Spring naar de content

Leonardo Da Vinci’s enige zelfportret kan gered worden

Een krijttekening die Leonardo da Vinci (1452-1519) rond 1512 maakte, en waarvan algemeen wordt aangenomen dat het zijn enige zelfportret is, kan dankzij een nieuwe techniek gered worden van de ondergang. Dat werd gisteren gepubliceerd op de website van het wetenschappelijke tijdschrift Applied Physics Letters.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Lisa Bouyeure

Da Vinci tekende het portret, dat in de loop der eeuwen erg beschadigd is geraakt, met rood krijt op papier van linnen-, katoen- en hennepvezels. Al lange tijd wordt er over gespeculeerd of het echt een zelfportret is. De Italiaanse meester zou de bejaarde man met lang golvend haar en een baard getekend hebben toen hij zelf rond de zestig was, waardoor wetenschappers geopperd hebben dat het ook zijn vader of oom zou kunnen zijn.

Geschiedenis onbekend
Er is niets bekend over het lot van de tekening in de eeuwen nadat Da Vinci hem maakte. Pas in 1839 dook hij weer op, toen koning Karel Albert van Sardinië het werk aanschafte voor in de Koninklijke Bibliotheek van Turijn. In de twintigste eeuw werd de tekening ingelijst en tientallen jaren tentoongesteld in een ruimte waar hij blootgesteld was aan zonlicht, met ernstige schade als gevolg. Sinds 1998 wordt hij bewaard in een kluis in de bibliotheek, met een temperatuur- en vochtigheidsregelaar.

Nieuwe techniek
In 2012 werd de tekening onderzocht door een team specialisten. Met de techniek die ze ontwikkelden kunnen restaurateurs in de toekomst beter beoordelen wat de schade aan een werk is, hoe snel die schade zich ontwikkelt en wat de beste manier is om het te herstellen.

De gele verkleuring van oud papier komt doordat er chromoforen (het gedeelte van een molecuul dat licht absorbeert) worden aangemaakt in de cellulose van het papier. Chromoforen hebben de eigenschap dat ze blauw en violet licht absorberen en rood en geel licht juist reflecteren. Een grote hoeveelheid ervan zorgt daarom voor een gele waas.

De onderzoekers kwantificeerden de hoeveelheid chromoforen in de tekening door hem te belichten vanaf verschillende golflengtes die correspondeerden met verschillende kleuren licht. De vastgestelde waardes werden vervolgens vergeleken met oud en nieuw papier in verschillende condities. De hoge concentratie chromoforen in het portret bleek overeen te komen met die in andere papieren die in vochtige ruimtes bewaard werden.

Door het huidige niveau van chromoforen te vergelijken met latere metingen, kunnen de onderzoekers zien of het verval van de tekening, nu hij in een beter geschikte ruimte wordt bewaard, gestabiliseerd is.

Restauratie of toch niet?
Doordat de schade met het nieuwe belichtingsonderzoek gekwantificeerd kan worden, kunnen restaurateurs in de toekomst een passend plan bedenken om de tekening te herstellen. Toch is het nog maar de vraag of specialisten zich al aan restauratie durven te wagen, met zo’n nieuwe techniek en zo’n oude tekening.


Leonardo_self