Spring naar de content

Volkskrant geeft toe: schrijfster racismebrief bestaat niet

Ongeveer een jaar geleden stond de journalistieke wereld op zijn kop vanwege de rel rond Perdiep Ramesar. De Trouw-scribent voerde stelselmatig anonieme bronnen op in zijn artikelen, maar die bleken zo anoniem dat ze niet bestonden. Uit onderzoek bleek dat het nog veel erger was: nadat bronnen die Ramesar wél met naam opvoerde werden gegoogeld bleken die online onvindbaar – iets wat tegenwoordig onmogelijk is voor iemand die actief in de samenleving participeert. De ontslagen Ramesar zit inmiddels zelf in de anonimiteit, maar ook de eindredactie van de Persgroeptitel gaat niet vrijuit.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Vandaag wekte GeenStijl de indruk dat zich een vergelijkbaar geval heeft voorgedaan. De weblog in stijlloos roze plaatste gisteren bedenkingen bij een ingezonden brief in de Volkskrant, afkomstig van ene Fatima Dakmar. Zij was naar een voorstelling van Gerard Cox geweest en beoordeelde hem/zijn grappen als racistisch. De factcheckers van GeenStijl googelden Fatima, maar ze bleek onvindbaar.

Vandaag krijgt de Cox, elf dagen na de racismebrief, een klein podium in de krant. (Nadat hij al per brief in de krant had gereageerd op ‘allochtone Nederlander Fatima Dakmar’, zoals de Volkskrant de aantijgingen ondertekende). “Hij leek nog steeds wat van slag”, stelt Volkskrant-columnist Margriet Oostveen vast, die de 75-jarige Rotterdammer opzocht. De rasartiest legt haar nog maar eens uit waarom hij vindt dat je de typisch Nederlandse angst voor al het nieuwe kunt verlichten door er vrijuit over te praten, zingen, grappen maken.

Wat in de column niet wordt vermeld is dat in diezelfde krant een (soort van) rectificatie wordt geplaatst. In een klein kadertje op pagina 9 lezen viel vanochtend namelijk te lezen dat Fatima Dakmar niet bestaat: “Zij (Fatima – red.) heeft de redactie daarover, ondanks uitgebreide navraag over haar achtergronden, niet juist ingelicht.”

GeenStijl verdenkt de krant van een verzinsel: “Iets van: Ja, wij de Volkskrant hebben haar verzonnen. Of althans… Fatima Dakmar heeft ons voorgelogen over haar naam en wij hebben dat niet goed uitgezocht.” Feit is dat de reactie (de krant rept niet over de echtheid ervan) voor zoete koek is geslikt en de racisme-aantijging richting Cox zijn geplaatst.

Nadat Geenstijl tien dagen later een google-zoekopdracht openbaar maakt, blijkt mevrouw Dakmar ineens wel eerlijk. De ‘Aanvulling en verbetering’ op pagina 9 is echter zo summier dat er nog wel vragen resteren. Is haar echte naam bijvoorbeeld inmiddels wél bij de redactie bekend? De krant stelt immers alleen dat ze een gefingeerde achternaam heeft gebruikt, wat ook kan betekenen dat ze alleen heeft bekend een valse naam te hebben opgegeven. Ook zegt de krant niet of het vindt dat de (eind)redactie verkeerd te werk is gegaan, en of men het achteraf niét had willen plaatsen, daar het nog altijd een anoniem persoon is.