Spring naar de content

Zon, zee en vechtsporten. Bokstoerisme in Thailand

Vechtsporten zijn populair. Zo populair dat Nederlanders het steeds vaker combineren met een zonvakantie. Zoals bij Superpro Samui, een thaibokskamp op het Thaise eiland Koh Samui.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

No!” schreeuwt Charoon. “No, not good. Hundred again.” Een kleine dertig man, voornamelijk westerlingen, moet aan het eind van de twee uur durende training nogmaals honderd keer knieën tegen de bokszak. Zwetend, puffend, hardop tellend. Dat laatste moet van Charoon, want anders kunnen ze wéér opnieuw beginnen. En alles wat hij zegt, is hier wet. Charoon is namelijk de hoofdtrainer van Superpro Samui, een thaibokskamp op het tropische eiland Koh Samui. Aan het eind van de training houdt hij een praatje. “Ik geef alles, dus ik verwacht ook van jullie dat jullie alles geven.” Daarna worden alle acht trainers die er vandaag zijn één voor één door alle leerlingen bedankt. “All respect to the trainers”, noemen ze dat in Thailand.

Waar tot zo’n tien jaar geleden voornamelijk wedstrijdvechters Thailand bezochten om fijne kneepjes van de nationale volkssport Muay Thai te leren, is die groep vandaag de dag uitgegroeid tot een bonte mix. “Er komt hier echt van alles”, zegt Robbie Timmers (35), de Nederlandse manager van Superpro Samui. “De absolute wereldtop komt hier om zich voor te bereiden op belangrijke wedstrijden, maar ook mensen die met hun kinderen op vakantie zijn en hier voor het eerst de handschoenen aantrekken zie je bijna dagelijks.”

De juiste richting
De 36-jarige Anouk Kruijff uit Amsterdam, werkzaam in de financiën, zit na de training nog even uit te hijgen“Het gaat er tijdens de lessen serieus aan toe, er wordt hier echt hard getraind”, zegt ze. Kruijff doet in Nederland sinds anderhalf jaar aan kickboksen. “Maar alleen op de zak. Ik sla liever geen mensen.” Ze combineert haar vakantie op Koh Samui met yoga en thaiboksen. “Om mijn conditie op peil te houden en om techniek bij te leren. Het is extra leuk dat het in Thailand is, het land waar de sport vandaan komt.” In een van de vier ringen even verderop zitten Anouar Belkayed (39), Mohamed Adroun (38) en Danny Manupassa (35) na te praten en uit te zweten. De drie vrienden, allen ervaren vechtsporters, uit Nijmegen en Bergen op Zoom zijn een week in Thailand om te trainen. Belkayed kwam als thaibokser uit op het hoogste niveau, maar is inmiddels gestopt met het vechten van wedstrijden. “Maar ik hou van de sport en blijf gewoon trainen. Daarom ben ik nu ook in Thailand. Dat het weer hier altijd goed is, er prachtige stranden zijn en je lekker kan eten is mooi meegenomen.” Adroun heeft in Nijmegen een eigen vechtsportschool. Tijdens bepaalde oefeningen maakt hij opnames. “Vooral tijdens het clinchen. Daarin zijn de Thai echt meesters en kunnen wij veel leren. Ik wil dat gaan toepassen tijdens mijn eigen lessen in Nederland.” De 21-jarige Appie uit het oosten van het land is alleen naar Thailand afgereisd, zonder enige vechtsportervaring. Hij hoopt dat zijn bezoek van een maand aan het thaibokskamp hem kan helpen om hem ‘de juiste richting’ op te sturen. “In Nederland was ik altijd stoned en zo. Dat wil ik niet meer. Ik wil wat nuttigs doen met mijn leven.” Tijdens zijn eerste training bij Superpro moest hij al na een kwartier afhaken door  gebrek aan conditie. Inmiddels maakt hij de twee uur af en denkt hij erover om af en toe ook de ochtendtraining mee te pakken.

Blauwe schenen
Timmers zegt dat de sport aantrekt omdat het spectaculair is om te zien. “En de maatschappij wordt steeds harder. Mensen zoeken iets om zich te verdedigen. Ergens diep van binnen is iedereen een vechter, en dat hoeft niet fysiek te zijn. Daarnaast is het ook een van de beste manieren om fit te worden en zelfvertrouwen te kweken.” Hij wijst een Franse jongen aan die al een jaar in Thailand traint. “Die sprak in het begin met niemand, hij was heel verlegen. Maar inmiddels maakt hij regelmatig een praatje met anderen.” Wie niet als verlegen jongen is binnengekomen, is Andy uit Engeland. Hij zit sinds zeven maanden intern bij Superpro en leeft van het geld dat hij verdient met het vechten van wedstrijden. Hij laat zijn schenen zien aan Charoon, die nogal blauw zijn. “Morgen alleen boksen en niet trappen.” Charoon lacht vervolgens, geeft de Brit een tik op de schouder en loopt weer weg.

“Ik hoop dat ik zaterdag gewoon kan trappen”, zegt Andy bezorgd, terwijl hij naar een poster wijst waarop behalve zijn eigen gezicht ook dat van zijn aankomende en gevaarlijk kijkende, tegenstander is te zien. Als er een vrouw langsloopt die net uit de fitnessruimte komt zegt hij: “Hello love, ik moet zaterdag vechten. Kom je kijken?”

Dit is het eerste deel van een tweeluik over vechtsporttoerisme door sportjournalist Rasit Elibol.