Spring naar de content

La Superba: metamorfose van de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer

Ilja Leonard Pfeijffer, wiens grote roman La Superba werd bekroond met de Libris Literatuurprijs 2014, kwam twintig jaar geleden als een winnaar onze letteren binnen. In zijn eerste gedichten, gebundeld in het bekroonde Van de vierkante man (1998), veegde hij de vloer aan met de melancholieke poëzie van de vorige generatie. Hij zou geen traan vergieten om jonge sla. Hij was geen Rutger Kopland.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Herman Stevens

In veel gevallen zaten de mikpunten van Pfeijffers polemiek allang achter de geraniums, maar dat maakte de aanval niet minder effectief. Het ging om het gebaar. Hier was een schijver die zijn plaats opeiste en niet te beroerd was om klappen uit te delen. En dat in onze ambtelijke literatuur! Tel daarbij zijn anachronistische haardos, en je had een figuur die van zichzelf een merk had gemaakt voordat het modieus was om in zulke termen te spreken.

Elke andere schrijver had zich strak aan de formule gehouden. Rondborstige gedichten en sarcastisch proza. Maar Pfeijffer hield zich nergens aan. Hij schreef een roman met de ironische titel Het ware leven, om aan te geven dat zoiets niet bestaat. Boeken gaan niet over het ware leven. Ze gaan over de verbeelding. En toen stapte hij met zijn vriendin op de fiets en schreef een verslag over hun fietstocht naar Rome. En ondertussen liet hij zich ook naakt achterop zijn verzamelde gedichten afbeelden, want een schrijver moest zich toch blootgeven?

Pfeijffer schreef La Superba terwijl hij vanuit Genua columns schreef voor HP/De Tijd. De pers en ook de jury van de Libris Literatuurprijs zagen in La Superba vooral een lofzang op Pfeijffers nieuwe woonplaats, in al zijn glorieuze verloedering. Vastgelopen drifters die hun dagen slijten op het terras. Vluchtelingen uit Afrika die ontdekken dat Europa hun niets te bieden heeft. Maar ze houden de schijn op dat ze hard op weg zijn rijk te worden. En Ilja, plaatselijk bekend onder de naam Leonardo, moet toegeven dat zijn veilige ironie niets meer uitricht in Genua. Hij is er domweg gelukkig.

Maar La Superba is niet het verhaal van een gelukkige expat. Het is bovenal Pfeijffers grote boek over de liefde. De liefde wordt met een ragfijn mesje gefileerd en uitgebeend tot de absolute essentie. De liefde is een spiegel waarin we onszelf zien als de ander. De liefde is het verdwijnpunt. Zo houdt Leonardo vanaf zijn plekje in de Bar met de Spiegels het mooiste meisje van Genua nauwgezet in de gaten. Ze werkt in dat café.

Maar zijn grote liefde vindt hij in het vuilnis. Een vrouwenbeen. Hij neemt de lugubere vondst mee naar huis en trekt zich erbij af, want ‘mijn minnares kon niets zeggen dat de illusie verstoorde’. Maar ook dat is een illusie, want La Superba is Pfeijffers grote boek der metamorfosen. Niets blijft overeind. Iedereen in dit verhaal wil iemand anders zijn dan wie hij is, alles is iets anders dan het lijkt. Aan het eind heeft Leonrado elk houvast verloren. Hij verdwijnt reddeloos in de goot van Genua.

La Superba is ook een metamorfose voor Pfeijffer als schrijver. De Librisprijs betekent een doorbraak naar een groter publiek. Maar deze roman maakt Pfeijffer ook een schrijver van wie voortaan grote dingen worden verwacht.