Spring naar de content

Meisje en moordenaar: Laura Cnossen (21) fotografeert Richard Klinkhamer

HP/De Tijd Expo geeft jonge kunstenaars een podium om hun werk te tonen. Waarom? Omdat er veel moois wordt gemaakt én om uw ogen te verwennen. Deze week: Laura Cnossen uit Utrecht.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Laura Cnossen (Oosterwolde, 1993) is derdejaars student Fotografie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Op dit moment werkt ze, naast andere (school)opdrachten, aan het project over schrijver-moordenaar Richard Klinkhamer.

Over haar werk
“De eerste vraag die mensen aan mij stellen als ik zeg dat ik regelmatig bij Richard Klinkhamer op bezoek ga, is: ‘Ben je dan niet bang?’ Nee, ik ben niet bang. Ik ben ervan overtuigd dat de moord op zijn vrouw Hannie (Richard Klinkhamer vermoordde zijn vrouw Hannie in 1991, begroef haar in de tuin en schreef er het boek Woensdag gehaktdag over – NM) een incident is geweest. Er was ruzie, de emoties liepen hoog op en toen gebeurde het. Meer niet. Ik heb niets van hem te vrezen. Hij vindt het altijd een feestje als ik bij hem op bezoek ga. Laatst zei hij wel dat als ik een man was geweest hij me allang had weggestuurd. Nu heeft hij, zo zei hij het tenminste, ook nog iets leuks om naar te kijken. Dat is de reden dat hij me tolereert in zijn leven denk ik. Hij krijgt niet vaak bezoek, dus altijd als ik kom is het feest.”

“Ik ken Richard Klinkhamer via fotografe Ilvy Nijokiktjien. Ik heb meegewerkt aan haar fotoboek Slagroomtaart en slingers, waarin ze honderd verjaardagen portretteert. Ik ging uit nieuwsgierigheid mee. In eerste instantie was ik nogal overweldigd door zijn huis: overal hangen foto’s, het is als het ware een grote collage. Hij was wel ontzettend aardig tegen ons, hij was blij met ons bezoek. Dat is hij nog steeds, iedere keer dat ik hem bezoek. Sinds afgelopen zomer hebben we bijna iedere week contact. Soms ga ik bij hem langs om foto’s te maken, soms spontaan een paar uurtjes om wat met hem te praten. Richard Klinkhamer schrijft nog steeds. Het eerste wat hij doet als ik bij hem kon is zijn laatst geschreven korte verhaal aan mij voorlezen. Na eentje vraagt hij altijd: “Je hebt wel even tijd toch?”, en dan komt de volgende. Laatst zaten we in de trein naar Rotterdam – we gingen kijken naar de tentoonstelling van Ilvy’s verjaardagen – en heeft hij mij een verhaal voorgelezen over zijn jeugd. Hij had het over kokosmatten, zwijntjesjagers. Hij zag aan me dat ik bepaalde woorden niet begreep – ik wist bijvoorbeeld niet dat een zwijntjesjager een fietsendief is. Daar heeft hij later ook nog weer een verhaal over geschreven: hoe hij aan mij kon zien dat ik bepaalde woorden niet begreep, omdat ik dan mijn wenkbrauw optrok.”

“In eerste instantie ben ik hem fotograferen omdat ik hem interessant vind. Hij leeft als een soort kluizenaar, gaat geen banden meer aan met mensen zodat hij na zijn overlijden ook niemand achterlaat. Ik wilde weten hoe hij leeft, hoe hij boodschappen doet, hoe hij de was doet… Ik wilde hem kortom beter leren kennen. Ik heb hem ook geportretteerd met een grootformaatcamera uit de jaren dertig. Ik hoop dat deze portretten, in combinatie met de foto’s van Richard Klinkhamer in het vreemdelingenlegioen en de foto’s van zijn interieur, de kijker aanzetten om zelf in te vullen wie de man is naar wie je kijkt. Ik vind dat hij dat verdient. Het is natuurlijk verschrikkelijk wat er is gebeurd, maar niet alle mensen zijn alleen maar goed of alleen maar slecht. Samen met Job van Rijn en Tom Jager heb ik een (nog niet gepubliceerd) boek gemaakt over hem gemaakt: De straat weet het wel, verwijzend naar een briefje dat hij kreeg toen hij in zijn huidige huis in de Jordaan kwam wonen. Daarop staat: ‘Wij zijn niet bang de straat weet het wel en zijn op onze hoede moet je nog een schep hebben voor het volgende slachtoffer we weten wie er woont en zijn er niet blij mee.’ Het boek is af, maar ik ben nog niet klaar. In principe ga ik door tot hij overlijdt; het lijkt me prachtig om zijn gezicht door de jaren heen te zien veranderen. Het zou mooi zijn als er aan het einde een verloop te zien is van zijn oude dagen. Tot die tijd blijf ik wekelijks contact met hem houden. En bang hoef ik niet te zijn, want: ‘De straat weet het wel.’”

Meer werk van Laura Cnossen vindt u hier.

HP1 HP2 HP3 HP4 HP5 HP6HP8 HP9 HP10HP7

Ben je een jonge kunstenaar (student of pas afgestudeerd) en heb je tien kunstwerken die je in Expo wilt tonen? Neem contact met ons.

Onderwerpen