lezer niets te lezen.

Eenmaal thuis telt de schrijver dan zijn woorden. Op een paar dronken losse flodders na heeft hij weinig nieuwe inzichten op papier gezet. De werkvakantie is opnieuw mislukt.

Jonge schrijvers worden over het algemeen slecht ontvangen. Iedereen is in ze geïnteresseerd, maar de waardering is er nog niet naar. Ze zijn nog jong en maken fouten, uiteraard. Maar laten we ons niet vergissen in de omstandigheden. Jonge schrijvers werken thuis, ik herhaal het nog maar een keer.

Wijn en pakketjes
Dat betekent dat zij internet voor handen hebben, vrienden die in de schrijver een eeuwige genotszoeker zien en hem verleiden tot lunch en wijn op tijdstippen waarover zelfs de schrijver zich verbaast. De schrijver neemt pakketjes voor zijn werkende buren aan, kinderen slijten hem postzegels voor het goede doel. Een man in een hesje komt de meterstanden opnemen. En dan is de dag alweer bijna voorbij.

Een maand geleden kreeg ik de geest waar ik al een paar jaar op aan het wachten was. De geest die mij zou dwingen een roman te voltooien. Alles had ik inmiddels geprobeerd. Ik had vriendjes ingewisseld voor andere vriendjes. Ik was alleen naar Parijs vertrokken, naar Sardinië, ik was met mijn ouders mee op vakantie gegaan, ik had nieuwe huisdieren genomen, ik had alle omstandigheden veranderd om de ideale situatie voor mezelf te kunnen vinden, maar ik bleef rusteloos. En de wordbestanden bleven leeg. Ik moest toch op werkvakantie, besloot ik. Ik boekte een ticket bij vliegmaatschappij WizzAir. In de vroege ochtend van 29 oktober reed mijn vader me naar Eindhoven Airport. Anderhalf uur later landde ik in Brno.

‘Borneo?’ vroegen mijn vrienden toen ik vertelde dat ik weg zou gaan.

‘Buenos Aires?’.

‘Nee. Brno. Tsjechië.’

Ik wist wat mijn vrienden dachten. Echt zo’n stoffig schrijversidee.

Verveling
Brno is wat de schrijver nodig heeft. In het huis waar ik verblijf, het huis van mijn peettante (die ook huizen in meer verleidelijke plekken als Praag, Zwitserland en Baltimore bezit, maar kennelijk aanvoelde dat het dan weer mis zou gaan) is geen internet. In Brno zijn genoeg cafés, maar in deze cafés mag je roken. Een schrijver boekt geen ticket naar een ander oord om daar slechte gewoontes voort te zetten. Dus wordt het cafe gebruikt om de column te versturen en te skypen met bezorgde vrienden. Alle kledingwinkels die er zijn verkopen tweedehands spullen. En eerstehands is het hier al niet veel soeps. Geld uitgeven gaat niet gemakkelijk. Er zit niets anders op dat te accepteren. Er blijft weinig over.

Om de verveling tegen te gaan zal in Brno een roman voltooid worden. Of ik nu wil of niet.