Spring naar de content

De dag dat Rafael van der Vaart een balletje sloeg met Boris Becker

De favoriete tennisser van Rafael van der Vaart is Roger Federer. Dat weet ik omdat we jaren geleden samen op bezoek waren bij Boris Becker in Wimbledon. Becker is de favoriete tennisser van Van der Vaart uit zijn vroege jeugdjaren. Het zou uiteindelijk een van de mooiste reportages opleveren voor de eenmalige glossy Rafael, al was het alleen maar omdat Becker ons rondleidde op het legendarische tennispark en later, bij hem thuis, heerlijke champagne serveerde.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Mark van den Heuvel

“Federer is mijn favoriet”,  zei Van der Vaart tegen Becker. “Ik ben geboren met een talent om te voetballen, dat heb ik nooit gecultiveerd. Dat geldt ook voor Federer, denk ik. Hij is een natuurtalent. Nadal moet er hard voor werken, dat zie je, hij is een beetje de Dirk Kuijt van het tenniscircuit. Maar bij Federer gaat alles vanzelf, heel smooth.” Becker: “Federer is misschien wel de meest getalenteerde tennisser ooit. Hij is al redelijk oud voor een tennisser, maar je ziet het niet aan hem af. Komt ook omdat hij heel licht op z’n voeten staat, zoals een balletdanser welhaast.”

Niet geïnteresseerd
En toen moesten de foto’s nog gemaakt worden. Een sessie die ik nooit meer zal vergeten. Het was onder leiding van de mee naar Londen gereisde Martin Dijkstra, misschien wel de beste creatieve fotograaf van Nederland. Eenmaal aanbeland op Wimbledon – Becker woont letterlijk op een steenworp afstand van het tennispark, samen met zijn Nederlandse vrouw Lilly en zoontje Amadeus – sloeg Becker een arm om de schouders van Van der Vaart en zei tegen Dijkstra: “Ik denk dat je ons hier wel wil fotograferen.” Ze stonden aan de rand van het centre court, de voormalige Wimbledon-kampioen en de toenmalige sterspeler van Tottenham Hotspur. Dijkstra, op zijn beurt, wekte absoluut niet de indruk dat hij een foto wilde maken. Sterker nog, hij zei tegen Becker: “In zulk soort fotografie ben ik dus absoluut niet geïnteresseerd.”

Rollebollen 
Becker en Van der Vaart keken elkaar vol verbazing aan en ik dacht: met wat voor een vreemde snuiter hebben ze me nu weer op pad gestuurd? Dijkstra droeg een driedelig kostuum, inclusief hoed. Had ik dat al gezegd? De fotograaf trok zich nergens wat van aan, zakte op zijn knieën naast het centre court dat we onder geen enkel beding mochten betreden en begon het heilige Wimbledon-gras minutieus te fotograferen, decimeter voor decimeter. Lang nadat Becker ons over het tennispark had rondgeleid, lag Dijkstra nog steeds op het gras met zijn camera, het vergde zelfs enige overtuigingskracht om de foto-artiest weer  mee te krijgen. Alles bij elkaar lag hij meer dan een uur op het gras te rollebollen. Wat hij van plan was? Ik tastte in het duister.

Toen we ons een uurtje later, thuis bij Boris en Lilly, gereed maakten voor een lichte lunch zei Dijkstra tegen Becker en Van der Vaart: “Oké, jullie mogen je wat mij betreft nu gaan omkleden.” De voormalige Wimbledon-kampioen en de voetballen reageerden opnieuw tamelijk verbouwereerd. “Maar we komen toch net van Wimbledon”, pruttelde Becker, maar Dijkstra was onverbiddelijk. Omkleden nu en snel een beetje want anders is het licht niet goed meer. Hij wees naar de lucht. Ze deden, een beetje tot mijn verbazing, onmiddellijk wat hij zei.

Bedoeling
Binnen enkele minuten stonden Becker en Van der Vaart in de voortuin van casa Becker. Van der Vaart droeg een zwarte broek en een wit tennisshirt, Becker verscheen in trainingsbroek. Ze hadden allebei een tennisracket in hun hand. “Oké, wat is de bedoeling?” vroeg Becker, die zijn geduld nu echt een beetje begon te verliezen. De bedoeling was dat ze een balletje zouden slaan, zo goed en kwaad als dat ging in een niet zo heel erg grote voortuin. Becker gaf zogenaamd aanwijzingen en Van der Vaart wrong zich in allerlei bochten om de hem toegeworpen ballen te bereiken. Wat opviel was dat hij ook als tennisser een goed gevoel heeft voor de bal. Lilly kwam even kijken en vroeg wat we eigenlijk aan het doen waren. Ik heb geen flauw idee, zei ik, naar eer en geweten. Na amper tien minuten was de fotosessie voorbij. Becker en Van der Vaart mochten zich weer gaan omkleden en even later zaten we eindelijk aan de lunchtafel. In het gesprek dat zich ontwikkelde zei Becker dat hij ooit nog eens voetbalclub wil gaan leiden. Ik dacht: die door Lilly ontkurkte champagne stijgt wel heel vlot naar z’n hoofd.

Fotokunst
Ik had nog altijd geen idee wat Dijkstra nou precies van plan was en ook op de terugweg van Londen naar Amsterdam gaf hij weinig prijs. “Wacht maar tot je het resultaat ziet”, zei hij. Een week later doken de foto’s op in mijn mailbox. Ik wist niet wat ik zag. De twee sessies, op het centre court en in de voortuin, waren als het ware over elkaar heen geplakt. Het beeld (van Becker en Van der Vaart op het centre court van Wimbledon) was niet van echt te onderscheiden. Schaduwen, losse balletjes op het gras, de motoriek van beide heren, alles klopte. Pure fotokunst! Sinds deze foto vind ik Dijkstra de beste fotograaf van Nederland. Met afstand! Als ik Dijkstra bel met de vraag of we de foto mogen gebruiken voor deze rubriek, stemt hij onmiddellijk toe. Dus oordeel u zelf maar. Fraaiere trucage kom je zelden tegen.

Becker is tegenwoordig coach van Novak Djokovic, de nummer één van de wereld. Van het leiden van een voetbalclub is het nog niet gekomen. Federer tennist nog steeds, de transfervrije Van der Vaart is uitgespeeld bij Hamburger SV en gaat deze zomer beslissen waar hij zijn carrière vervolgt. En Dijkstra? Hij werkt tegenwoordig voor multinationals als KLM, ABN Amro, NS en Amstel, lees ik op internet. Kijk, daar ben ik dan weer absoluut niet in geïnteresseerd.

Iedere maand ontleedt Mark van den Heuvel voor HP/De Tijd een sport. Deze maand: tennis.