Hoe vijf mensen de toekomst van het internet bepalen
Net nu we in Europa (op het nippertje) de toekomst van het internet (voorlopig) veilig hebben gesteld, komt de bedreiging van de overzijde van de Atlantische Oceaan: daar beslist de Amerikaanse telecommunicatiewaakhond FCC op 15 mei over een voorstel om grote providers de mogelijkheid te geven extra geld aan internetbedrijven te vragen voor snellere internettoegang. Honderden bedrijven, waaronder Amazon, eBay, Facebook en Google, lopen er inmiddels tegen te hoop.
Dat extra geld dat providers als Verizon (een heel grote speler in de VS) zouden mogen vragen, is namelijk in strijd met het beginsel van netneutraliteit, iets waarover de EU vorige maand een besluit heeft genomen. De hogere snelheid hebben de providers nodig omdat steeds meer internetdiensten (denk aan Netflix) een grotere capaciteit verlangen. Veel Amerikanen beschikken merkwaardig genoeg niet over een breedbandverbinding die nodig is voor bijvoorbeeld on-demand-televisie op internet. Met dat extra geld zijn nieuwe verbindingen, ook wel aangeduid als een ‘inhaalstrook’ op het internet, te bekostigen.
Het besluit over die inhaalstrook wordt genomen door de Federal Communication Commissie (FCC), een uit vijf personen bestaand bestuursorgaan. Naar verluidt (niemand weet het nog zeker, de commissie zelf zwijgt in alle toonaarden) zijn twee van de leden voor en twee tegen. Het vijfde lid, ene Jessica Rosenworcel, heeft nog geen standpunt bepaald en pleit voor uitstel van de beslissing die op 15 mei genomen zou moeten worden.
Veel Amerikaanse internetbedrijven wachten daar liever niet op en hebben de FCC een massaal ondertekende petitie aangeboden waarin ze oproepen de neutraliteit van het internet (gelijke toegang voor iedereen) strikt te handhaven. Die neutraliteit zou ervoor gezorgd hebben dat de Verenigde Staten in twintig jaar ‘leading’ zijn geworden op het wereldwijde web, en bovendien bijdragen aan het ontstaan van nieuwe diensten en initiatieven. Tot de ondertekenaars behoort ook Netflix overigens, dat zelf al aan enkele providers betaalt voor een betere doorlevering van zijn series. Ook Amerikaanse burgers laten van zich horen: bij het gebouw van de FCC wordt sinds deze week dagelijks gedemonstreerd.
Omdat de Verenigde Staten inderdaad ‘leading’ zijn op het internet en het web daar per slot is ontstaan, kan het niet anders dat aantasting van de Amerikaanse internetneutraliteit wereldwijde gevolgen heeft. Het ‘eiland’ Europa is voorlopig veilig na de stemming in het Europees Parlement van enkele weken geleden, maar dat kan zomaar veranderen na de Europese verkiezingen van 22 mei. Ervaring leert ons dat veel van wat in de VS gebeurt ook in Europa werkelijkheid wordt, al was het alleen maar omdat veel internetbedrijven (ook de providers) tegenwoordig op wereldschaal zaken doen. Waakzaam blijven lijkt het motto.
