Spring naar de content

De talloze raadsels rond Bison Dele of: De basketballer die geen basketballer wilde zijn

“Iedere dag waarop wij niet hebben gedanst, zouden we als verloren moeten beschouwen.” Friedrich Nietzsche – Also sprach Zarathustra.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Ooit heette hij Brian Wiliams, was hij de zoon van Eugene Williams, soulzanger die onderdeel was van de beroemde R&B-groep The Platters, en de prachtige Patricia Philips. Een gelukkig stel, tot Eugene Patricia verliet toen hun zonen (naast Brian de drie jaar oudere Kevin) nog heel klein waren en op het slechte pad raakte en Patricia korte tijd later hertrouwde met Ron, een man met losse handjes, zodat Patricia al snel weer scheidde en haar zoons verder alleen opvoedde en ze liet opgroeien tot intelligente, gevoelige, zij het sociaal ietwat ongemakkelijke reuzen van jongens, waarbij de ene reus (Brian) opbloeide op high school en een van de talentvolste basketballers van de VS werd, terwijl de ander almaar verder in zijn schulp kroop, leed aan ernstige astma, driftbuien en een serieus drankprobleem.
Ooit, ja.

William Blake, Miles Davis, Jim Jarmusch
Brian Williams groeit eind jaren tachtig uit tot een van Amerika’s beste basketballers. Hij schopt het tot de NBA, de meest oppervlakkige wereld der oppervlakkige werelden.
Het is geen wereld waarin Brian Williams zich snel thuis voelt. Hij geniet van het spel, maar vermaakt zich buiten de trainingen en wedstrijden met zelfstudie: hij leest de grote filosofen en verdiept zich bijzonder grondig in de geschiedenis van de native Americans.
Onderwijl wordt hij miljonair en wereldberoemd, maar die roem lijkt ongemerkt langs hem af te glijden.
Af en toe belt Kevin hem op, vaak wanneer hij geld nodig heeft om een piramidespel op te zetten. Heel soms komt Kevin naar Brians appartement.
Bij die gelegenheden geeft Brian zijn oudere broer, met wie het almaar slechter gaat, tenminste twee keer een cheque ter waarde van 50.000 dollar.
Het voelt als het afkopen van een schuld.

Terwijl hij successen viert in een van de grootste sportcompetities ter wereld, drijft Brian Williams langzaam maar zeker steeds verder af van de wereld die hem omringt.
In zijn vrije uren blijft hij veel lezen, met name de poëzie van zijn grote held William Blake, leert zichzelf saxofoon spelen, luistert eindeloos naar platen van Wynton Marsalis en Miles Davis en kijkt ’s nachts Jim Jarmusch-films. Zijn vakanties brengt hij niet liggend op een tropisch strand door, of op een eigen jacht, maar rennend door de straten van Pamplona, met een kudde dolle stieren op zijn hielen.

Ook zijn vrienden zoekt hij bij voorkeur buiten de sport: hij omringt zich met artiesten, muzikanten en andere excentriekelingen, maar zijn beste vriend is Patrick Byrne, de zoon van een steenrijke verzekeraar die op jonge leeftijd kanker heeft overleefd en nu tracht van iedere dag het allerbeste te maken. Het is precies die wens die hij herkent in de lange, zwijgzame jongen die zich als “Brian” heeft voorgesteld.
Patrick en Brian zijn altijd samen en ze leven het leven alsof het ieder moment voorbij kan zijn. Het merendeel van de tijd zijn ze bezig met zo ongeveer alles wat een NBA-speler contractueel strikt verboden is te doen: ze halen hun vliegbrevet, ze mountainbiken dagenlang zonder kampeergerei en racen in karts op de openbare weg.
Ze gaan zo op in hun bezigheden dat het twee maanden duurt voor Patrick Brian vraagt wat hij eigenlijk doet voor z’n geld.

Patrick merkt dat Brian veel nadenkt over zijn familie. Zijn vader Eugene blijft in zijn hoofd spoken. Op een dag vertelt Brian zijn vriend tijdens een mountainbiketocht het verhaal van zijn verwekker: hoe hij werd ontdekt in een nachtclub toen hij nog chauffeur was en hoe hij uiteindelijk aan de coke was geraakt.
Nog diezelfde rit besluit Brian Williams zijn vader diens ultieme droom cadeau te doen: een Harley.
Niet veel later levert Brian Williams de motor bij Eugene af.
Die slaat zijn handen voor zijn mond, kijkt ongelovig naar zijn zoon en zegt dan zacht: ‘Son, next time just give me the cash.’
Brian Williams zal nooit nog een woord met zijn vader wisselen. Liever leeft hij voortaan temidden van zijn eigen familie, vol vrienden en kennissen.

13 juni 1997
Binnen de sport blijft Williams’ ster maar rijzen, ondanks periodes van neerslachtigheid en slaappillengebruik. Begin jaren negentig veroorzaakt hij al eens een ongeluk waarbij hij zijn sportwagen tegen een betonnen paal parkeert en waarbij geen remsporen kunnen worden gevonden. Brian herstelt, en groeit uit tot een vaste waarde in de top van het Amerikaanse basketbal. Hij is een handelsreiziger die ieder jaar zijn niet geringe diensten aan de hoogste bieder aanbiedt. In 1997 is hij onderdeel van het dreamteam van de Chicago Bulls dat voor de vijfde keer in zeven jaar de NBA wint.
Op 13 juni staat hij tussen coach Phil Jackson en spelers als Michael Jordan, Scottie Pippen, Dennis Rodman en Steve Kerr. Williams heeft het beste seizoen uit zijn leven achter de rug, met dank aan Jordan, die hem heeft geleerd zich te concentreren en altijd met volle overgave te trainen. Brian heeft baat bij Jordans lessen – hij is snel afgeleid en bovendien somber van aard.
En ook nu weer valt zijn dromerige aard op: terwijl iedereen door het dolle heen over het veld rent, staat hij zwijgend in een hoek, starend in de verte. Misschien weet hij dan al dat deze avond niet alleen zijn grootste, maar ook zijn laatste succes zal betekenen.

De sport gaat hem na die gouden avond almaar minder interesseren. Hij komt niet opdagen op trainingen, of traint halfslachtig – de lessen van Jordan hebben maar even zin gehad. Het contact met Patrick Byrne verwatert – ook omdat die een zeer succesvol internetbedrijf uit de grond stampt – en op zoek naar gezelschap knoopt hij de ene relatie na de andere aan: met modellen, actrices en basketbalgroupies.
Hij gaat zelfs even kort met Madonna.
Tot hij, na afloop van een popconcert, Serena ontmoet.
‘Ben je wel eens in een kamer vol met mensen geweest terwijl je het gevoel had dat je de enige aanwezige was?’ vraagt zij, uit het niets.
‘Ja,’ antwoordt Brian Williams verrast.
Ze beginnen een halfslachtige verhouding, die nooit werkelijk serieus wordt, omdat Brian om de haverklap verhuist en voortdurend op reis is. Serena besluit hem niet achterna te reizen – niet veel later wordt zij bij toeval aangesteld als de persoonlijke assistente van Prince. Voor een onduidelijke flirt met Brian is in haar leven vanaf dat moment geen plaats meer.

Hakuna Matata
Halverwege het jaar 1999 doet Brian Williams iets onverwachts: hij verandert zijn naam. Voortaan zal hij door het leven gaan als Bison Dele, ter ere van zijn Cherokee-voorouders, in wier geschiedenis hij zich is blijven verdiepen.
Af en toe mailt hij nog met Patrick Byrne, maar naar verloop van tijd worden Bisons onregelmatige mails steeds verwarder. In het begin spreekt hij nog over zijn dagelijkse bezigheden, maar steeds vaker zijn de berichten een onsamenhangend geheel van unheimische gevoelens, dromen en flarden poëzie.

Aan het eind van dat jaar stopt Bison Dele met basketbal. Zijn contract bij de Detroit Pistons – dat nog vijf jaar doorloopt en dat hem 36,5 miljoen dollar had kunnen opleveren – verscheurt hij. Hij heeft zestien miljoen dollar op de bank: genoeg om de rest van zijn leven op reis te gaan.
Al vrij snel vervult Bison Dele de droom die hij al koesterde toen hij nog Brian Williams heette: hij koopt een catamaran, een reusachtige boot, van alle gemakken voorzien. Hij doopt hem: Hakuna Matata.
Met de Hakuna Matata reist hij door de South Pacific, legt aan op tropische eilanden, vertelt zijn levensverhaal aan de dorpelingen en maakt tot diep in de nacht muziek bij het kampvuur.
Tussen de bedrijven door doorkruist hij de outback van Australië.
Bison Dele is hard op weg Brian Williams definitief achter zich te laten.

Kort na 11 september 2001 ontvangt Serena, wier loopbaan in de pr na haar vertrek bij Prince een hindernisbaan van hele en halve mislukkingen is geworden, een mailtje.
Hij is het.
Of ze nog weet wie hij is?
Bison maakt zich zorgen om haar en vraagt haar met hem mee te gaan, op weg naar… ja, naar wat eigenlijk?
In elk geval: op weg.
Ze zegt nee: ze heeft een leven, financiële verplichtingen, het geld komt niet zomaar binnen; ze kan onmogelijk zomaar op stel en sprong vertrekken.
Een paar weken later ontvangt ze een pakketje, met daarin 50.000,- dollar en een briefje.
‘Tot zover je financiële verplichtingen.’

En dan plots: niets meer
Niet veel later koopt Serena een enkeltje Nieuw-Zeeland. Haar leven, zo denkt ze, is zomaar opeens in een prachtige plooi gevallen.
Een paar maanden later vervoegt Brians broer Kevin zich bij de twee. Ook hij heeft inmiddels zijn naam veranderd en gaat sinds enige tijd door het leven als Miles Dabord. Van de serieuze grote broer is weinig anders meer over dan zijn lengte: Kevin (of Miles) is een schichtige, sombere en straatarme man die er tien jaar ouder uitziet dan hij is.
Serena wordt nijdig, ze wil Bison en de zee voor zich alleen. In haar dromen is geen plek voor een agressieve, drugs en drank gebruikende grote broer.
Maar Bison beslist, en Miles blijft. Hun namen mogen dan veranderd zijn, hun levens mogen zich dan in tegengestelde richtingen hebben ontrold; broers ben je voor altijd.

In de vroege morgen van 6 juli 2002 vaart de Hakuna Matata de haven van Tahiti’s hoofdstad Pape’te uit, op weg naar Raiatea, en vanuit daar door naar Hawaii.
Er zijn vier mensen aan boord: Bison, Serena, Miles en een Franse kapitein, Bertrand Saldo.
Twee dagen lang is er nog telefooncontact met de boot.
En dan plots: niets meer.
De Hakuna Matata lijkt samen met zijn bemanning door het niets van de oceaan te zijn verzwolgen.

Twee broers
Na de verdwijning wordt onmiddellijk al het mogelijke in werk gesteld om de vermisten op te sporen.
Serena’s stiefvader bijt zich vast in iedere snipper informatie die hij kan vinden en schrijft er een 24 pagina’s tellende ‘Summary of Events’ over.
Hij neemt meermalen contact op met de FBI en het Witte Huis. Tevergeefs.
En dan, op 5 september 2002, als de nabestaanden de hoop op goed nieuws al lang hebben opgegeven, komt Brian Williams weer boven water.
Rond lunchtijd wandelt hij de winkel van een goudhandelaar aan de North Central Avenue in Phoenix binnen. Hij noemt zich Bison Dele, toont z’n paspoort en z’n chequeboekje en schaft 460 gouden munten aan voor een bedrag van 152.096,- dollar.
Kort daarna wordt de man gearresteerd.
Hij heet niet Bison Dele, en ook niet Brian Williams.
Zijn naam is Kevin Williams. Of: Miles Dabord.
Kort daarna weet hij aan de politie te ontkomen en vlucht Miles Dabord naar Mexico. Onderwijl belt hij zijn moeder: ‘Mam, je kent me: de gevangenis zou mijn dood worden.’
In diezelfde tijd wordt de Hakuna Matata teruggevonden, vredig dobberend op de golven van de Stille Oceaan.
Er is niemand meer aan boord.
Een week later wordt een onbekende, grote zwarte man een Mexicaans ziekenhuis binnengebracht. Hij heeft getracht zich van het leven te beroven met een overdosis en een dag later blijkt dat hij daar ook daadwerkelijk in is geslaagd.
Miles Dabord is niet meer, en met hem is ook de hoop op de waarheid rond de vermissing van zijn broer gestorven.
Een week later wordt er een begrafenisdienst gehouden.
Voor beide broers.