In de kleedkamer van het Nederlands Film Festival (*)
Wekelijks gaat Thom Goderie op expeditie in de natuurlijke habitat van de Nederlandse socialite, en onderwerpt hij premières, vernissages en andere feestelijkheden aan een smakelijke analyse. Deze week: de opening van het Nederlands Film Festival 2015 (*)
Een goed begin is het halve werk. Nog voordat deze editie van het Nederlands Film Festival begon – voor de 35ste keer – trok producent Klaas de Jong zijn Michiel de Ruyter uit de competitie. “Het is geen onvrede over het gebrek aan waardering voor Michiel de Ruyter. Maar het Kalveren-gala is al jaren een elitair feestje voor arthousefilms.” Geprikkeld door de uitspraak ging HP op onderzoek uit.
Woensdag werd de aftrap genomen op de middenstip van het Utrechtse Beatrix Theater. Rondom pareerden de acteurs van de openingsfilm van dit jaar: de verfilming van het Frans Thoméses J. Kessels: The novel van regisseur Erik de Bruyn. Voor wie het boek niet kent of de film nog niet heeft gezien: het verhaal speelt zich deels af onder de rivieren, in snackbars en café’s.
De frikandel speelt een belangrijke rol in de film. Frank Lammers heeft er, professioneel als hij is, een flink aantal van weggewerkt voor zijn vertolking van J. Kessels, een van de hoofdpersonages uit de gelijknamige film. De catering was op de hoogte van het thema, en liep rond met schalen frikandellen. En met vorkjes natuurlijk, want elitefeestje. Frank Lammers: “Frikandellen eet je met de hand, niet met een prikkertje.”
Voor Kessels-producent Sander Verdonk (35) was het de eerste keer dat hij iets bijdroeg aan het NFF, al had het niet veel gescheeld of hij was collega De Jong achterna gegaan. “Mijn kapper vroeg of ik me niet moest terugtrekken. Wij zijn alleen maar genomineerd voor Beste poster.”
Gedragsregels op het filmfeest: wijs zo nu en dan in het gesprek naar een bekende (bekend van tv of van in de kroeg maakt hier niet per se uit) voorbijganger, en test de filmkennis van je gesprekspartner. En: herken jezelf in de film die zojuist is getoond.
NFF-directeur Willemien van Aalst sprak nog: “We hebben een programma vol vernieuwing, waarin we meer dan ooit de grenzen opzoeken.” Denkend aan die grenzen, komt ook de uitspraak van Klaas de Jong opzetten. Het is vooral voor en door de mensen uit de business.
Eindoordeel:
Het is mooi voetbal, het NFF, maar fans en supporters horen op de tribune te zitten, niet in de kleedkamer.
