Spring naar de content

Het vrije woord bedreigd

Vorige maand kwam het kabinet-Rutte II trots naar buiten met zijn nieuwe belastingplannen, waar door de regeringspartijen PvdA en VVD maandenlang op was gebroed. Maar je kon het eigenlijk al zien aankomen: zo’n hervorming gaat natuurlijk nooit lukken met twee partijen die qua ideeën over inkomen en het verdelen van geld verder uit elkaar staan dan wie ook.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tom Kellerhuis

Het makkelijkste gedeelte van het gezamenlijke masterplan, 5 miljard euro lastenverlichting voor de Nederlandse burgers, lijkt door de hoogte van het bedrag een enorm cadeau, maar wat is dat nou feitelijk? U als (werkende) burger zult er ietsje van merken in uw portemonnee en uw jaarinkomen met maar liefst 1,5 procent tot maximaal 3 procent zien stijgen. Stel dat u een modaal inkomen van zeg 40.000 euro geniet, dan praten we dus gemiddeld over nog geen 1000 euro bruto erbij. Wat een feest! En daar staat dan nog tegenover dat uw salaris de afgelopen zes jaar waarschijnlijk was bevroren, en dat er in de meeste gevallen al die jaren geen inflatiecorrectie op is toegepast. Per saldo wint u dus eigenlijk niks. Niemand is weliswaar tegen het krijgen van meer centen, dus dit deel van de voorgenomen hervorming zal er na het zomerreces wel doorkomen, dunkt me. Overigens vind ik het dan wel weer raar dat 1 x modaal er procentueel gezien meer profijt van lijkt te gaan hebben dan 2 keer modaal. Maar het blijft goochelen met cijfertjes. Ik zou het ook geen hervorming durven noemen, iedereen die een beetje kan rekenen kan zo’n sommetje maken. Als we aan de onderkant wat meer geven, dan moet de bovenkant er ook wat bij.

Deel twee van het plan echter behelsde de onzalige verhoging van het lage btw-tarief van 6 procent naar 21 procent. Het algemene btw-tarief werd in 2012 nota bene al verhoogd van 19 procent naar 21 procent. Ook hier niks nieuws, want dat 21 procent-tarief is eigenlijk al gewoon de standaard, waar vervolgens weer vele uitzonderingen op zijn gemaakt. Zoals de eerste (lees: noodzakelijke) levensbehoeften, bijvoorbeeld de boodschappen die u dagelijks haalt. En zoals de boeken en tijdschriften die u koopt, maar ook het schilderij dat u aan de muur heeft hangen of de geneesmiddelen die u nodig heeft en het water dat u drinkt en waarmee u doucht en uw toilet spoelt. Ook in de dienstensector zijn er tal van uitzonderingen – om er een paar te noemen: uw fietsreparatie, uw trein- of busreis, uw bezoeken aan de horeca, uw sportlidmaatschap, de verbouwing van uw huis, en, jawel, uw kapper. Allemaal nu in het 6 procent -tarief.

Stelt u zich eens voor wat een verhoging naar 21 procent op jaarbasis voor uw portemonnee zou betekenen. Ik geef in mijn eentje jaarlijks gemiddeld tienduizend euro uit aan bovengenoemde diensten en goederen – daar betaal ik nu zo’n 600 euro aan btw over, en dat gaat dan naar 2100 euro. Per saldo zou ik – en velen met mij – dus wederom inleveren.

“Nee, hoor,” hoorden we de premier onmiddellijk vrolijk riposteren in een televisie-interview over de voorgenomen plannen, “natuurlijk gaan we bekijken of er uitzonderingen moeten komen.” Hij noemde het voorbeeld van de kapper, die wat hem betreft misschien nog wel in het oude tarief zou kunnen vallen. (Volgens ‘Vriend & Vijand over Mark Ruttte’ in het nieuwste dubbeldikke zomernummer van HP/De Tijd dat vanaf deze week in de winkelschappen ligt, bezoekt hij die zelf tweewekelijks.)

Ik ergerde me vooral aan de luchtigheid waarmee Mark Rutte over de btw-plannen sprak. Realiseert hij, en met hem de bedenkers en voorstanders van dit onzalige plan, zich wel dat hij hele bedrijfstakken in paniek heeft gebracht, nog even los van uw en mijn portemonnee? En dan vooral bedrijfstakken die het de afgelopen crisisjaren al zo zwaar hadden? De horeca bijvoorbeeld. En wat dacht u van het gedrukte-mediabedrijf? Vooral dat laatste ligt mij, als hoofdredacteur van HP/De Tijd, natuurlijk na aan het hart. Een verhoging van 6 procent naar 21 procent op onze kranten en tijdschriften zou weleens de doodsklap kunnen betekenen voor velen in de aldoor uitgedunde gedrukte pers, die het afgelopen decennium al veel minder pluriform is geworden, waarmee dus ook het vrije woord verschraalt. Nee, meneer Rutte, zo helpt u dit land niet uit de crisis. U brengt er wel de vrije pers mee tot zwijgen.

HP/De Tijd, immer noodlijdend, wordt overeind gehouden door een uitgeefheld met guts en hart en ziel, omdat hij het belangrijk vindt dat deze titel blijft voortbestaan, niet uit eigen gewin. De persvrijheid is hier dus wel degelijk in het geding. Wij zijn een titel met een eigen geluid en een eigen mening, die aanspreken bij onze lezers. Hij, mijn strijdbare uitgeefheld, was geëmotioneerd over de btw-plannen nu hij voorzag dat ook hij noodgedwongen straks de handdoek in de ring zou moeten werpen. Met pijn in zijn hart.

Ik heb de afgelopen weken in de politiek niemand gehoord over dit serieuze probleem – op dat van de kapper na dan – maar gelukkig hebben weldenkende oppositiepartijen niet lang nodig gehad om de plannen af te blazen. Van de week, tijdens het eerste overleg, bleek er gelukkig vooralsnog geen enkele politieke meerderheid voor te vinden.

Nee, meneer Rutte en uw kabinet, gaat u zich deze zomer maar eens flink bezinnen. U zou het tegenovergestelde moeten doen. Kom eens met een genereus voorstel. Schaf het 6 procent-tarief af op noodlijdende ondernemingen die in dienst staan van uw samenleving. En breng bovendien die 21 procent gewoon weer terug naar 19 procent. Zult u eens zien hoe hard wij er weer tegenaan gaan.

Tom Kellerhuis
Hoofdredacteur HP/De Tijd