Spring naar de content

Thierry Baudet en de fiets van Martin Bosma

Maandagavond, 9 september. Rembrandtplein. De lichtreclame weerspiegelt op de verregende straten. Schrijversvriend L heeft zich zo diep mogelijk verstopt in zijn windjack. Die middag heeft hij door het Rijksmuseum gedwaald. Nadat hij heel erg lang heeft uitgeslapen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Olga Kortz

Nu is hij op weg naar Schiller. Hij veegt zijn natte schoenen op de mat en geeft de barvrouw een knikje. Hij heeft de barvrouw hier niet eerder gezien. Zou ze nieuw zijn? Of komt hij te weinig in het café? Zijn gezelschap heeft al gezegd dat ze later is. Ze moest nog douchen, zich legitimeren aan de sigarettenbalie in de supermarkt, de tram kwam ook al niet opdagen. Het zijn de gebruikelijke tegenslagen van zijn gezelschap. Hij is er aan gewend. Hij geniet van de rust voordat ze zal verschijnen.

Fobie
Verderop, aan de Herengracht, wordt op dit moment een nieuw boek gepresenteerd. Hij is de titel vergeten, het was iets met fobie. Hij kent de schrijver een beetje. Zoals hij alle Amsterdamse schrijvers op zijn minst een beetje kent. Zijn gezelschap had nog voorgesteld samen naar de presentatie te gaan. Maar toen hadden zij zich allebei voorgesteld hoe dat er in dit geval uit zou zien. Veel mannen in pak, veel vervelende toespraakjes, een hoog kantoorgehalte kortom. Daar zaten ze allebei niet op te wachten. Van de andere kant, een gratis glas, daar hadden ze wel oren naar. Ze overwogen de bijeenkomst nog een keer, maar moesten toch vaststellen dat betalen voor het glas een beter idee was. Schiller schonk fatsoenlijke wijn, voor een fatsoenlijke prijs.

De hele PVV
Schrijversvriend L bestelt een glas rode wijn. Misschien is Schiller wel een van de weinige plekken in de stad waar de huiswijn te verteren is. Op tafel ligt het NRC van vrijdag. De nieuwe huisstijl is weinig revolutionair, denkt hij. Dan komt zijn gezelschap binnen. Haar haar is nat. ‘Die herfst heeft wel wat’, zegt ze. ‘Maar over een dag verveelt hij waarschijnlijk al.’ Schrijversvriend L knikt. Hij had nog niet zo over de herfst nagedacht.
‘Het schijnt dat de hele PVV binnen staat bij Thierry’, zegt zijn gezelschap. Thierry Baudet, zo heet de schrijver van het boek dat op dit moment gepresenteerd wordt.

‘Hoe heet het boek nu ook alweer?’ vraagt L.
‘Iets met fobie’, antwoordt zijn gezelschap. ‘Iets met angst’.
‘Is het weer zo’n racistisch betoog?’ vraagt L.
‘Dat is waarschijnlijk.’

Dan komen er vrienden van zijn gezelschap binnen. Zij zijn wel naar de presentatie gegaan.
‘De hele PVV’ stond binnen, zegt de een.
‘Ik moest me vandaag legitimeren toen ik sigaretten kocht’, zegt de ander, die het nieuw gepresenteerde boek onder de arm draagt. Oikofobie, staat erop. Met als ondertitel: ‘De angst voor het eigene’.

De fiets van Martin Bosma
Het begint harder te regenen. Het wordt drukker in Schiller. Nog meer mensen van de presentatie komen het café binnen. Fleur Agema, Martin Bosma, andere figuren die waarschijnlijk weinig angst voor het eigene hebben.
‘Mag ik een sigaret van jullie bietsen?’ vraagt een van hen aan L’s gezelschap. Hij heeft de sigaret al in zijn hand voordat er antwoord gegeven is. Ook de aansteker heeft hij al gevonden. Niemand van L’s gezelschap geeft antwoord. Ze luisteren naar de woorden van Martin Bosma.
‘Die fiets daar met dat rode krat is van mij’, zegt hij. En hij wijst naar een degelijke herenfiets met een rood krat voorop.
De andere flarden van gesprekken die L en zijn gezelschap opvangen gaan over het Suikerfeest. Over Marokkanen in het algemeen. Op een bepaald moment hebben ze het over het onderwijs en wat daar allemaal misgaat. Als ze het koud krijgen, gaan ze weer naar binnen.

L en zijn gezelschap zwijgen. Met dit soort mensen maken zij niet dagelijks kennis. Ze vragen de rekening. En nemen afscheid op het Rembrandtplein, naast de fiets van Martin Bosma, die later zou ontdekken dat hij zijn beide ventielen kwijt is.
‘Dit is me nog nooit overkomen’, zegt hij. Iemand mompelt iets over Marokkanen.
Maar L en zijn gezelschap zullen dat niet meer horen, zij zijn vertrokken. Uit angst de angst voor het vreemde nog langer aan te moeten horen.