Spring naar de content

Verrassende wending in kunstgrasdiscussie

In de kunstgrasdiscussie die in de afgelopen weken als een bepaald soort rubberen korrels tot alle hoeken en gaten van de Nederlandse voetbalwereld is doorgedrongen, heeft iedereen inmiddels z’n zegje over de toename van het aantal kunststof sprieten gedaan. De hoofdrolspeler in kwestie weigerde ieder commentaar. Tot vandaag.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Kunstgras, goeiemorgen.
‘Laat dat goeie- maar weg.’

U bent nogal veel in het nieuws dezer dagen. Waarom duurde het dan zo lang voor u uw verhaal wilde doen?
‘Het zijn krankzinnige weken, meneer Heinen. Er komt ontzettend veel op mij en mijn familie af, dat kunt u zich misschien wel voorstellen. Van het ene moment op het andere ben ik een Bekend Grasveld geworden, dat door iedereen wordt herkend en dat door Jan en Alleman wordt aangesproken. Ik ben dat dus niet gewend, dus ben ik een tijdje ondergedoken. Nu is de tijd rijp om mijn kant van het verhaal te vertellen.’

Er is ontzettend veel kritiek; u zou het voetbal kapot maken.
‘Dat heb ik ook gehoord, ja. Nou, meneer Heinen, dat is toch wel helemaal het toppunt: ik ben een pure liefhebber, heb het beste voor met de sport en dan wordt me dit opeens in de sprieten geschoven.’

U maakt het voetbal niet kapot?
‘Ik weet niet eens hoe dat zou moeten. Kijk, meneer Heinen: ik raak nooit doorweekt. Ik word niet zompig. Ik word niet kurkdroog en mollen of ander ongedierte doe ik ook niet aan. Vertel mij dan maar eens hoe ik het voetbal kapot zou maken?’

Helemaal echt bent u natuurlijk niet…
‘Sinds wanneer is dat een criterium?! Die stadions die ze tegenwoordig bouwen, dat zijn toch ook niet meer die betonkolossen van vroeger. En ze verkopen er toch ook niet alleen maar broodjes bal, maar ook yoghurtshakes en broodjes geitenkaas? Het spel vernieuwt, de wereld vernieuwt, alles om mij heen wordt vernieuwd en verbeterd, maar het gras moet uit een paar verdwaalde plaggen bestaan. En wat is nou ‘echt’?

Het voetbal is het voetbal niet meer, zeggen ze.
‘Ach man, dat is toch allemaal romantisch gezever van een stel inteeltromantici met een volledig natuurlijk bord voor hun kop. Ik ben goedkoop, ik ben perfect in conditie en ik ben ontzettend gelijkmatig: als ik een voetballer was, was ik twintig miljoen waard, maar omdat ik slechts de ondergrond ben, moet ik me maar alles laten welgevallen? Dat dacht ik niet! Ik wil die tegenstanders van mij wel eens horen als er straks weer weken niet gespeeld kan worden omdat het zeikt van de regen en die natuurvelden een beetje doorweekt voor zich uit zitten te staren. Of als Guus Hiddink straks als bondscoach wordt opgevolgd door Hans Kraay senior.’

Wat impliceert u nu?
‘Het leven gaat do-hoor! Hallo! De bal is ook al een tijdje geen lederen knikker met een veter meer, hè? En daar hoor je ze niet over, de Arno Vermeulens en de Johan Derksens, dat vinden ze allemaal doodnormaal. Maar als je dan probeert om vanuit je experience als kunstgras wat terreintechnische verbeterpuntjes door te voeren, dan kun je de wind van voren krijgen.’

Ik krijg het gevoel dat u zich onheus bejegend voelt.
‘Meer dan onheus.’

Wat bedoelt u?
‘Bedreigingen, meneer Heinen! Dat ze op maandagavond opbellen en zeggen dat ze me komen kaalplukken, of willekeurige mensen op straat of in de trein die me de bavianenschurft of het scheurgras toewensen. Zo gaat het in Nederland dus niet alleen als je met je kop boven het maaiveld uitsteekt, maar ook als je met je kop het maaiveld vervangt. Je gunt het je ergste vijand niet. Het trekt een enorme wissel op me, vooral omdat er tegelijk wel verwacht wordt dat ik er weer lig, komend weekend, in die stadions. Ik moet wel gewoon presteren, verdomme!’

Er zijn mensen die zeggen: kunstgras an sich is prima, maar op dit moment is het nog niet goed genoeg ontwikkeld.
‘Daar kan ik niks mee. Ik ben niet an sich en ik ben ook niet van plan het te worden. Er is altijd ruimte voor verbetering, daar werk ik iedere dag aan. Maar zeggen dat ik op dit moment nog niet voldoe, is waanzin. Want: waaraan dan?! Aan de eisen van een stel seniele senioren die ijlen over de geur van gras. Afleidend geleuter, alsof het bij gras om de geur gaat. U merkt, meneer Heinen: het gaat me aan het hart.’

Wanneer wordt uw positie als ondergrond in het Nederlandse voetbal onhoudbaar?
‘Als ik geen vertrouwen meer voel van de mensen die mij her en der hebben neergelegd. En van hen krijg ik gewoon heel veel goeie feedback. Wat de media zeggen, is in feite volstrekt oninteressant. Maar ik ben ook maar een lapje gras, het raakt me natuurlijk wel.’

Komt er een dag dat u niet meer te onderscheiden bent van echt gras?
‘Komt er een dag dat u niet meer te onderscheiden bent van de dorpsomroeper?’

Dank voor dit gesprek.
‘Kunt u mij een lift geven? Ik heb een afspraak bij Natuurmonumenten voor een mega- order.’