Na de casino-indiaan nu ook de wiet-Winnetou?
Het wietbeleid in de Verenigde Staten is aan flinke veranderingen onderhevig. In 2013 beten de staten Washington en Colorado de spits af met legalisering van cannabis, eerder ‘decriminaliseerde’ Californië het gebruik al. Jongste telg in de vooruitstrevende familie zijn Oregon, Alaska en Washington D.C, waar ook gestemd werd voor legalisering van cannabis.
Met het gestaag groeiende aantal staten, groeien ook de vragen over het nieuwe beleid en mogelijke uitzonderingen daarop. Voor de oudste bewoners van Amerika, de indianen, was het namelijk nog niet duidelijk of zij ook binnen die nieuwe wetgevingen vallen, aangezien hun reservaten in veel zaken soeverein zijn.
Maar inmiddels heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof beslist dat de wietwetten die in de staten van kracht zijn, ook gelden voor de reservaten. Dus mogen de oudste bewoners van Amerika de vredespijp weer opgraven en wiet verbouwen, verkopen en consumeren. Mits dat in hun staat toegestaan is.
Maar er is wel één groot verschil met het beleid in de staten, en dat kan de indianen potentieel rijk maken. Indianen mogen namelijk hun eigen belastingen heffen. Bekend voorbeeld zijn de lucratieve casino’s in de reservaten, die ervoor zorgen dat de stammen miljarden aan belastingvrije dollars binnenharken.
Eenzelfde voordeel zou kunnen gelden voor de verkoop van marihuana. ‘Stammen die marihuana verkopen zullen waarschijnlijk niet vallen onder staatsbelasting en lokale belastingen’, schrijft de Washington Post. In een staat als Washington, waar belastingen al gauw zo’n 25 procent van de prijs van wiet uitmaken, tikt dat aardig aan.
Maar binnen de tribale gemeenschappen is er vooralsnog weinig animo. En dat is begrijpelijk. Vrijwel alle stammen worstelen met armoede en middelengebruik, dat toegeschreven wordt aan het verlies van hun identiteit en een eeuwenlange onderdrukking. In sommige reservaten is alcohol zelfs verboden, in een wanhopige poging van de chiefs (en dus niet de Amerikaanse regering) om het wijdverbreide alcoholisme tegen te gaan.
De aanwezigheid van een nieuw roesmiddel is de indiaanse leiding een doorn in het oog. Een voorman van de Klamath-stam uit Oregon waarschuwt zijn broeders en zusters dat er ‘opgepast moet worden voor de mogelijke gevolgen wanneer zoiets de gemeenschap binnengebracht wordt.
De stammen lopen daarbij ook niet echt warm voor het verkopen en produceren van marihuana. Naar verluidt zijn er pas drie stammen (in Californië, Washington State en de midwest) die enige interesse toonden in de potentieel lucratieve wietbusiness. Voordat de gemiddelde Amerikaan zijn SUV pakt en naar zijn lokale medicijnman in het dichtstbijzijnde reservaat rijdt voor een jointje, zal er dus nog heel wat water door de Mississippi stromen.
