Spring naar de content

Dramafilm ‘The Theory of Everything’ vertelt het sprookje van Stephen Hawking

‘Het wordt geen strijd, maar een zwaar verlies,’ wordt Jane Wilde (vertolkt door Felicity Jones) verzekerd in The Theory of Everything als zij besluit haar leven te wijden aan de liefde van haar leven: Stephen Hawking. Hij heeft een progressieve zenuwaandoening, en heeft hooguit nog twee jaar te leven.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Kevin van Vliet

Desondanks stapt ze met hem in het huwelijksbootje, schenkt ze hem drie kinderen, en zorgt ze voor hem tot zijn zeldzame ziekte hem heeft getransformeerd tot de verlamde natuurkundige in de rolstoel met de gekke robotstem. Een transformatie waarvoor acteur Eddie Redmayne (die Hawking vijf dagen voor de filmopnames ontmoette) een staande ovatie verdient.

Het scenario van The Theory of Everything is gebaseerd op de autobiografie van de enige echte Jane Hawking, Traveling to Infinity: My Life with Stephen, een revisie van een eerdere autobiografie die ze in 1999 schreef, vlak nadat zij scheidde van Stephen Hawking, en beiden hertrouwden.

The Theory of Everything begint in 1963. Een kwieke en ogenschijnlijk kerngezonde Hawking studeert aan de prestigieuze universiteit in Cambridge. Hij speelt croquet, luistert naar Wagner, en is veruit de beste van zijn natuurkundeklas. Aldaar ontmoet hij de toekomstige mevrouw Hawking. Zij is het type dat graag danst op feestjes, hij is het type dat de dansvloer graag vanaf de zijlijn observeert. Maar voor haar maakt hij een uitzondering.

De film jaagt romantiek na. Een eerste zoen op een verlichte brug, een verliefde middag aan de rivieroever, en zelfs Hawking’s desastreuze struikelpartij op de universitaire binnenplaats die zijn aftaklingsproces inluidt. Met het gebruik van dramatiserende slow-motion, een immer warme lichtval en de hartverwarmende pianomotieven van componist Johánn Johánnsson proeft elke scène als een zoet taartje. En dat werkt, want op meerdere momenten zal de film de kijker ontroeren.

Het succesvolle emotionele effectbejag is te danken aan de hoofdrolspelers. Eddie Redmayne (hij ontving recent al een Golden Globe, en lijkt hoge ogen te gooien bij de Oscar-uitreiking) zet een sympathieke Hawking neer, die met intellect en humor leert accepteren dat hij zijn zoontje nooit Mozart zal kunnen leren spelen op de piano. Felicity Jones (genomineerd voor een Golden Globe) vertolkt Hawking als een overwerkte huisvrouw die heimelijk smacht naar een normaal leven, maar door het vuur gaat voor manlief.

En dat wierp, zoals wij inmiddels weten, zijn vruchten af. Hawking behaalde zijn doctorstitel met een proefschrift over singulariteit, en werd later wereldberoemd met zijn populairwetenschappelijke werk A Brief History of Time, waarin hij onder meer zwarte gaten, de oerknal en het begin van tijd op eenvoudige wijze beschreef.

Tijd is een thema dat regisseur James Marsh frequent opvoert in de film. Natuurlijk is tijd de belangrijkste component van ieder verhaal, maar Marsh herinnert zijn kijker constant aan het lopen van de klok door veelvoudig te concentreren op roterende bewegingen. Die van de klok, die van de rolstoelwielen en die in een doorgeroerd koffiekopje. Dat kopje koffie bezorgt Hawking overigens een eurekamoment in zijn denken over zwarte gaten. De focus van cameraman Benoît Delhomme op handen, armen, voeten, benen herinnert de kijker eveneens constant aan het tragische gegeven dat Hawking nooit meer zo vitaal zal fietsen door de straten van Cambridge, zoals hij deed in de openingsscène. 

The Theory of Everything is een dramafilm die staat als een huis door de innemende vertolkingen van Eddie Redmayne en Felicity Jones. Vertolkingen die bovendien overigens door meneer en mevrouw Hawking zelf zijn bejubeld. Het erkennen van verlies was geen optie, en de strijd werd gewonnen. En The Theory of Everything vertelt hierover zoals een sprookje dat zou doen.