Spring naar de content

Heinen uitgeschakeld in Columnisten League

Na vier van de zes poulewedstrijden is het doek voor HP-columnist Frank Heinen al gevallen in de Columnisten League. Heinen polemiseerde gisteren thuis tegen de Spaanse collega Jordi Mate, schreef misschien wel z’n beste column van deze campagne, maar verloor toch kansloos.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Met de nederlaag weet Heinen voor het derde jaar op rij niet te overwinteren in de Columnisten League; een derde plaats in de poule en plaatsing voor de Korte Artikelen Competitie is nu het hoogst haalbare. Daarvoor zal Heinen over twee weken moeten afrekenen met de Cypriotische columnist Paphos Papadopolou, bekend van zijn ophefmakende bundel Ik heb een snor dus ik heb een snackbar.

Onnodige grammaticale fout
Volgens Heinen is de nederlaag tegen de Spaanse wondercolumnist vooral ‘jammer’: ‘Ik heb laten zien dat ik over een goed niveau beschik, dat ik het wel degelijk in me heb, ondanks alle kritiek van lezers. Natuurlijk, in columns over Cambuur of Dordrecht heb ik dit jaar niet altijd op de toppen van m’n kunnen geschreven, en dat moet beter. Deze polemiek laat zien dat dat er nog altijd in zit, dit is het soort columns dat ik eigenlijk iedere week wel wil lezen. Halverwege m’n column zei mijn vriendin dat ik gewoon op deze voet door moest tikken, dan zouden die kansen op een boeiende opmerking of een geestige vergelijking vanzelf komen. En dan is het ontzettend zonde en onodig als je net voor de helft een joekel van een spelfout maakt. Op dit niveau wordt dat onmiddellijk afgestraft.

In de tweede helft van de polemiek was Mate beter op dreef, al wist Heinen met enkele verrassende wendingen en vanuit een goede organisatie zijn zinnen steeds goed te blijven opbouwen. De kansen die hij kreeg om z’n punchlines te plaatsen, gingen jammerlijk verloren. ‘Op zulke momenten mis je misschien nog een stukje gogme, een stukje geslepenheid, een stukje woordenschat ook,’ aldus Heinen, die na een grammaticale misser in de tweede helft van zijn stuk met een zin minder moest verder.
‘Ik weet niet wat dat is: onervarenheid? Vermoeidheid? Alles draait om durf: je moet lef tonen tegen dit soort grote jongens, je eigen stijl blijven schrijven. Dat lukte vrij aardig gisteren.’
Heinen nam gisteren met opgeheven hoofd afscheid van het topcolumnistenbal. Zijn vriendin beloonde hem met een applausje en een kop venkelthee.
‘Ik had op meer gehoopt, maar als dit het is, dan is dit het ook gewoon, weet je wel.’

De kritiek van bekende ex-columnisten dat Heinen deze zomer onvoldoende zou hebben geïnvesteerd in kennis en vocabulaire doet hem weinig: ‘Ik kan er niets mee. Ik heb niet het geld om allerlei dure woordenboeken uit het buitenland te halen, ik kan iedere euro maar een keer uitgeven en van dat geld ga ik om eerlijk te zijn liever op vakantie.’

Buitenlandse interesse
Geruchten dat Heinens vriendin in de belangstelling zou staan van verschillende grote, buitenlandse krantencolumnisten, verwijst de Utrechter naar het rijk der fabelen: ‘Niemand heeft zich bij mij gemeld. In principe is ze er volgend seizoen gewoon nog bij, al weet je nooit hoe een koe een haas vangt: als er een bod komt waar we allebei beter van worden, zou het wel heel dom zijn om niet in ieder geval te gaan praten. Als er echte grote columnisten komen, kan het snel gaan; die verhalen ervaar ik trouwens als een groot compliment voor m’n opleiding.’
Over twee weken columneert Heinen tegen Papadopolou voor een plek in de Korte Artikelen Competitie. Plaats van handeling is de Coffee Company.