Spring naar de content

De verrukkelijke jaarlijkse teleurstelling van de Amstel Gold Race

Elke derde zondag van april, als de middag begint te lengen, de zon schuin en scherp door de ramen valt en als de buurmakker zijn zondagse schuurmachine- of grasmaaiergeraas heeft gestaakt, treedt de teleurstelling in. Weer niks.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

De Amstel Gold Race is een diner in een chic restaurant. Je hebt je er maanden op verheugd, je hebt geld opzij gelegd, je hebt je in de aanloop aan een streng dieet gehouden om maar genoeg trek te hebben. Dan, wanneer de kelner in livrei je stoel heeft aangeschoven en hij je het verrukkelijke zevengangenmenu op de kaart in drie talen in je oor heeft gelispeld, houdt het op: de tarbot is lauw, de mangocoulis snotterig, de bouillabaisse komt rechtstreeks uit een pak en de reerug is taai als een ouwe schoen.

Wie de voorbeschouwingen op de Amstel Gold Race op papier ziet, kan niet anders dan zich erop verheugen als een cheetah op een hinkende antilope. Zuid-Limburg is het mooiste fietsgebied van Nederland (met fietslengten voorsprong), de bergjes zijn te steil voor de sprinters maar te kort voor de klimmers, het is bijna altijd mooi weer en het deelnemersveld is van zelden geziene kwaliteit.
Eindelijk, na al dat toch wat primitieve kasseienraggen, gaan we weer volwassen koersen rijden. En altijd is er wel een Nederlander, liefst een Limburger, die een kans denkt te maken.
En dan de wedstrijd.

Niks.

Rotsvast AGR-patroon
Elke Amstel Gold Race voltrekt zich volgens een rotsvast patroon:

1. Een kopgroepje met wat verwarde Belgen, een jonge Italiaan in wiens buurt je geen lucifer moet afstrijken en, traditioneel, geen renner van de voormalige Rabobank-ploeg.

2. Een opeenvolging van hellingen waarop wat halve favorieten demarreren, renners van wie je weet: als puntje bij paaltje komt, slaat de schrik ze in de benen en rijden ze nog liever tegen de rijrichting in naar hun kopman dan in Berg en Terblijt voor de zege te sprinten.

3. Wie het hardst de Cauberg op rijdt, heeft gewonnen.

Zitverjaardag
De Amstel Gold Race heeft alles, maar er ontbreekt iets. Iets wezenlijks.
Het is dat zevengangendiner waarvoor je maanden gespaard hebt: alles klopt, de servetten zijn gestreken en ruiken naar alpenweitjes, de muziek staat niet te hard en niet te zacht en het decolleté van de serveerster glanst precies uitnodigend genoeg. Er ontbreekt slechts een ding: smaak.
De Amstel is een steriele wedstrijd, de opeenvolging van de bergjes jaagt de coureurs angst aan, legt de boel lam en maakt van wat een episch gevecht moet worden een weinig interessante afspraak op de kalender. Een verplicht nummer.
Een wielerwedstrijd als een zitverjaardag.

Heerlijke middag
Gisteren, nadat de nauwelijks geurende kruitdampen op de Cauberg waren opgetrokken, won Philippe Gilbert, die na drie jaar plots weer rijdt als drie andere renners samen. Dat zou je verrassend kunnen noemen, of opluchtend, of misschien wel verbazingwekkend, maar het was om eerlijk te zijn vooral stomvervelend.
Na de koers legde Gilbert uit hoe de wedstrijd verlopen was.
Ook dat mini-vraaggesprek was er niet een om lang te onthouden.

Vraag: “Philippe, je wint voor de derde keer, hoe voelt dat?”
Antwoord: “Ja, da ies moi natuurlik. Ook voor de ploek.”
Vraag: “Hoe ging de finale volgens jou?”
Wat volgde, was een exacte beschrijving van de finale. Wat bleek: hadden ze bij BMC die hele finale van tevoren al zo uitgedokterd! Wisten ze precies hoe het zou gaan.
Wielrennen als Stratego, de koers als een wiskundige formule.
Elk jaar hetzelfde gelazer.

Buiten ruikt het naar gemaaid gras, binnen zit de wielerfan, teleurgesteld en wel. Zijn sport heeft hem laten zitten, urenlang voorspel is ontaard in een ultrakort potje halfseks.
Woensdag Waalse Pijl, denkt hij – en hij weet: er is maar één koers voorspelbaarder dan de Amstel, en dat is de Waalse Pijl. De lamlendige teleurstelling neemt bezit van zijn geest.
Voor het eerst dit jaar overweegt hij de aankoop van een ijsje. En een motorfiets.
Misschien schrijft hij vandaag voor het eerst van zijn leven een gedicht, over de vergankelijkheid.
Een compleet verloren middag. Heerlijk eigenlijk.