Spring naar de content

De eerste werkdag van keeper Kenneth Vermeer bij Feyenoord

Als keeper Kenneth Vermeer wakker wordt, is zijn wekker nog in een droomloze slaap verzonken. Hij voelt dat er iets is, iets wat anders is vandaag.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Hij weet alleen nog niet wat dat iets is. Komt vanzelf, denkt keeper Kenneth Vermeer.
Terwijl hij wakker wordt, strijkt hij gedachteloos over het schone dekbed met de witte F-jes in zwarte cirkeltjes. Gisteravond heeft hij nog zijn bed verschoond, er zijn weinig dingen waar keeper Kenneth Vermeer zo van houdt als van vers gewassen beddengoed.

Er is iets vandaag
Door de net niet helemaal zorgvuldig gesloten rood-witte gordijnen van de slaapkamer van keeper Kenneth Vermeer kiert een reepje ochtendlicht.
Het is dus al licht, denkt keeper Kenneth Vermeer, heel vroeg kan het dan niet zijn.
En hij richt zich op, trekt zijn keepershandschoenen aan en stapt – in tegenstelling tot meestal, de laatste tijd, en in tegenspraak met z’n vermeende tweebenigheid – met z’n sterke been uit bed. Terwijl keeper Kenneth Vermeer zich van zijn slaapruimte naar zijn kookruimte verplaatst, vraagt hij zich af wat er anders is dan anders dan anders.

Hij perst zijn sap, kookt zijn eitje – halfzacht of half hard, het is maar hoe je het wilt zien – en bladert aan de keukentafel door de Trouw, de krant waarop hij sinds kort een abonnement heeft omdat je er zo’n fijne dieren-DVD bij kreeg.
Het is weer ellende in de wereld, denkt keeper Kenneth Vermeer, terwijl hij zijn sap slurpt. Maar de gedachte mist oorspronkelijkheid, het is net of hij hem al vaker gedacht heeft.
Gisteren, misschien.

Alles is hetzelfde en tegelijk voelt alles anders, denkt keeper Kenneth Vermeer, terwijl hij een Feyenoord-mok in zijn Nespresso-machine plaatst. Hij pakt een cupje uit een oude jampot, werpt het richting het plafond en springt vervolgens omhoog, het rechterbeen voor zich uit, om zich te beschermen tegen imaginaire spitsen.
Als de koffie in de mok stroomt, bedenkt keeper Kenneth Vermeer dat hij normaal gesproken nooit filosofisch is voordat hij uitgebreid naar de wc is geweest: nog een bewijs voor zijn gevoel dat er vandaag iets anders is.
Op weg naar het toilet trapt hij een terugspeelbal weg. Overal in het huis van keeper Kenneth Vermeer liggen terugspeelballen verspreid, want hij is wat ze wel een ‘vakidioot’ noemen. Keeper Kenneth Vermeer noemt het zelf trouwens gewoon betrokkenheid.
Op het toilet bladert hij wat door de Feyenoordkrant en onder de douche neuriet keeper Kenneth Vermeer een melodietje dat op onnaspeurbare wijze zijn hoofd ingeslopen is.
‘Neuneuneu neuneuneeeeuuuuneu, neuneuneu neuneuneuneu,’ neuriet keeper Kenneth Vermeer terwijl hij zich inzeept met een rustgevende douchegel van De Tuinen.
In de slaapkamer haalt hij een nieuw trainingspak uit het plastic. Hij ruikt er even aan.
Het ruikt naar trainingspak.

Iets wat anders is
Nog altijd weet hij niet wat het is vandaag, maar het gevoel dat er wel degelijk iets is vandaag blijft door zijn gedachten zoemen als een mug door een duistere slaapkamer.
In de auto kijkt hij in de achteruitkijkspiegel. Een beetje tandpasta in de mondhoek, maar verder ziet hij er patent uit, al zegt keeper Kenneth Vermeer het zelf.
Gedachteloos scheurt hij over de snelweg, terwijl zijn telefoon aan een stuk door oprispinkjes heeft. Wat heb ik toch een hoop kameraden, denkt keeper Kenneth Vermeer tevreden.
Pas als hij de parkeerplaats van trainingscomplex De Toekomst opdraait, begint het keeper Kenneth Vermeer te dagen wat er anders is vandaag.