Spring naar de content

Het geweten van Jan van Veen

Als volgende maand in Tsjeljabinsk – een stadje met een rijke sportcultuur, en je kunt er ook nog prima borsjt eten – de Europese Kampioenschappen Allroundschaatsen van start gaan, zit Jan van Veen thuis, in een Fila-trainingspak.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Jan van Veen wil niet naar Tsjeljabinsk. Dat heeft niks met de baan te maken, of met zijn schaatsers die een rustperiode willen inlassen, of omdat hij tot een dieper inzicht wat betreft schaatsen in het licht van de eeuwigheid is gekomen, maar omdat het ‘niet goed voelt’.

Een gewetensdingetje
Tsjeljabinsk ligt in Rusland en Jan van Veen heeft helemaal geen zin om te gaan sporten in een land waar journalisten worden omgelegd, homo’s stelselmatig worden gediscrimineerd en af en toe een landje aan het rijk wordt toegevoegd.
Je kunt, aldus Jan van Veen, wel blijven volhouden dat sport en politiek niets met elkaar te maken hebben – een misverstand dat vooral leeft bij sporters die naar een dictatuur afreizen en wat minder bij sporters die betere topsportregelingen eisen – maar dat is natuurlijk je reinste quatsch en Jan van Veen is een van de eerste mensen uit de Nederlandse sportwereld die dat toegeeft: sport is het beste propagandamiddel dat een politicus zich kan wensen.
(Misschien is het goed om de foto van het drinkgelag van Willem-Alexander, Maxima en Poetin op te rakelen. Sommige dingen kunnen niet vaak genoeg opgerakeld worden).

Je kunt natuurlijk van alles inbrengen tegen wat Jan van Veen zegt, maar niets wat ook daadwerkelijk hout snijdt: Jan van Veen had geen punt, maar een heel A4’tje vol punten.
Ik ken Jan van Veen niet – wie hem googelt, komt in eerste instantie bij de Candellight-presentator met dezelfde naam terecht, maar hij is schaatscoach bij Corendon – en Poetin zal ook niet onmiddellijk in de war zijn geraakt door deze eenmansboycot. Dat wist Jan ook wel: ‘De wereld zal zeker niet veranderen en verbeteren omdat Jan van Veen niet gaat.’

Wat heeft het dan voor zin, dat Jan thuis blijft in januari? En moet je sporters die het hele jaar trainen om uit te blinken in Tsjeljabinsk – erg genoeg eigenlijk – niet gewoon met rust laten als het op mensenrechten aankomt?
Een gewetensdingetje?’ vroeg de verslaggever.
‘Een gewetensdingetje,’ herhaalde Jan van Veen.

Twee dagen na de bekendmaking van de Grote Jan van Veen-boycot vertelde Camiel Eurlings bij de NOS over de “Olympische beweging”, die in Monaco bezig was om de Spelen wat minder belachelijk te maken.
Hij glom als vanouds, Camiel, zijn gezicht glansde als dat van iemand die zich verbijsterd afvraagt waar hij het (of: wat hij er) zo kort na het neerstorten van zijn KLM-carrière toch allemaal aan heeft verdiend. (Antwoorden: nergens aan / vreselijk veel).
Het Nederlandse IOC-lid stond op de kade, de zeewind speelde met zijn krullen.
Volgens hem was het belangrijk dat zoveel mogelijk landen de Spelen moesten kunnen organiseren. Met andere woorden: er was geen animo meer en daarom waren de kosten een beetje gedrukt.

Mensenrechten en rondetijden
Wat Camiel van Jan van Veen vond, werd niet gevraagd – al vermoed ik dat Camiel Eurlings het hebben van een geweten vooral als een prijzige hobby beschouwt; met name in het onderhoud kunnen de kosten enorm oplopen.
En of Camiel nog iets aan de mensenrechten ging doen? Het was tenslotte zijn organisatie die de Spelen aan Peking en Sotchi had toebedeeld.
‘Wij gaan die mensenrechten nog veel steviger neerzetten.’
Nog steviger, toe maar. Hij leek wel een activist. Slechts het niksige ‘neerzetten’ verraadde dat we hier met een oud-politicus te maken hadden.

marrit leenstra test
Marrit Leenstra

Met gewetensdingetjes moet je topsporters en bestuurders natuurlijk in principe niet lastigvallen. Gewoon scherpe rondetijden neerzetten, en medaillespiegels, en – als er tijd over is – wat mensenrechten.
Nou ja, Marrit Leenstra overwoog ook thuis te blijven en Ireen Wust had opeens post-Olympische twijfels over haar omhelzing met Poetin.
Die twijfel was zichtbaar en het was prettig om te zien. Immers, de twijfel en de waarheid wonen in dezelfde straat.
Godzijdank bleef de zin ‘sport en politiek hebben niets met elkaar te maken’ voorlopig achterwege. Ook dat was pure winst. Dat had Jan van Veen toch maar mooi neergezet.