Spring naar de content

De tranen van Marianne Vos

Ze zit tegen een hek. Zo ziet uitgeteld eruit. Veertig seconden eerder is Marianne Vos wereldkampioen geworden. Wielrennen gedijt bij onvoorspelbaarheid. Het is een sport waarin de sterkste zelden wint, omdat de coalities van de mindere goden altijd sterker zijn dan de favoriet, die per definitie alleen staat. Je kunt een wielerkoers niet ontwerpen, niet uittekenen aan een bureau op een zolderkamer. De verschillen zijn te klein, de omstandigheden te veranderlijk.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Dat maakt de koers ook zo prachtig, daarmee is een wielerwedstrijd een zo geslaagde imitatie van het leven: het gaat altijd anders dan je verwacht.

Bijna saai. Bijna.
In het WK wielrennen op de weg voor vrouwen gaat alles meer dan volgens plan. De troepen worden uitgedund, op de laatste klim gaat Marianne Vos er met de overmacht van het supertalent vandoor en rijdt even later solo over de finish.
Niets bijzonders, alle verwachtingen ingelost.
Bijna saai. Bijna.

Het eerste beeld van de verse wereldkampioene is zittend tegen een dranghek. Amechtig en niet-begrijpend staart ze naar de mensen die haar omstuwen. Wat een drukte toch, en waarom? Haar altijd scherpzinnige gezicht heeft plots iets dommigs gekregen, alsof ze haar intellectuele vermogens over de steile Via Salviati heeft uitgesmeerd.
Achter het hek staat een man met een bloemetjesblouse en een glimlach die zijn perfecte gebit alle ruimte laat. Er zit een wereldkampioene aan zijn voeten.
Iemand feliciteert Marianne Vos.
Een ander probeert haar overeind te trekken. Het gaat niet, ze weet niet eens zeker of ze haar benen, die daar nu als nutteloze staken uit haar romp steken, ooit nog zal kunnen gebruiken.
Iemand roept: ‘Wereldkampioen! Marianne!’

Dan keert de geest van Marianne Vos terug in het lichaam dat dezelfde naam draagt. Ze ziet zichzelf zitten tegen een dranghek, ze voelt de aanwezigheid van de grijnzer met het bloemetjeshemd. Meteen daarna keert de pijn terug, pijn in de poten.
Haar ogen glinsteren, de tranen blijven ternauwernood binnenboord.
De morfine van de overwinning werkt bijna.

Zie Marianne Vos uitgeteld tegen een hek in Florence zitten en begrijp: af en toe in het wielrennen gebeurt iets volledig volgens plan. Als dat zo zelden gebeurt, grijpt voorspelbaarheid nog dieper in dan onvoorspelbaarheid.
Ze huilt niet, Marianne, ze is er eenvoudig te moe voor. De tranen die ze overhoudt, vormen een gelukzalige glimlach.
De man met de bloemetjesblouse glimt met haar mee. Voorspelbaar, zeker, maar ook zo mooi.