Spring naar de content

Een heerlijk soepje van boekenbladzijden, anyone?

Voor ik nog maar één seconde van het nieuwe Vlaamse boekenprogramma Man over boek (Canvas) had gezien, vreesde ik al het ergste. Presentator Stijn Van de Voorde had namelijk in Het Nieuwsblad laten weten dat hij het meest van ‘fun-boeken’ houdt. Ook stelde hij ons gerust dat zijn programma beslist niet elitair zou zijn. Zo hield hij niet van schrijvers die een kwartier lang over zijn personages zouden komen praten. O nee, een auteur eens uitgebreid over zijn boek vertellen – wat een ramp zou zich dan voltrekken voor de ogen van televisiekijkend Vlaanderen!

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ann De Craemer

Dansen op het graf van Boon
Mijn vrees bleek waarheid te worden: gisterenavond zag ik de tweede aflevering van Man over boek, en opnieuw bleek het te gaan om televisie die heel erg probeert om ‘leuk’ te zijn, en daarmee mijlenver verwijderd is van de diepgang die men doorgaans met Canvas associeert. Aldus danste men in het nieuwe boekenprogramma van de VRT (die binnen afzienbare tijd ook door het leven kan gaan als Verpeuterde Radio-en Televisie-omroep) op het graf van Louis Paul Boon door een stuk uit zijn erotische boek Mieke Maaikes Obscene Jeugd te laten naspelen door Maaike Cafmeyer, en wilde men van televisiekok Jeroen Meus weten wat zijn favoriete boek is. Jeroen Meus, die de Vlaming al twee jaar lang op zijn bord krijgt zodra hij gelijk welk televisiekanaal openzet, koos voor Het parfum van Patrick Süskind. Een weinig verrassende keuze, maar ik had toen al het punt bereikt waarop ik wist dat dit programma me niet zou kunnen verrassen.

Lezen is ongezond
In de tweede aflevering kwam Man over boek met een idee dat gisteren voorwaar zelfs het Vlaamse journaal haalde: het programma had twee professoren laten onderzoeken of bibliotheekboeken wel hygiënisch zijn. Uit de resultaten van de tien onderzochte boeken bleek dat ze allemaal sporen van cocaïne bevatten, en dat twee op de tien besmet waren met het herpesvirus. Wetenschappelijke conclusies trekken op basis van slechts tien onderzochte boeken lijkt me heel kort door de bocht.En weet trouwens niet iedereen dat bibliotheekboeken niet bepaald een toonbeeld van hygiëne zijn – net zoals de bankbiljetten die dagelijks door onze vingers glijden dat evenmin zijn? Wat is daarenboven eigenlijk het signaal dat Man over boek met dit onderzoek wil geven? Dat lezen, waarvoor de meeste Vlamingen nog steeds naar de bibliotheek gaan, ongezond is? Had men niet beter een schrijver of literatuurliefhebber kunnen laten vertellen dat lezen juist uitermate gezond is; dat het de goedkoopste maar krachtigste vorm van reizen is; dat boeken je naar plekken brengen waar je niet eerder was en misschien nooit zal komen; dat lezen de mens zichzelf doet overstijgen, dat wanneer we lezen, we mogen worden wie we wel of net niet willen zijn?

De riedeltjes van de talkshowschrijvers
De talkshows op de Belgische openbare omroep – en het gaat er in Nederland niet anders aan toe – die al eens een schrijver aan het woord laten, kiezen altijd voor degenen die al honderd keer hetzelfde bekende liedje hebben gezongen (Herman Brusselmans, bijvoorbeeld); degenen die aan hun boek een waargebeurd en liefst sappig of dramatisch verhaal (ziekte, dood, transgender, prostitutie, et cetera) kunnen koppelen, of degenen die al Bekende Vlaming of Nederlander waren en menen ook schrijver te zijn omdat hun naam toevallig op een boekcover is beland. Collegacolumnist Frank Heinen heeft gelijk wanneer hij zegt dat ‘een schrijver wiens boek ook maar de schijn van verzinsels in zich draagt, het al in de voorselectie van iedere talkshow kan shaken’. De schrijvers die opduiken in programma’s als Pauw & Witteman en De Wereld Draait Door zijn ofwel bekende Nederlanders, ofwel auteurs met een verhaal dat tot sensatie en scheldpartijen op Facebook en Twitter kan leiden. Over de inhoud van het boek wordt amper met een woord gerept – het is het levensverhaal van de auteur dat centraal staat, want vandaag gaat men er haast automatisch van uit dat elk boek autobiografisch is.

Eerste hulp bij daten
In een interview zei de Vlaamse schrijver Christophe Van Gerrewey, die onlangs de Debuutprijs in ontvangst mocht nemen, dat hij best bereid zou zijn om te gast te zijn bij de talkshow Café Corsari, een soort Vlaamse versie van De Wereld Draait Door. “Of het leuk zou zijn is iets anders,” zei hij, “maar ik zou het op z’n minst moeten proberen. En ik zou tegen Freek Braeckman niet anders spreken dan zoals ik nu spreek. Misschien zal dat tot rare televisie leiden, maar toont dat niet vooral hoe gekunsteld en eenzijdig tv geworden is?” Café Corsari, een talkshow waarin alles ‘leuk’ moet zijn, politici gezellig met de voornaam worden aangesproken en mensen opdraven die we ook op alle andere zenders steeds hetzelfde verhaal horen vertellen (over hun moestuin, over de ‘lekkere gerechtjes’ die ze klaarmaken, over de Noorse truien die ze breien), had echter niet de moed om op het aanbod van Van Gerrewey in te gaan, maar ontving tijdens de Antwerpse Boekenbeurs wel Annelien Coorevits, die geen andere verdienste heeft dan dat ze de vrouw is van een bekende voetballer en nu ook zelf een boek heeft ‘geschreven’, met als titel Eerste hulp bij daten. De meeste prangende vraag die naar aanleiding van dit boek werd gesteld, was of Annelien en haar voetballer tijdens de eerste date al seks hadden.

Een tafel en twee stoelen
Schrijvers zijn dankbaar wanneer ze op televisie ‘mogen’ komen, omdat het een geweldig podium biedt voor hun boeken, maar heel zelden worden de schrijvers die een diepgaand gesprek over hun boek willen daar ook echt voor uitgenodigd. Wanneer er dan eindelijk toch een boekenprogramma komt, laat ook dat ons schandelijk in de steek, en wordt de boekenliefhebber als kleuter behandeld. Zo moeilijk lijkt het maken van een boekenprogramma me nochtans niet: men neemt een tafel en twee stoelen en praat met een schrijver. Kan u zich De Avondetappe van Mart Smeets voorstellen zonder dat er wielrenners in voorkomen? Man over boek durft het wel: een programma maken waarin tot nu toe maar één keer een schrijfster voorkwam, Saskia De Coster, die naast een kampvuur vijf minuten over haar personages mocht praten, waarbij, mocht de kijker het gesprek niet kunnen volgen, de vragen van de interviewer ook nog eens in tekstvorm op het scherm verschenen.

Naar de derde aflevering van een Man over boek zal ik niet kijken, want ik heb een donkerblauw vermoeden dat tv-kok Jeroen Meus straks een heerlijk soepje zal distilleren uit de bladzijden van een boek, of Heleen van Royen in een tweede erotische filmpje Louis Paul Boon tot leven zal pogen te wekken, of men Oorlog en vrede in drie zinnen zal samenvatten. Ik zal de tv uitzetten en een boek lezen, en me afvragen waarom de openbare omroep, die met ons belastinggeld programma’s maakt, ons in toenemende mate durft te behandelen als kleuters die niet langer in staat zouden zijn een uur lang te luisteren naar een schrijver die, jawel, vijftien minuten over zijn personages praat.