Spring naar de content

Louis van Gaal en de belangrijkste trip van het Nederlands Elftal aller tijden

Het komt wel vaker voor dat ik hele dagen doorbreng op de website van Voetbal International, bevangen door de panische angst een snippertje van de dagelijkse voetbalactualiteit te moeten missen. Maar zo bont als deze weken, nee, zo bont maak ik het zelden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Het Nederlands Elftal bivakkeert dezer dagen in Azië. Deze week in Indonesië en dan volgende week, hup China er nog even achteraan. Als twee Bussumse schoolverlaters met een studiekeuzeprobleem jakkert ons mooie Oranje door een heel continent alsof het verdomme niks is. En dat is heus niet omdat de KNVB daar toevallig een paar miljoen aan verdient – geld speelt geen rol – maar omdat deze trip nu eenmaal de ideale voorbereiding is op et WK van volgend jaar. Want, aldus Louis van Gaal: ‘In Azië is het net als in Brazilië heet en vochtig.’

Heet en vochtig
Kijk, dat is vooruitdenken. Duitsland, Spanje, en Argentinië zitten nu ergens in een of ander fris en droog trainingskamp. Denken dat ze met een beetje trainen en een wedstrijdje hier of daar al een end komen. Maar zo werkt dat dus niet, in het internationale topvoetbal. Je moet de omstandigheden zo goed mogelijk nabootsen, dus als je over een jaar in een heet en vochtig land moet voetballen, ga je nu alvast in een heet en vochtig land voetballen. Loop je gewoon een jaar voor op de rest.

Ik geniet ontzettend van dit soort zinvolle Oranje-trips. En dan met name van het nieuws dat ieder uur door alle persbureaus wordt overgenomen. Het is een soort nieuwsmachine, zo’n reisje, de primeurs waaien de meegereisde journalisten als een doordringende kerrielucht in het gelaat.
‘Wesley Sneijder wil wereldkampioen worden.’
‘Erik Pieters bespreekt transferoptie met Van Gaal.’
‘Alexander Buttner is geen Duitser.’

Big in Japan
Mijn favoriete scoops zijn die over het land waar Van Gaal en zijn spelers als Hannibal en zijn olifanten doorheen koersen. Het heeft een paar dagen geduurd, maar inmiddels hebben alle journalisten twee Indonesische internationals ‘met Nederlandse roots’ te pakken gekregen. Steeds weer worden ze voor het dictafoontje van een nieuwe scribent gesleept, om er dezelfde cruciale informatie in te kunnen lispelen: ze kennen ‘de jongens’ nog van vroeger, ze verheugen zich op de match en ze zijn wereldberoemd in hun nieuwe vaderland. Dit laatste verschijnsel noemt men in de muziek wel big in Japan.

Ik kan er geen genoeg van krijgen. Wat mij betreft is het zelfs allemaal nog veel te terughoudend: ik wil die human interest zien! Arjen Robben in een sweatshop (‘En als je dan geblesseerd bent, krijg je dan doorbetaald?’), Van Gaal in de sloppenwijken van Jakarta (‘Zijn jullie nou zo arm of ben ik nou zo rijk?’), Van Persie tussen tienduizend handtekeningenjagers (‘Sorry, ik zeg niks. Ga maar naar m’n zaakwaarnemer’), Erik Pieters die zijn hand door een lemen deur probeert te rammen…

Wij zijn er intussen aan gewend, maar voor die Indonesiërs is dat nog allemaal hartstikke nieuw en exotisch. Die hebben daar best een paar miljoen voor over, om dat allemaal eens van dichtbij te kunnen zien. Laat staan dat die mensen wereldberoemde spelers als Miquel Nelom en Ricky van Wolfswinkel gewoon in hun eigen stadion aan het werk kunnen zien – het is bijna teveel, je kunt alleen maar bidden dat ze er niet in blijven.

Kuyt met stokjes
Dit weekend vertrekken onze helden ook nog even naar China. Het blijft zegenrijk missiewerk, om het Westerse topvoetbal in die noodlijdende gebieden aan de man te brengen. Je vraagt je af waarom je überhaupt nog zou oefenen tegen een land in de buurt: je gaat toch in een vliegtuig zitten, waarom niet meteen naar de andere kant van de aardbol gevlogen, de zoete geur van commercieel gewin achterna? Misschien is het een idee om het hele team er volgend jaar een tijdje te vestigen? Gewoon, een maand of drie en dan iedere dag iets cultureel verantwoords ondernemen en ’s middags, als het goed heet en vochtig is, oefenen tegen een zootje geëmigreerde campingvoetballers?

Yolanthe en een TROS-cameraploeg mee, foto’s van Dirk Kuyt die een gerookte paling met stokjes probeert te eten op de voorpagina van NRC, een uitstapje naar Noord-Korea waar Jordy Clasie per ongeluk vergeten wordt… Dat soort dingen.
Dan beloof ik dat ik weer de hele dag achter Vi.nl zal zitten. En dan pakken we gewoon die titel.
Ondanks hitte en vocht.