Spring naar de content

Royalactine: wie is er niet groot mee geworden?

Royalactine in koninginnegelei verlengt niet alleen het leven van bijenkoninginnen, maar ook van rondwormen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door EOS Wetenschap

Koninginnegelei is het mengsel waarmee honingbijen hun larven voeden. De larve die zal opgroeien tot toekomstige koningin, krijgt er veel meer van dan de andere larven. Ook tijdens de rest van haar leven krijgt de koningin – in tegenstelling tot de andere bijen – koninginnegelei te eten. Vermoedelijk leeft een koningin dankzij dit mengsel van water, eiwit, suiker, vet en verscheidene vitamines, mineralen en hormonen veel langer dan een werkbij: ongeveer vijf jaar tegenover enkele maanden.

Onderzoekers ontdekten al eerder welk eiwit in koninginnegelei precies verantwoordelijk is voor de koninginnevorming: ze doopten het stofje in 2011 royalactine. Maar of royalactine ook de oorzaak is van de lange levensduur van koninginnen was tot nu toe onduidelijk.

Toen onlangs werd aangetoond dat royalactine ook de fruitvlieg Drosophila melanogaster langer liet leven, besloot de Belgische onderzoeker Wouter De Haes uit te zoeken of het eiwit ook bij andere organismen dan insecten de levensduur zou kunnen verlengen. Hij gaf het stofje aan de rondworm Caenorhabditis elegans en stelde vast dat ook die twintig tot dertig procent langer bleef leven. Bovendien bleef het wormpje ophoge leeftijd veel beweeglijker, wat bewijst dat het beestje niet alleen ouder werd, maar ook langer gezond bleef. De Haes ontdekte verder dat zowel de epidermale groeifactor LIN-3 als zijn receptor LET-23 in dat proces een cruciale rol spelen.

Onderwerpen