Spring naar de content

De Grote Verkiezing van het Minst Memorabele Moment van Wielerjaar 2014

Het Wielerjaar 2014 zit er alweer een tijdje op: een prachtig jaar, met schitterende hoogte- en droeve dieptepunten. Memorabele momenten, maar ook talloze momenten die de moeite van het onthouden nauwelijks waard waren. Hier volgt een Top-5 van de Minst Memorabele Momenten van het Wielerjaar 2014.
Omdat wat sommige dingen die geweest zijn, er eigenlijk niet eens echt zijn geweest.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

1. De 32e plaats van Jetse Bol in de Druivenkoers
De Nederlandse renners behaalden nooit eerder zoveel overwinningen. Van Australië tot China en van Parijs tot Roubaix. Voor het eerst sinds meer dan een decennium won er weer een Nederlander een klassieker en voor het eerst sinds negen jaar won er weer iemand van Dietschen bloed een etappe in de Tour. En dan hebben we het nog niet eens over de ereplaatsen in de verschillende klassementen, de derde plaats op het WK Tijdrijden of een Girorit.

In al die euforie zijn we nog wel eens geneigd te vergeten dat er ook verre ereplaatsen waren. De 32e plaats van Jetse Bol in de vergeten Vlaamse eendagswedstrijd De Druivenkoers is er zo een. Het wielrennen zit vol met 32e plaatsen, iedere dag eindigt er wel ergens een renner 32e. Voor de nummer 32 zijn geen medailles, geen misskussen, geen interviews aan de meet. De nummer 32 moet naar huis, naar een donker en koud huis en daar moet hij zijn moeder of z’n vriendin bellen om te zeggen dat hij 32e is geworden.
En dat de ander dan vraagt: ‘Hoeveel deden er mee?

2. De allerminst epische weersomstandigheden in de eerste etappe van de Tour de France
De meest legendarische wielerkoersen worden in hondenweer verreden. Meestal stormt het op een wijze die meneer Beaufort met z’n schaal ook niet had kunnen voorzien, komt de regen letterlijk met bakken tegelijk uit de hemel (ik bedoel: naast regen komen er ook verschillende bakken uit de hemel) en tegelijk is de gevoelstemperatuur meer dan tien graden onder nul. Of het is juist zo heet dat het asfalt smelt, bossen spontaan in brand vliegen en het rennerszweet als smeltwater langs de berg naar beneden loopt.

Steeds vaker worden er echter ook wedstrijden gereden als het saai weer is. Gewoon: een graad of veertien, wat wolken, windstil en niets om je druk om te maken. Om dat te voorkomen startte de Tour dit jaar in Engeland, waar het immers altijd zeikt van de regen. Maar helaas: weinig memorabel weer genoteerd.

3. De niet-valpartijen van Johnny Hoogerland in talloze wedstrijden.
Ik ontmoette Johnny Hoogerland een tijdje geleden op een wielercafé in Oss. Ik was nog nooit in een wielercafé geweest en wist niet wat ik me erbij voor moest stellen. Het bleek een theatertje met driehonderd ernstig kijkende Brabanders, een open bar en een onvoorwaardelijke liefde voor de fiets te behelzen.

Johnny Hoogerland werd geïnterviewd. Het ging over zijn jaar in Italië (op de longlist voor Minst Memorabele Wielerjaar), zijn stap naar een nieuwe ploeg en over De Val.
Iedereen heeft het met Johnny Hoogerland altijd over De Val.
Sinds De Val is Johnny Hoogerland al eindeloos vaak NIET gevallen, maar dat wordt altijd maar onder het tapijt geschoven. Niet memorabel. Jammer.

4. De eerste 254 kilometer van Luik-Bastenaken-Luik
La Doyenne. De moeder aller klassiekers. De zwaarste aller eendagswedstrijden. Luik-Bastenaken-Luik is – Michel Wuyts, oren toe – de Amstel Gold Race van de Ardennen geworden. Er wordt wat aangevallen, er wordt wat gelost, maar veel heeft het allemaal niet om het lijf. Het gaat om de slotklim, het gaat om de laatste vijf kilometer. Die maken dan ook alles goed. Meestal. Maar toch: het blijft een eindeloze snelwandeling met een honderd meter sprint aan het eind. En Usain Bolt die dan vlak voor de finish struikelt over z’n veters.

5. De ongemakkelijke stiltes tussen Michel Wuyts en Jose de Cauwer.
Kan ik me niet herinneren. En toch: ze moeten er geweest zijn.