Spring naar de content

Harry from Holland: ‘We vreten ze op!’

Het volgende moment begon het tv-programma Harry from Holland.
En ik zat te kijken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Harry from Holland is een programma van RTL7, de zender die de holbewoner in ieder van ons aanspreekt en de beroemde gouden combinatie ‘schieten-tieten-helikopter’ heeft ingeruild voor ‘bal-bier-dartpijltje’.
Het moet vooral niet te moeilijk op RTL7.
Het moet eenvoudig, mannelijk en een beetje gênant.
Dan kun je het beste Harry Vermeegen bellen.

We vreten ze op!
In Harry from Holland speelt Harry Vermeegen voor de zoveelste keer zijn beste (en enige) typetje: Harry Vermeegen. Harry Vermeegen is een kleine, opgewonden voetbalfan die populair is onder profvoetballers omdat hij ze aanspreekt als verstandelijk behoeftigen en ze eenvoudig te voltooien opdrachten laat uitvoeren, zoals het vangen van een vis, het beantwoorden van de vraag ‘Wie ben jij?’ en het giechelen om Harry’s reactie op het antwoord, een langgerekt, ‘Zohoho!’
Harry from Holland begon.
Zoals zoveel programma’s op de commerciële omroep werd ook dit meesterwerk mede mogelijk gemaakt. Dit keer door een chipsfabrikant die speciale chipssoorten heeft laten maken met de namen van de drie tegenstanders van Oranje.
Motto: ‘We vreten ze op.’
Goed verzonnen.

‘Het werkt dus!’
Daarna zag je Harry lopen, in de stijl van de zeven dwergen op weg naar de diamantmijn.
Bij een tuinhek stond Jaap Stam, de man die ooit een winkelcentrum waard was, en inmiddels minstens een warenhuis.
Jaap is Harry’s vaste Frans van Dusschoten: een aangever die zijn gezicht niet strak kan houden.
Jaap gaf Harry een klomp. Een gebroken klomp bracht ongeluk.
‘Bij ons in de familie hebben wij een keer een jaar gehad; had niemand een gebroken klomp. Fantastisch jaar.’
Harry: ‘Meen je dat nou?’
Jaap bleek in Harry from Holland een soort rol van Geheimzinnige Opdrachtgever te hebben: hij stuurde de hoofdpersoon naar een land waar een zak chips naar was vernoemd, om daar een klomp te breken. Je moet er maar opkomen, als gesponsord programmamaker.

Op het volgende beeld liep Harry Vermeegen in een kudde Spaanse schapen.
‘Ik ben op WEG. Naar het DORP. Van. AnDRES. IniesTA,’ klemtoongoochelde Harry.
Even later stond hij voor het geboortehuis van Andres Iniesta, waar de grootouders Iniesta een Andres Iniesta-museumpje van hadden gemaakt.
De opa van Andres deed open.
Harry: ‘Mag ik misschien het museum even zien?’
De opa van Iniesta: ‘Si.’
Overal hingen krantenartikelen, er was een vitrine met cadeautjes en ergens, op een soort geïmproviseerd altaartje, stonden de schoenen van de WK-finale 2010.
Harry: ‘Luister, jij gaat tegen die kleinzoon van je zeggen dat we jullie gaan opvreten.’
Opa: ‘Het is toch niet nodig om elkaar kapot te maken? Dat is niet netjes.’
Harry: ‘Hahahaha.’

Harry vervolgde zijn weg naar een knoflookfabriek. Honderden dames in steriele pakjes pelden stronken knoflook.
Aan de manager vroeg Harry wat knoflook betekende.
Het antwoord (‘Het is ons leven. Het is ons werk. We verbouwen het.’) bleek bevredigend.
Bovendien bracht knoflook geluk.
Daarna had Harry lang genoeg in het Engels geinterviewd, en begon hij in het Nederlands tegen de knoflookfabriekmanager te ratelen.
Harry plakte twee vlaggetjes op een stuk knoflook.
Een Hollands en een Spaans vlaggetje.
De knoflook werd in de lucht geworpen en kwam neer, met het Spaanse vlaggetje boven.
Harry: ‘Het werkt dus!’

Na een gesprekje met de oude mannetjes van het dorp en een bezoekje aan het huis van Andres Iniesta (in de Calle Andres Iniesta), belde Harry met Jaap.
Die had geen straat. Zelfs geen tulp.
‘De tulpen zullen wel op zijn,’ zei Jaap.

‘We vreten ze op!’
Harry ging ook nog even te rade bij Garry Rodrigues, een Nederlandse voetballer die bij Elche speelt.
Hij dacht dat Nederland ging winnen.
Harry: ‘We vreten ze op?’
Garry: ‘We vreten ze helemaal op.’
Garry en Harry bespraken ook nog wat tactische tips voor het Nederlands Elftal.
Garry: ‘Je moet er bovenop zitten.’
Harry: ‘Er bovenop zitten.’
Garry: ‘Goed aanpakken.’
Harry: ‘Goed aanpakken.’
Garry: ‘Je moet er kort op zitten.’
Harry: ‘Er kort op zitten.’
Garry: ‘Niet teveel ruimte weggeven.’
Harry: ‘Geen ruimte. En verder?’
Garry: ‘Agressief zijn.’
Harry: ‘Agressief zijn.’
Garry: ‘We vreten ze op.’
Harry: ‘We vreten ze op.’
Daarna was het tijd voor Harry om een paar tenen knoflook in een Oranjeshirt te wikkelen. Hij dacht dat het misschien ook een goed idee was als de spelers er ook eentje in hun onderbroek zouden douwen.
‘Je zult het zien, het brengt geluk. We vreten ze op!!!’

‘We vreten ze op!’
Na de reclame ging Harry Vermeegen langs bij de windmolens van Don Quichot. We kregen er zomaar een minilesje literatuurgeschiedenis bij. Hij bezocht een dorpje waar ze goed waren in het bouwen van menselijke torens.
Tot slot vertrok hij naar Madrid, om een gebroken oranje klomp in een fontein te gooien.
Ondanks dat hij bijna door een stroom verkeer te grazen genomen werd, lukte het – tegen iedere verwachting in.
Helemaal aan het eind van het halfuurtje top-tv arriveerde Harry weer bij Jaap Stam.
De conclusie van het gesprek – en eigenlijk van het hele programma – was: ‘We vreten ze op.’