Spring naar de content

Defensie moet weer serieus worden genomen, voordat het te laat is

“We balanceren echt op het randje,” zei generaal Tom Middendorp, Commandant der Strijdkrachten, over het gebrek aan geld voor de Nederlandse strijdkrachten in een interview met de Defensiekrant. Dat zei hij niet zomaar. Het Nederlandse leger heeft een paar F16-toestellen naar Irak gestuurd om terreurorganisatie IS te bestrijden, maar kan daardoor niet meedoen met de Quick Reaction Force van de NAVO in de Baltische staten. Nederlandse soldaten roepen intussen maar ‘pang, pang’ tijdens oefeningen vanwege een schrijnend gebrek aan munitie. Het wordt tijd dat Defensie weer serieus wordt genomen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Verhoef

De NAVO-norm van twee procent van het bruto binnenlands product voor ons defensiebudget halen we sinds halverwege de jaren negentig niet meer. De aanhangers van het gebroken geweertje vinden dat ongetwijfeld niet erg. Bovendien, dat er sinds het einde van de Koude Oorlog minder geld wordt gestopt in de Nederlandse strijdkrachten lijkt ook wel logisch na de val van de Sovjet-Unie in 1991. Echter, anno 2015 gedragen we alsof het vrede op aarde is, terwijl we in feite steeds meer worden geconfronteerd met conflicten die onze volle aandacht vragen. En dat terwijl het water het leger al aan de lippen staat.

De 450 Nederlandse militairen die actief zijn voor de VN-missie in Mali en de in totaal acht F-16’s (inclusief twee reservetoestellen) die in Irak IS-doelen bombarderen trekken een zware wissel op de strijdkrachten. Zo’n zware wissel zelfs dat het ministerie van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD), zegt dat we door die Irak-missie niet mee kunnen doen aan de belangrijke Quick Reaction Force van de NAVO in de Baltische staten, waarmee de NAVO laat zien solidair te zijn met de landen die grenzen aan het agressieve Rusland.

Nederland kan zich dus maar enkele missies tegelijk permitteren. Onze vijanden moeten wel schuddebuikend van het lachen over de grond rollen, als ze al weten waar Nederland ligt, want zo weinig doen we er inmiddels toe op het internationale (strijd)toneel.

“Ik moet regelmatig ‘nee’ verkopen of onze bijdrage beperken,” aldus Commandant der Strijdkrachten Middendorp in de Defensiekrant. “We zijn de laatste jaren flink uitgekleed. We zitten nu te krap in ons jasje, gelet op de verslechterende veiligheidssituatie.” Nederlandse soldaten moeten tijdens trainingen hun eigen schietgeluiden maken omdat ze geen geld hebben voor munitie en materieel is amper goed inzetbaar door gebrekkig onderhoud.

Dat Defensie is uitgekleed is kortom een groot understatement. Directeur van het Haagsch Centrum voor Strategische Studies Rob de Wijk schreef het al in 2013: “Nederland is op defensiegebied inmiddels een free rider. Vanaf 2011 valt Nederland qua inzet van de krijgsmacht in de categorie Cyprus, Malta, Estland, Litouwen, Luxemburg en Finland.”

Middendorp noemt het NAVO-bondgenootschap onze veiligheidspolis. Dat is precies wat het is. Als we terug willen naar de NAVO-norm van twee procent voor het Defensiebudget, en ik denk niet dat het een kwestie van willen is maar van moeten als we die functie van veiligheidspolis serieus nemen, dan moeten er miljarden extra naar Defensie. Nu gaat er grofweg 8 miljard euro naartoe, oftewel iets meer dan één procent van het bbp, wat ongeveer de helft van de norm is.

Het kabinet doet net alsof er meer geld naar Defensie gaat, maar netto wordt er nog steeds fors bezuinigd. Het tij moet worden gekeerd, voordat het te laat is en het gebrek aan budget en materiaal ons zeer duur zal komen te staan.

Onderwerpen