Spring naar de content

Zwarte Piet-discussie breidt zich uit naar de sport

De opgelaaide Zwarte Pieten-discussie breidt zich almaar verder uit. Steeds meer minderheidsgroeperingen voelen zich gesterkt in hun wens om traditioneel Nederlandse gebruiken en benamingen af te schaffen. Of, zoals woordvoerder Martin de Grauw van Minderheidsbelangen Zuidoost-Nederland het formuleert: “We willen dat mensen gaan nadenken, bewuster omgaan met hun tradities.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Volgens De Grauw is met name de sport een poel van verhulde discriminatie en openlijk racisme.
“En dan heb ik het niet eens alleen over de spreekkoren waar joden worden dood gewenst, of voetbalanalytici die homo’s uitlachen, of een banaan die een donkere speler naar zich geworpen krijgt. Dat zijn de openlijke vormen van discriminatie, daar windt iedereen zich al over op. Wij kijken liever naar die andere vorm van discriminatie en racisme, de verhulde vorm.

Om een voorbeeld te geven: Piet Velthuizen, keeper van Vitesse, wordt door sommige supporters ‘Zwarte Piet’ genoemd. Het is geen toeval dat een keeper, de enige van een voetbalelftal die niet hoeft te rennen, ‘zwart’ wordt genoemd. Dat zou je traditie kunnen noemen, ik noem het liever vooroordeelbevestigend. Maar ik denk bijvoorbeeld ook aan zwarte betalingen – waar ze in de sport ook nogal dol op zijn. Zwart geld, zwarte kas… Daar staat zwart voor illegaliteit. Wij stellen voor om dat geld ‘gekleurd geld’ te noemen. Dan staat wie er voortaan nog zwart geld betaalt, er nog gekleurd op ook. Of neem een uitdrukking als ‘zwarte sneeuw’ zien, uit het wielrennen. Ook geen blijde boodschap. Waarom moet die sneeuw altijd zwart zijn? En trouwens: waarom zijn er eigenlijk nauwelijks zwarten in het wielrennen?!”

Rode en gele kaarten
De Grauw ijvert met de overkoepelende belangenorganisaties Minderheidsbelangen Zuidoost-Nederland, Minderheidsbelangen Twente en Minderheidsbelangen West-Friesland niet alleen voor terugdringing van de negatieve connotatie van het woord ‘zwart’. “Denk aan de gele kaart. Een derde van de wereldbevolking is geel – waarom zou die kaart, die wij toch als een waarschuwing beschouwen – geel moeten zijn? Waarom niet blauw, of groen? Ik moet de eerste alien of smurf nog tegenkomen die daar een punt van maakt. Zelfde geldt voor de rode kaart – in veel sporten toch ook geen positief signaal. Als u eens wist hoeveel roodharigen ik de afgelopen vijftien jaar al op dit kantoor heb ontvangen omdat hun haarkleur werd gepercipieerd als een impliciete uitsluiting en drie wedstrijden schorsing? Heel, heel veel.”

Johnny de Gans, discriminatiewoordvoerder van D66, neemt de zaak hoog op.
“Ik pleit al jaren voor sport die voor iedereen gelijke kansen biedt. Daar horen maatregelen bij. Ik denk daarbij aan sporten als hoogspringen, volleybal en basketbal, die in de top voor kleine mensen nauwelijks toegankelijk zijn. Mijn wetsvoorstel om een quotum van 1 dwerg per basketbalteam in te stellen, kwam er in de Eerste Kamer dan niet door, maar je voelt wel dat het leeft: minderheden komen voor hun rechten op. Denk alleen al aan alle watersporten, die mensen met watervrees zonder meer uitsluiten? Hoor je te weinig over.”

De sport afschaffen
De Grauw is blij dat hij met zijn aanbevelingen eindelijk voet aan de grond heeft in Den Haag: “Jaren geleden kwam ik al eens met een petitie waarin we opriepen tot verandering van de naam Bobsleeën in gewoon Sleeën, nadat we twee meldingen hadden binnengekregen van mannen met de naam Bob, die onder dwang jarenlang met mensen op hun rug van een berg af moesten glijden.

Destijds werd je met zo’n signaal gewoon uitgelachen, maar in het huidige klimaat liggen er voor ons als Minderheidsbelangen Zuidoost-Nederland gewoon unieke kansen. Het zou kunnen dat dit het momentum is om ons belangrijkste speerpunt voor eens en voor altijd goed onder de aandacht te brengen: namelijk dat we van het hele idee van uitslagen af moeten. Uitslagen differentiëren, tonen dat de een sneller of sterker of slimmer is dan een ander. Dat betekent dat sport discrimineert op lichaamsfuncties – en dat, volgens de letter van de wet, de sport als geheel ter verantwoording geroepen moet worden en in het beste geval: afgeschaft.”