Spring naar de content

Bewezen: kans op oorlog groter in olierijke landen

Er gaan veel cynische stemmen op wanneer een land als Amerika zich mengt in een burgeroorlog. Het zou om eigen gewin gaan, en met name om olie. Onderzoek gepubliceerd in de Journal of Conflict Resolution wijst uit dat er inderdaad een correlatie te vinden is tussen het ingrijpen in oorlogen en de hoeveelheid olie die te vinden is in het land waar het conflict heerst.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Iris Verhulsdonk

Burgeroorlogen zijn op dit moment de meest voorkomende conflictvorm in de wereld. 90 procent van de huidige gewapende conflicten zijn burgeroorlogen. En in twee derde van alle burgeroorlogen tussen 1945 en 1997 werd er ingegrepen door een derde partij, een land of een organisatie.

Economen hebben nu onderzocht of die inmenging te maken heeft met olie, en het antwoord is volmondig ‘ja’. Er wordt meer ingegrepen door partijen die meer olie importeren, en in conflictgebieden die olie bezitten. De onderzoekers kwamen tot deze conclusie door het ingrijpen te analyseren aan de hand van een vraag-en-aanbodmodel. Hieruit bleek dat een land dat ingrijpt vaak gebaat is bij vrede in een bepaald gebied. Hier draait het niet om het zelf toe-eigenen van het gebied of de olie, maar om het effect dat een oorlog heeft op de export van olie en de olieprijzen.

De onderzoekers benadrukken dat hoewel hun onderzoek deze claim empirisch ondersteunt, niet aangenomen mag worden dat olie de enige reden is om over te gaan tot ingrijpen. Ook andere factoren, met name strategische, spelen mee bij het al dan niet overgaan tot actie. De kans dat de oorlog uitvalt in het voordeel van het ingrijpende land is ook een grote factor in de beslissing.

De ‘dorst naar olie’-claim blijft simplistisch en incorrect, volgens de onderzoekers. Ze stellen echter dat de enige mogelijkheid om dit soort cynische claims te nuanceren, is door er diepgaand onderzoek naar te doen.