Spring naar de content

Hoe de UEFA de oneerlijke strijd in de Champions League stimuleert

PSV trapt dinsdagavond zijn Champions League-expeditie af tegen Manchester United. Het is een ongelijke strijd. De Engelsen betaalden deze zomer voor één speler een bedrag dat gelijk is aan de totale begroting van de Eindhovenaren. En de verschillen worden alleen maar groter in het miljoenenbal, dat is verworden tot een miljardenbal.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Rick Stet

“Overwinteren in Europa blijft het doel, hoewel we gezien de begroting eigenlijk kansloos zijn,” zei technisch directeur Marcel Brands over de kansen van PSV, nadat de tegenstanders van de Eindhovenaren tijdens de loting in Monaco bekend waren geworden. En dat klopt. Volgens Transfermarkt.de is de marktwaarde van de Eindhovense selectie een kleine 100 miljoen euro. De spelergroep van CSKA Moskou is anderhalf keer zo veel waard, bij VfL Wolsburg is het twee keer zo veel. Louis van Gaal werkt in Manchester met spelers die samen 400 miljoen representeren.

De duurste aankoop van PSV deze zomer was de Uruguayaan Gáston Pereiro, die voor zeven miljoen naar Eindhoven kwam. Het staat in schril contrast met de uitgaven van de Engelsen. Ze kochten onder andere sterspeler Memphis Depay voor 27,5 miljoen weg bij PSV. Voor de negentienjarige Anthony Martial werd achteloos 50 miljoen neergelegd. Een bedrag dat door bonussen kan oplopen tot 80 miljoen, wat dan weer gelijk staat aan de totale begroting van de Nederlandse landskampioen.

Het zijn ongelooflijke marges, die door de opzet van de Europese competities alleen maar groter worden. Voor dit seizoen heeft de UEFA de totale geldpot voor deelnemers aan de Champions League en de Europa League met honderden miljoenen verhoogd. Onder de clubs die uitkomen in de Champions League wordt ruim 1,2 miljard euro verdeeld, bij het kleine broertje 381 miljoen. Een verschil van meer dan 800 miljoen, tijdens de vorige drie seizoenen was het een kleine 700 miljoen.

Als we inzoomen op het kampioenentoernooi, zien we dat de verdeling van het geld ook daar mank loopt. De geldpot bestaat uit twee delen: het prijzengeld (724 miljoen) en de zogeheten market pool (482 miljoen). Het uitkeren van het eerste deel gebeurt op logische wijze. Alle deelnemers ontvangen twaalf miljoen euro startpremie, anderhalf miljoen per gewonnen poulewedstrijd en een half miljoen voor een gelijkspel. Hoe verder men in het toernooi komt, hoe meer geld een gewonnen wedstrijd oplevert.

2015-06-06 22:59:48 BERLIJN, 06-06-2015, Olympiastadion , Champions League finale seizoen 2014 / 2015 , Juventus - CF Barcelona 1-3. Luis Suarez met de beker
FC Barcelona presteert al jaren goed en wordt alsmaar rijker

Verdeeld
Vervolgens komen we terecht in de wondere wereld die market pool heet en moeten we er even goed voor gaan zitten. Het geld uit deze pot wordt gedeeld door het aantal landen met deelnemende teams, maar niet in gelijke stukken. In feite wordt de marktetingwaarde van de teams gewogen. De UEFA kijkt bij de verdeling van het geld naar het bedrag dat betaald is voor de uitzendrechten én de prestaties van de teams in eerdere jaren. Is er vanuit Spanje het hoogste bedrag ontvangen om het toernooi op tv te brengen? Dan gaat er meer geld terug naar Spanje. Zijn teams uit Spanje populair en presteren ze goed? Dan gaat er nog meer geld naar Spanje. Dat bedrag wordt vervolgens verdeeld onder de clubs uit het land.

Dan zijn we er nog niet, want ook per land is het uitgekeerde bedrag per team weer verschillend. Ook hier zijn de populariteit en de prestaties van de teams leidend. In 2013 startten er bijvoorbeeld vier Spaanse ploegen aan het hoofdtoernooi. Zij verdeelden een bedrag van 66 miljoen euro uit de market pool: FC Barcelona ontving 21,5 miljoen, Real Madrid 20,5 miljoen, Atlético Madrid streek 16 miljoen op en voor het internationaal minder aansprekende Real Sociedad was acht miljoen weggelegd. Ter vergelijking: Nederland ontving in dat jaar in totaal slechts 9,6 miljoen. Dat bedrag ging volledig naar Ajax.

Olympique Lyon
Door het huidige systeem ontstaat er logischerwijs een enorme scheefgroei. Teams die goed presteren, worden populairder, ontvangen meer en meer geld en het verschil met de concurrentie wordt elk jaar groter. Dat blijkt wel uit de verdeling van halvefinalisten in de laatste tien jaar. 39 van de 40 teams waren afkomstig uit Spanje, Engeland, Duitsland of Italië. Alleen Olympique Lyon schaarde zich in 2010 tussen de grootmachten. De kans dat PSV het kunststukje van de Fransen herhaalt, is alleen maar kleiner geworden.