Overzicht: de minder gezellige figuren van de TIME 100
Namen als Beyonce, Miley Cyrus, Christiano Ronaldo en Matthew McConaughy doen vermoeden dat de top 100 van meest invloedrijke personen niet veel verschilt van een gemiddelde gastenlijst voor de première van een Hollywoodfilm. Maar op de lijst die TIME gisteren voor de elfde keer presenteerde, staan heus niet alleen maar schatjes. Een selectie minder gezellige figuren.
Neem Abu Du’a (alias Abu Bakr al-Baghdadi), leider van Al-Qaida in Irak. Sinds 2013 zit hij in Syrië, waar hij een fusie aanging met de aan Al Qaida gelinkte rebellenbeweging Jabhat al-Nusra. Amerika heeft een beloning van 10 miljoen dollar uitgeloofd voor de tip die leidt naar zijn gevangenneming of dood.
Of Kim Jong Un, de Noord-Koreaanse leider die van zijn vader de kneepjes van het vak leerde. Hij regeert zijn volk met harde hand en showde zijn spierballen aan de regio en de rest van de wereld door raketten te lanceren en begin 2013 voor een nucleaire ontploffing te zorgen.
Over het al dan niet eng zijn van Abdul Fattah al-Sisi zijn de meningen verdeeld. Zijn aanhangers noemen hem ‘de Leeuw van Egypte’ en zijn hem dankbaar dat hij Morsi en de Moslim Broederschap de macht af heeft genomen. Voor anderen is hij een tiran, die de eerste vrij gekozen leider omverwierp met een militaire coup.
Vladimir Poetin kan in dit rijtje natuurlijk niet ontbreken. De Amerikaanse politica Madeline Albright schreef een korte observatie: “In 2008 schreef ik op deze plek dat Poetin een blijvende irritatie voor de NAVO, een bron van onverdeeldheid in Europa en een reden voor het Westen om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, zou blijven. Ik had het mis. Het is erger dan dat.”
Albright doelt op Poetins illegale acties in Oekraïne. “Hij heeft er ons aan herinnerd dat wereldleiders het meest gevaarlijk zijn als ze hun eigen feiten verzinnen. Poetins wereldbeeld is gekleurd door giftige fictie.”
