Spring naar de content

Onderzoek: kinderen kunnen eerder gamen dan veters strikken

Moeten we ons zorgen maken als blijkt dat wereldwijd meer kinderen een smartphone kunnen bedienen dan er in staat zijn hun eigen naam te schrijven? Of dat ze eerder een browser op een computer kunnen openen dan hun veters strikken? Dat zijn namelijk de (toch nog) verrassende uitkomsten van een groot onderzoek dat eind 2013 onder zesduizend ouders in acht landen is uitgevoerd door het veiligheidsbedrijf AVG. Het laat vooral een verdere verschuiving zien van ‘normale’ vaardigheden naar digitale know-how bij kleuters en jonge kinderen. De uitkomsten van het onderzoek zijn deze week gepubliceerd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Geert Poorthuis

Eerder gamen dan fietsen
Het beeld van de aan hun schermpje verkleefde kleuters wordt er in elk geval door versterkt. De webvaardigheden lijken ten koste te gaan van andere voor de jeugd zo nuttige activiteiten. Zo kan van de kleuters tussen twee en vijf jaar zo’n 66 procent een computergame spelen, terwijl slechts 55 procent (al dan niet met hulpwieltjes) kan fietsen. Op latere leeftijd, weet ik uit eigen waarneming, slagen ze er overigens in om beide vaardigheden in het drukke stadsverkeer te combineren, dat dan weer wel. Het onderzoek is uitgevoerd in acht geïndustrialiseerde landen, waaronder de VS, Brazilië, Canada en Groot-Brittannië). Helaas niet in ons eigen land, maar gezien de internationalisering van de digitale wereld zullen de uitkomsten ook hier wel van toepassing zijn. En dat betekent dat wij wereldburgertjes op het wereldwijde web laten rondsurfen die in meerderheid nog niet eens in staat zijn hun eigen veters te strikken. Dat is letterlijk zo onderzocht, al is het verband niet geheel duidelijk maar wel licht zorgwekkend.

Bedreigingen op internet
En dan gaat het vooral om veiligheid voor de heel jeugdige kinderen. Ongeveer zeventig procent van de ouders wereldwijd (of misschien moeten we zeggen slechts zeventig procent) houdt de computeractiviteit van de kids strak in de gaten, bijvoorbeeld met een ‘parental control’-toepassing, terwijl meer dan negentig procent van die kinderen gewoon foto’s op het open net plaatst, veelal op sociale netwerken. Veelzeggend zijn de bevindingen bij het onderling pesten van kinderen. Van de ouders weet 89 procent zeker dat hun kind niet online wordt gepest. Uit ander wetenschappelijk onderzoek blijkt echter dat dertig procent van de kinderen zich gepest voelt. In die discrepantie gaat een wereld van onwetendheid schuil waar ouders zich zorgen over zouden moeten maken. Het is spijtig dat het onderzoek is gedaan door een (overigens solide) bedrijf dat zich specialiseert in computerbeveiliging en er dus baat bij heeft vooral de gevaren te benadrukken. Wij hebben, nu veel kinderen uren per dag online zijn, een objectief beeld nodig van de bedreigingen die er op het internet schuil gaan. Dat ze er zijn, is inmiddels wel duidelijk.

Onderwerpen