Spring naar de content

Onderzoek: gruweldaden Duitsers in WOII vele malen erger dan gedacht

De Holocaust is veel omvangrijker dan werd gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van het Holocaust Memorial Museum in Washington, schrijft The New York Times.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

“De cijfers zijn veel hoger dan wij, en met ons de rest van de wereld, in eerste instantie vermoedden,” zegt Hartmut Berghoff, de directeur van het museum. Volgens het onderzoek naar de Holocaust, dat dertien jaar in beslag nam, zijn er in de periode 1933-1945 ongeveer 30.000 arbeidskampen, 1.150 Joodse getto’s, 1000 kampen met krijgsgevangenen, 980 concentratiekampen en nog duizenden andere uitroeiingskampen door het Nazi-regime uit de grond gestampt.

De kaart met locaties reikt van Frankrijk tot ver in Rusland – alhoewel in Polen en Duitsland de meeste gevangenen werden geïsoleerd van de buitenwereld. Volgens het lijvige naslagwerk zijn er in deze periode zo’n vijftien tot twintig miljoen mensen door de Nazi’s gevangen zijn genomen en/of om het leven gebracht, veel meer dan tot nu toe werd aangenomen. “We kunnen de cijfers nog steeds niet bevatten,” voegt Berghoff daaraan toe.

“Duitsers hebben dit geweten”
Volgens de onderzoekers gaat het welbekende Germaanse excuus ‘Wir haben es nicht gewusst’ niet meer op. “De Duitse bevolking moet geweten hebben van de gruweldaden,” zegt professor Martin Dean in The New York Times. In en rondom Berlijn zijn zo’n 3000 Nazi-centra geweest, in en rondom Hamburg zo’n 1300 stuks. “Omwille van deze omvang valt het moeilijk te geloven dat de Duitse bevolking niets wist van het goed georganiseerde opsluitings- en moordmechanisme.”

De eerste resultaten van het onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in de eerste twee delen van The United States Holocaust Memorial Museum Encyclopedia Of Camps And Ghettos 1933-1945. Het gehele onderzoek naar de Holocaust moet in 2025 worden afgerond.

——
  Download deze gratis app om ons maandblad op uw tablet te lezen
  Volg HP/ De Tijd en Nick Muller
 
Volg HP/ De Tijd op Facebook