Spring naar de content

Op de presentatie van armoedebestrijdingsglossy Quiet 500

Hoewel ik het verhaal dat je zo gaat lezen nog moet schrijven en meemaken, weet ik wel al hoe het afloopt:

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Joubert Pignon

Ik hink station Tilburg Centraal binnen. Ik kijk in mijn portemonnee en wrijf over mijn hoofd. Nog zeven euro. Een enkeltje Tilburg-Haarlem kost elf euro twintig, korting er al af. Ik vraag aan de mevrouw achter de balie hoever ik voor zeven euro kom. “Utrecht,” zegt ze, “Utrecht Centraal.” Ik mompel godverdomme en whatsapp mijn Utrechtse vriend Argibald of ik zijn fiets mag lenen.

Terug naar het heden:

Ik zit in de trein naar Tilburg. Schrijver A.H.J. Dautzenberg heeft een glossy tijdschrift bedacht. Hij heeft het tijdschrift ook echt gemaakt, met allemaal andere mensen, het tijdschrift heet Quiet 500 en belicht verborgen armoede. Het blad kost tien euro, een klein bedrag om je schuldgevoel over armoede af te kopen. Ik ben onderweg naar de presentatie.

Hoewel ik schone kleren aanheb stink ik. Ik ruik naar vrouwendeo en oud zweet. Ik houd mijn armen dicht tegen mijn lichaam. Ik wil mijn medereizigers niet tot last zijn. Ik weet niet hoe het kan dat ik zo stink, mijn kleren zijn frisgewassen. Misschien is het een geschenk van iets hogers. Ik ruik naar armoede, ik kan me zo eenvoudig onder de arme mensen begeven. De perfecte vermomming.

Voordat het tijdschrift officieel wordt gepresenteerd in theater De NWE Vorst treedt de band Betonfraktion voor het Tilburgse stadhuis op. Ik zie wat journalisten, er zijn ook wat andere belangstellenden. Ik zie de beroemde tekstschrijver Dennis van Renesse staan. Betonfraktion speelt harde muziek, ze doen erg hun best. Ik zie weinig arme mensen in het publiek, misschien liggen de arme mensen nog in bed. De zanger neemt een slok water en spuwt het uit als een klein fonteintje. Gelukkig staat het publiek op grote afstand. Het is genoeg water voor een flinke kop thee. Veel mensen lopen weg, die gaan vast ergens de armoede bestrijden. De mensen die wel zijn blijven staan bestellen een loempia bij de loempiakraam op het plein.

In De NWE Vorst zitten veel lokale politici zonder verstand van kleurencombinaties op de eerste rij. Ze nippen van witte wijn. Staatssecretaris Jetta Klijnsma komt binnen gehobbeld, ze komt het eerste exemplaar van de Quiet 500 in ontvangst nemen. De lokale politici houden hun glas naar haar omhoog ter begroeting. De rollator van de staatssecretaris wordt uit het zicht van de camera’s gerold. Het is druk in de theaterzaal. De mensen hebben drankjes aan de bar gekocht. De staatssecretaris komt het podium op. Ze krijgt het eerste exemplaar van de glossy overhandigd en houdt het in de lucht. Camera’s klikken.

In het publiek staat een vrouw op. Ze schreeuwt dat de regering meer aan armoedebestrijding moet doen. De staatssecretaris geeft een antwoord dat uit een heleboel woorden bestaat. Na een heleboel woorden gaat de schreeuwende vrouw tevreden zitten. Er is niets tegen haar gezegd, maar ze is gehoord. Dat is kennelijk genoeg. Op de rij achter me laten mensen elkaar, op hun mobiele telefoons, vakantiefoto’s zien. Als we de zaal uitlopen staan er dienbladen met witte wijn klaar.

Met wat mensen van de organisatie ga ik naar de kroeg.  Ik zeg dat ik geen geld heb om drinken te kopen. Ze zeggen dat het wel goed komt. Ze zeggen dat ik een leuk stukje over de Quiet 500 moet schijven en dat ze dan al mijn drinken betalen. Ik vraag of ik de wijnkaart mag zien. In de kroeg begint een vrouw met stoelen te gooien. Ze schreeuwt dat ze twee kinderen heeft, dat ze veel te jong kinderen heeft gekregen. Ik probeer een van de stoelen te ontwijken. Ik val over een tafel heen. De tafel valt om en daarna boven op me. Vervolgens krijg ik een stoel tegen mijn hoofd. Er gebeurt van alles vandaag. Ik leer dat de Tilburgse horeca ruime openingstijden en een zeer uitgebreide wijnkaart heeft. Als ik buiten sta is het nog net donker. De eerste treinen rijden bijna. Ik heb de afdruk van de tafel in mijn been staan. Hardhout. Ik kijk omhoog, naar de sterren. Om de sterren cirkelen planeten. Op die planeten staan nu wezens hand in hand naar onze zon te kijken.