Amerikaanse overheid komt met discutabele regulering van handel op de maan
Amerikaanse bedrijven worden door de regering van de VS aangemoedigd om aanspraak te maken op delen van de maan. De territoriumclaims worden behandeld via een licentieprocedure van de Federal Aviation Administration (FAA) die tot nu toe alleen werd gebruikt voor het aanvragen van raketlanceringen.
Ruimteverdrag
In een brief aan het Amerikaanse bedrijf Bigelow Aerospace, dat van plan is een maanbasis te bouwen, laat de FAA weten dat het op die manier investeringen uit de private sector naar de sector voor ruimtevaarttechnologie wil aantrekken. In de praktijk betekent dat de Amerikaanse overheid toestemming geeft aan Bigelow om zijn basis op te zetten op de maan, en dat het bedrijf vervolgens eigendomsrecht heeft op het territorium en op alle grondstoffen die het besluit uit de grond te halen.
De toezegging van de Amerikaanse overheid druist lijnrecht in tegen het Ruimteverdrag dat in 1967 door de Verenigde Naties is opgesteld. Daarin staat dat overheden toezicht moeten houden op alle non-gouvermentele organisaties die actief zijn in de ruimte, dat alle nationale claims op objecten in de ruimte verboden zijn en dat ruimteverkenning in het voordeel van alle landen moet zijn.
Wilde Westen
Ondernemers in de ruimevaartsector juichen de maatregel van de Amerikaanse overheid toe. Volgens hen is het hard nodig dat ruimteactiviteiten beter gereguleerd worden. “Het is op het moment echt het Wilde Westen daar qua mentaliteit,” zegt John Thornton van de ruimtevaart start-up Astrobotic.
Ook Robert Bigelow, de eigenaar van Bigelow Aerospace, is blij met de maatregel. “De brief van de FAA betekent niet dat er eigenaarschap van de maan bestaat. Het betekent gewoon dat anderen niet bovenop je kunnen landen, of bovenop het terrein dat je aan het verkennen bent.”
Naar verwachting zullen in de nabije toekomst meer bedrijven aanspraak maken op delen van de maan, en op de materialen die ze meenemen naar de aarde.
