Koning Felipe VI wacht zware taak: populariteit Spaanse monarchie op dieptepunt
Adios Juan Carlos. Na 39 jaar op de troon te hebben gezeten, gaat de Spaanse koning plaatsmaken voor zijn zoon Felipe VI. Het is tijd voor een nieuwe generatie, zo liet Juan Carlos maandag weten in zijn toespraak. Maar of Spanje wel zit te wachten op een nieuwe monarch, valt nog te betwijfelen.
Zo kreeg de Facebookpagina No Queremos a Felipe VI (Wij willen geen Felipe VI) in een paar uur meer dan 20.000 likes. Op de pagina worden onder andere demonstraties tegen de monarchie aangekondigd. Maandagavond vanaf acht uur zullen Spanjaarden op de centrale pleinen in grote steden samenkomen. Ook wordt opgeroepen om republikeinse vlaggen aan het balkon te hangen.
Wat dat betreft is de timing van de troonafstand ietwat onhandig. De datum 2 juni is namelijk niet alleen de verjaardag van de Spaanse koning (hij werd maandag 76), maar ook de Dag van de Republiek in Italië.
De abdicatie van Juan Carlos komt op het moment dat de populariteit van het Spaanse koningshuis zich op een dieptepunt bevindt. Werd de monarchie in maart 1994 nog beoordeeld met het cijfer 7,46, inmiddels is dat een 3.72.
Dat is mede te wijten aan een aantal schandalen waar de Spaanse royals de laatste tijd mee werden geconfronteerd. Zo ging de koning in 2012 op olifantenjacht in Botswana, waarmee hij zijn erevoorzitterschap van het Wereld Natuur Fonds kwijtraakte. Tegen prinses Cristina, de dochter van de koning, loopt een groot onderzoek wegens belastingfraude, corruptie en witwassen.
En hoewel het niet bij iedereen in goede aarde valt dat mannen binnen het Spaanse koningshuis automatisch voorrang krijgen om de troon op te volgen, is het in dit geval misschien maar beter. Want met Cristina (het middelste kind, na prinses Elena) als troonopvolger, zou het protest hoogstwaarschijnlijk nog wat heviger zijn.
