Spring naar de content

Hanna Bervoets leest: McInerney, Kaufman en Egan

Schrijvers lezen ook. Maar wat lezen ze eigenlijk? In navolging van Ernest Hemingway geven twintig vooraanstaande Nederlandse en Vlaamse literatoren een klein college literatuur. Wat moeten we absoluut gelezen hebben, en waarom? Deze week: Hanna Bervoets.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Schrijfster en columniste Hanna Bervoets (1984) debuteerde in 2009 met haar roman Of hoe waarom. Daarna verschenen onder meer de romans Lieve Céline (Opzij Literatuurprijs 2012) en Alles wat er was van haar hand. Haar meest recente uitgave verscheen vorige maand: Opstaan, aankleden, niet doodgaan, een bundeling van columns die ze voor het Volkskrant Magazine schreef.

/Nachtkastje
Ik vind lezen voor het slapengaan eigenlijk zonde, liever lees ik met volle concentratie, in de trein of op vakantie. Gek genoeg liggen de boeken waarin ik bezig ben – dat zijn er altijd meerdere – wel keurig op een stapel naast mijn bed. Op dit moment:

> Thomas Blondeau – Het West-Vlaams Versierhandboek (bijna uit)
Ik was halverwege Het West-Vlaams Versierhandboek toen Thomas Blondeau vorige maand overleed. Thomas was een vriend van mij, ik vind zijn dood nog steeds even onverdraaglijk als onbegrijpelijk. Heel blij ben ik dat ik hem nog heb kunnen vertellen hoezeer ik van deze roman genoot; Het West-Vlaams Versierhandboek is intelligent, ironisch, maar ook melancholisch en romantisch. Precies zoals Thomas ook was. Het boek kreeg inmiddels de lof die het verdiende, ik hoop dat het ook een groot publiek zal vinden.

> Jennifer Egan – Bezoek van de knokploeg (nog één hoofdstuk te gaan)
Ik ben hier al een jaar in bezig, en vind het vrij briljant. Dat wil zeggen: briljant geschreven. Omdat het meer een verhalenbundel dan een ‘mozaïekroman’ is, leest het niet écht lekker door. Maar dat geeft niet. Nu lees ik er in wanneer ik om inspiratie verlegen zit. Ik hoef al maanden nog maar één hoofdstuk, maar dat bewaar ik voor een speciale gelegenheid, geloof ik. Een beetje alsof het de laatste luxe bonbon uit de doos is, die je bewaart tot hij uiteindelijk wit uitgeslagen is en je hem niet meer opeet. Misschien lees ik dit boek ook wel nooit uit.

> Jagtlust – Annejet van Zeijl (halverwege)
Eigenlijk lees ik zelden non-fictie, maar naar dit verhaal was ik echt benieuwd: de geschiedenis van landhuis Jagtlust, de plek waar dichteres Fritzi Harmsen van Beek jaren woonde, en de Nederlandse literaire scène in de jaren vijftig en zestig feestvierde. Fijne anekdotes dus over Fritzi Harmsen van Beek, Simon Vinkenoog, Remco Campert en vele schrijvers en kunstenaars die velen inmiddels zijn vergeten.

> Mrs Dalloway – Virginia Woolf (nog niet in begonnen)
Ik las dit boek op de middelbare school, maar heb er nauwelijks herinneringen aan. Ik wil het dus al heel lang herlezen, al put ik vooralsnog vooral esthetisch genoegen uit de mooie kaft van deze nieuwe uitgave.

> Stoner – John Williams (nog niet in begonnen)
Deze zomer gekregen, sindsdien ligt het onderop de stapel op mijn nachtkastje. Hoeveel lof het ook krijgt, dit boek trekt mij totaal niet. Het lijkt me zo vreselijk saai. Ik ga het vast nog weleens lezen. Maar eerst Mrs Dalloway.

/De Grote Drie
Wat zijn volgens u de drie beste romans ooit geschreven, en waarom?
Een niet helemáál willekeurige selectie uit de vele werken die ik tot mijn meest geliefde boeken reken:

> Het goede leven – Jay McInerney (2006)
Net als McInerneys Bright Lights, Big City speelt dit boek zich af in de upperclass- en uitgeverskringen van New York. De personages zijn alleen wel twintig jaar ouder, net als McInerney zelf toen hij dit boek schreef. Het goede leven gaat over Luke en Corinne: twee veertigers die elkaar leren kennen in een gaarkeuken, ingericht voor de slachtoffers van de aanslagen van elf september. Ze krijgen een verhouding. Alleen: Luke en Corinne hebben allebei al een gezin. Het uitgangspunt klinkt gezapig, dit boek is dat niet. Onder andere dankzij McInerneys beschrijvingen van de ware drijfveren van de personages. Wanneer Corinne bijvoorbeeld om vier uur ’s nachts in haar eentje soep staat te maken, stelt ze zich voor hoe Luke haar bekijkt en bewondert om haar doorzettingsvermogen; aan de slachtoffers denkt ze op dat moment totaal niet. Juist dat maakt haar heel menselijk.

> Al mijn vrienden zijn superhelden – Andrew Kaufman (2009)
Een speelse novelle over een mislukte relatie. Dit boek is eigenlijk een sprookje, waarin alle vrienden en exen van hoofdpersoon Tom als superhelden met duistere krachten worden omschreven. Maar wie goed leest, merkt dat dit boek eigenlijk een treurige liefdesgeschiedenis is. Volkomen origineel zonder dat het gekunsteld overkomt, van een schrijver die de dingen anders durft te doen.

> Bezoek van de knokploeg – Jennifer Egan (2010)
Veelgeprezen én gehypte verhalenbundel over de Amerikaanse muziekscene, vooral fantastisch vanwege de stijl. Ieder hoofdstuk wordt verteld vanuit een ander perspectief, en volgens sommige recensenten slaat Egan steeds een compleet andere toon aan. Maar eigenlijk is dat niet zo. Je blijft Egan – als auteur – door de zogenaamd zo verschillende stijlen heen lezen; zoals je iemand nog steeds herkent wanneer hij zijn gezicht heeft geschminkt. Gelukkig maar, Egan schrijft intelligent maar met compassie voor haar hoofdpersonages, schakelt moeiteloos van slapstick naar sentiment.

/De Grote Een
Die bestaat niet. Literatuur is geen wedstrijd dus kan er ook geen winnaar zijn.

/Literatuurlijst
Boekenlijst Hanna Bervoets (handschrift), WritLit, Nick Muller, HP De Tijd

Volgende week: Bertram Koeleman

Onderwerpen