Spring naar de content

De definitieve overwinning van Matthé Pronk

Halverwege het gesprek met Matthijs van Nieuwkerk vertelde Monique Pronk hoe zij en haar fietsende man wel eens op bed hadden gefilosofeerd over vluchten uit een vergalde wereld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Het was een ontroerend interview, gisteravond. Het echtpaar van de tegenstellingen aan de meest bekeken tafel van Nederland: Monique zat voorover, haar armen leunden op de tafel, als Jan Mulder vlak voor hij iets larmoyants te berde gaat brengen. De man naast haar, haar echtgenoot, zag eruit alsof hij een prijsvraag gewonnen had en per ongeluk in een populaire talkshow was beland. Hij droeg net niet helemaal het goeie hemd, net niet helemaal het hipste kapsel, zijn handen lagen onder de tafel in zijn schoot.

Alles aan Matthé Pronk straalde een weldadige kalmte uit.
Hij was naar Amsterdam gekomen om een onderbelichte zaak te bepleiten: de zaak van de schone renner. De zaak van Gilles Delion, de zaak van Edwig van Hooydonck en de zaak van Christophe Bassons. Principejongens, die hartstochtelijk hielden van de sport, maar die er niet alles voor over hadden om erin te slagen. Hun principes maakten anonieme vaatdoekjes van hen, hun autonome opstelling kostte hen geld, aanzien en respect van collega’s.

Brothers in crime
Pronk sprak rustig, traag, koos zijn woorden met beleid. Het weinige wat hij zei, trof daardoor des te harder doel. Hij had het over de ‘brothers in crime’. Wanneer de gebruikers broers waren, wat was hij dan? Het gekke neefje of de wijze oom? Hij sprak over collega’s die drie weken hun tong af moesten bijten wanneer ze met hem in een grote ronde zaten. Je kunt alleen maar hopen dat ze het er allemaal heel erg moeilijk mee hebben gehad.
Van Nieuwkerk toonde als laatste nog een citaat uit het Armstrong-interview: ‘There’s 200 guys in the Tour, I can take five guys who didn’t do it. Those are the five heroes. And they’re right!’
Pronk lachte, op die trage, meewarige Pronkmanier en zei: ‘Da’s dan misschien het enige goeie wat-ie gezegd heeft.’
Hij had gelijk. Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk heeft Matthé Pronk Lance Armstrong voor een keer grandioos verslagen.

———
Volg HP/De Tijd ook op Twitter en Facebook.