Spring naar de content

Waarom we niet weten hoe dodelijk ebola is in Nederland

De ebola-cijfers vliegen ons om de oren. Honderden, nee duizenden zijn al slachtoffer geworden van het levensgevaarlijke virus. De kans op overlijden is na besmetting zelfs 90 procent, wist de Volkskrant zaterdag in een informatiekader doodleuk te melden. Dinsdag maakte de WHO bekend dat het sterftecijfer van 50 naar 70 procent was gestegen in West-Afrika. Maar wat zeggen deze cijfers over een sterftekans buiten Afrika, als iemand bijvoorbeeld in Nederland ebola zou oplopen?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marieke ten Katen

Dat het ebolavirus dodelijk kan zijn, bewijst de epidemie in West-Afrika wel. The Guardian verwerkte het stertecijfer en het risico op besmetting in een grafiek, samen met de cijfers van een aantal andere infectieziekten. Het geeft een mooi beeld van de ernst van ebola vergeleken met een aantal andere bekende infectieziekten, als er niets wordt gedaan om de situatie onder controle te krijgen. Ebola is ‘behoorlijk besmettelijk’ en ‘extreem dodelijk’.
Grafiek The Guardian (Klik op de foto voor een vergroting)

Maar hoe betrouwbaar zijn de getallen over ebola eigenlijk? En wat zeggen de cijfers over de gevaren buiten West-Afrika?

Betrouwbaarheid getallen
De WHO baseert zich bij de getallen die zij naar buiten brengt op gegevens van de huidige epidemie. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat van de 8997 gemelde ebolapatiënten wereldwijd er 4493 zijn overleden. Ongeveer 50 procent dus. Maar dat is te laag ingeschat, vindt Bruce Aylward, assistent-directeur-generaal van de WHO. Veel sterfgevallen worden niet gemeld of niet officieel geregistreerd. Hoewel het aantal niet-geregistreerde ebola-besmettingen in werkelijkheid óók weleens fors hoger zou kunnen liggen, schat de WHO de sterftekans op ongeveer 70 procent.

Dat de gegevens incompleet zijn, blijkt uit bijvoorbeeld het WHO-rapport van 12 oktober. Hierin staat dat er tot en met 10 oktober in Liberia 943 ebola-gevallen zijn bevestigd net een positieve laboratoriumtest, waarvan 1072 met dodelijke afloop: een sterftecijfer van zo’n 114 (!) procent. In het land wordt hard gewerkt om de laboratoriumcapaciteit voor het testen van ebola-gevallen te verhogen. Maar vergeleken met de andere zwaar getroffen landen Guinee en Sierra Leone wordt maar een relatief klein deel van de patiënten (op tijd) getest. Mensen overlijden bijvoorbeeld voordat de uitslag beschikbaar is. In het laatste rapport worden de sterfgevallen in Liberia niet eens meer ingedeeld naar categorie (bevestigd, waarschijnlijk, mogelijk), omdat daarvoor te weinig informatie beschikbaar is.

In Sierra Leone zouden 142 van de 37 ebolapatiënten uit de categorie ‘waarschijnlijk’ zijn overleden. Een gek resultaat, dat volgens de WHO verklaard kan worden door het feit dat mensen bijvoorbeeld door nieuwe onderzoeken in een andere categorie zijn beland kort voordat zij sterven.

Om een beter beeld te krijgen van de situatie heeft de WHO, aldus Aylward in The Washington Post, in de zwaarst getroffen landen Guinee, Liberia en Sierra Leone een nauwkeuriger onderzoek gedaan, waarbij vooral is gekeken naar de patiënten die helemaal gevolgd konden worden tot aan het eind: genezing of overlijden. 30 procent van de patiënten bleek het virus te overleven. Hoeveel patiënten er zijn onderzocht, meldt Aylward niet.

“We have had to carefully identify those individual patients for whom we could follow their entire course – when we do that carefully, we find that 70 percent are dying and that this number is pretty robust across the three worst-affected countries.”

Interpretatie van de cijfers
Op de betrouwbaarheid van de sterftecijfers is dan ook best wat af te dingen. Maar bovenal gaan ze over West-Afrika en zijn ze niet te extrapoleren naar Nederland. “Zeventig procent van de mensen die met het virus zijn besmet, overlijdt aan ebola,” meldde de NOS op basis van de berichtgeving van de WHO. Nu.nl had een vergelijkbaar nieuwsbericht op de website. Die kop had dus – zoals Medisch Contact, het platform dat zich richt op onder andere artsen en medische studenten, wél goed verwoordde – als volgt moeten luiden: “Het sterftecijfer van de ebola-uitbraak in West-Afrika is opgelopen tot 70 procent.”

Dat de gezondheidszorg voor ebola-patiënten in de zwaar getroffen aldaar verre van ideaal is blijkt wel uit een documentaire van VICE.

In de documentaire is te zien hoe zieke mensen naar huis worden gestuurd of buiten voor de deur van het ziekenhuis sterven. Het contrast kan bijna niet groter: in het Calamiteitenhospitaal in Utrecht staan vier bedden geduldig te wachten op eventueel besmette Nederlandse hulpverleners.

Maar wat valt er wel te zeggen over het ebola-gevaar in Nederland?

Volgens Harald Wychgel, woordvoerder van het RIVM, staat buiten kijf dat ebola een levensgevaarlijke ziekte is. Maar zou het sterftecijfer even hoog zijn als je het virus in Nederland oploopt? “De gerapporteerde sterfte van ebola bij eerdere uitbraken ligt tussen de 40 en de 90 procent,” zegt Wychgel. “Het is afhankelijk van de epidemie. Maar we hebben met deze ziekte nog niet te maken gehad in Nederland. We weten dus simpelweg niet hoe dodelijk het hier kan zijn.”

De eerdere uitbraken die bij de WHO geregistreerd zijn, sinds 2000, deden zich ook allemaal op Afrikaanse bodem voor. Tot nu toe zijn er vier ebola-gevallen geconstateerd buiten Afrika. In Spanje raakte een verpleegster besmet die betrokken was bij de verzorging van twee Spaanse geestelijken, die uiteindelijk aan het virus overleden. Thomas Eric Duncan, net terug uit het West-Afrikaanse Liberia, was in de Verenigde Staten de eerste ebola-patiënt. In het begin deden de verschijnselen alleen nog geen alarmbellen rinkelen bij de zorgverleners, en dus werd Duncan naar huis gestuurd. Een paar dagen later werd hij toch, ernstig ziek, opgenomen, en na iets meer dan een week overleed de Liberiaan aan ebola. Bij zijn verzorging raakten, naar nu blijkt, twee verpleegsters besmet.

De Spaanse en Amerikaanse verpleegsters, die voor zover bekend als enige drie de besmetting buiten Afrika hebben opgelopen, werden direct geïsoleerd en verzorgd, in tegenstelling tot Duncan. Alle drie zijn ze, ten tijde van het schrijven van dit artikel, nog in leven. Een beter politiek bestel, betere en toegankelijke geneeskundige voorzieningen en een grotere capaciteit om mensen op te kunnen vangen: allemaal speelt het een rol bij de kans om te overleven. Een van de verpleegsters in Texas kreeg zelfs een bloedtransfusie van een patiënt die het virus heeft overleefd.
Hebben de mensen die buiten Afrika zijn besmet een kleinere kans om te overlijden? Wyghel: “Omdat er geen behandeling of vaccin is, is het een kwestie van complicaties bestrijden. Als je geen toegang hebt tot deze ondersteunende therapieën, wordt de kans op overlijden groter. Maar op basis van zulke individuele gevallen kun je geen sterftecijfer vast stellen. Pas bij een grote uitbraak wordt dat duidelijk.”

Hoe dodelijk het virus in Nederland kan zijn, ontdekken we dus pas echt als ebola zich hier verspreidt. Laten we dus vooral hopen dat we er ook binnenkort weinig zinnigs over kunnen zeggen.

Onderwerpen