Spring naar de content

Niklas Moisander: de mooiste wissel ooit

Twee over vier in de middag, zondag 24 februari 2013. In de omgekeerde ufo die de Amsterdam ArenA heet houdt de vierde official het elektronische bord omhoog.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Tim Jansen

Daarop verschijnt een vier, het rugnummer van Ajax-verdediger Niklas Moisander. Diezelfde Moisander bracht een uur eerder met een te korte terugspeelbal ADO Den Haag-aanvaller Tjaronn (met dubbel N, ja) Chery in stelling. Een fijngevoelig lobje, 0-1. Het was niet Moisander’s week. Drie dagen eerder ramde hij in de beslissende penaltyreeks tegen Steaua Boekarest huizenhoog over.

Voor de Ajax-supporters viel er weinig te genieten. Tot de 77e minuut, wanneer Moisander vanuit zijn ooghoek het zwarte bord met zijn rugnummer ziet. Zonder zich ook maar een moment te bedenken zet de blonde centrale verdediger een krachtige sprint in. Met elke pas worden zijn stappen groter. Binnen enkele seconden transformeert Moisander van een beresterke verdediger in een jonge gazelle die een hongerige leeuw probeert voor te blijven.

Normaliter zijn profvoetballers kleine kinderen als het aankomt op wisselen. Ook al spelen ze nog zo slecht, ze hebben altijd het gevoel dat ze met een briljante actie de wedstrijd kunnen kantelen. Alsof ze allemaal Lionel Messi heten, die ergens in 2009 heeft afgedwongen dat hij nooit meer voortijdig het veld hoeft te verlaten. Voetballers die het oneens zijn met hun wissel kijken quasi-verbaasd naar de zijlijn om vervolgens verontwaardigd naar zichzelf te wijzen. “Is het echt mij die je wilt wisselen?”. Vervolgens hobbezakt men zo traag als de scheidsrechter het toelaat van het veld. Met name bij een voorsprong, om de tegenstander en het zich scheelbetalende publiek te ergeren. In het geval van een minder gunstige score kan er ook vaak niet meer dan een lullig drafje vanaf.

Behalve Niklas Moisander. Uit de explosieve versnelling naar de reservebank sprak plichtsbesef, groepsgevoel en zelfkennis. De Fin wist dat zijn Ajax bij een 0-1 achterstand meer gebaat was met de aanvallende kwaliteiten van Thulani Serero dan zijn verdedigende capaciteiten. Als de Arische tweelingbroer van Usain Bolt stormde hij over de zijlijn. Zo hard dat ik vreesde dat hij de stadiongracht in zou tuimelen. Gelukkig kwam het goed met Moisander, net als met Ajax. Zij prikten de gelijkmaker binnen en naderden daarmee PSV tot op twee punten. Ajax heeft daardoor het kampioenschap weer in eigen hand. Een kampioenschap dat werd ingeluid met de mooiste wissel ooit.