Spring naar de content

Eten of gegeten worden? De ogen vertellen het

Op onze wereld leeft een talrijk aantal diersoorten. Allemaal zijn ze apart van elkaar geëvolueerd en allemaal hebben ze in die miljoenen jaren van ontwikkeling verschillende eigenschappen ontwikkelt. Kijk alleen al eens naar pupillen: elke diersoort, de mens incluis, heeft andere ogen. Zelfs die van evolutionair dicht bij elkaar staande dieren (zoals de vos en de wolf) zijn significant verschillend.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Paul Geraedts

Het voor de hand liggende antwoord op deze verschillen ligt natuurlijk in zaken als leefgebied en leefritme. Maar er zijn meer factoren die bijgedragen hebben aan de evolutie van het oog, zo blijkt uit nieuw onderzoek door wetenschappers van de universiteiten van Berkeley (Verenigde Staten) en Durham (Engeland).

Want waarom komen er zo verschrikkelijk veel soorten ogen (specifiek: pupillen) voor? Van rond tot ovaal, van horizontale tot verticale streepjes. De onderzoekers die zich over de kwestie bogen kwamen tot een aantal verrassende conclusies.

Zo lijkt er een duidelijk onderscheid te zijn tussen de pupil van jagers en prooidieren. Zelfs de manier van jagen kan uit de vorm van de pupil worden afgeleid. Zo besluipen roofdieren met een verticaal staande pupil (zoals katten en vossen) hun prooi, waarna ze vanuit een relatief nabije afstand aanvallen. In tegenstelling tot vossen doen wolven (die een ronde pupil hebben) dit niet. Zij jagen in roedels hun prooi op.

En uiteraard heeft de verticale pupil van bijvoorbeeld katten nog een groter voordeel. Zij kunnen de lichtinval met een factor 135 vergroten, waar mensen dat slechts met een factor vijftien kunnen. Dit zorgt ervoor dat deze dieren ‘s nachts beter kunnen zien.

In tegenstelling tot verticale pupillen zijn er ook heel wat dieren met horizontaal gestreepte pupillen. En die blijken vrijwel altijd tot de prooidieren te behoren. Deze dieren hebben hun ogen ook aan de zijkant van het hoofd, waardoor ze veel wijder om zich heen kunnen kijken of er geen roofdier aankomt. Een horizontale pupil zorgt er bovendien voor dat de lichtinval van voor en achter gemaximaliseerd wordt, en van boven en onder (niet zo belangrijk voor een prooidier) minimaler is.

Uiteraard zijn ook uitzonderingen op deze regels gevonden. De mangoest bijvoorbeeld, die heeft ogen voorin zijn kop (roofdierkenmerk) maar horizontale pupillen (prooidierkenmerk), en de zeekat heeft bizar gevormde pupillen in de vorm van de letter ‘W’.

Maar over het algemeen geldt: ogen aan de zijkant en horizontale pupil? Prooidier. Ogen aan de voorkant en verticale (of ronde) pupil? Roofdier. Doe er uw voordeel mee.

Onderwerpen