Spring naar de content

In dit tempo verdienen vrouwen pas in 2133 evenveel als mannen

Anno 2015 worden vrouwen en mannen nog altijd ongelijk beloond op de arbeidsmarkt, en de kloof groeit maar langzaam dicht. Volgens het tiende jaarlijkse rapport over de ‘gender gap’, door het World Economic Forum, kan het nog 118 jaar duren voordat vrouwen wereldwijd gelijk worden beloond voor arbeid als mannen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Paul Geraedts

In het rapport, deze week verschenen, blijkt dat er sinds het begin van de crisis in 2008 nauwelijks tot geen vooruitgang geboekt is in het dichten van de gender gap wereldwijd. Het loon van de vrouw ligt gemiddeld een decennium achter, hetgeen betekent dat wat vrouwen nu betaald krijgen gelijkwaardig is aan het mannenloon uit 2006.

Om een bepaalde mate van gelijkwaardige behandeling tussen verschillende seksen te meten is er een Gender Gap Index bepaald. Dit getal ligt tussen 1 en 0. Hoe hoger bij de 1, hoe gelijkwaardiger de beloning is. Het mag geen verassing zijn dat de lijst aangevoerd wordt door Noord-Europese landen, met IJsland als lijstaanvoerder met een score van 0,88, gevolgd door Noorwegen, Zweden, Finland en Ierland.

Ingehaald
De lijst bevat in totaal 145 landen waar voldoende loongegevens van beschikbaar waren. Hekkensluiter is Jemen, dat met een GGI van 0,448 als enige land in de lijst onder de 0,5 scoort. Wat dat betreft doet Nederland het met een dertiende plek niet al te slecht. Al valt er in ons land nog veel te winnen.

Onze dertiende plek betekent dat we voorbijgestreefd worden door een aantal ontwikkelingslanden die misschien niet direct in verband worden gebracht met gelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. De Nederlandse werkende vrouw wordt volgens de conclusies van het World Economic Forum minder gelijkwaardig beloond dan vrouwen in Rwanda (zesde plek), de Filipijnen (zevende), of Nicaragua (twaalfde).

Topvrouwen
Nog meer stof tot nadenken over deze kwestie schept een artikel van de Volkskrant, gebaseerd op een brief van minister Jet Bussemaker (OCW) aan de Kamer. Het wettelijke streefcijfer van vrouwen in topfuncties in het zakenleven wordt bij lange na niet gehaald in ons land. Een wet, die voor de 4.900 grootste bedrijven in ons land geldt, zou ervoor moeten zorgen dat tegen 2016 zo’n dertig procent van de topfuncties door vrouwen bekleed wordt.

Die omslag verloopt maar traag, zo traag zelfs dat minister Bussemaker besloot om de gestelde deadline van het jaar 2016 met maar liefst acht jaar te verlengen. Volgens cijfers van de evaluatie van de Wet Toezicht & Bestuur is nog geen een op de tien bestuurders en een op de negen commissarissen in het bedrijfsleven vrouw.

Het Scandinavische model
De wens om dertig procent vrouwen aan de top te krijgen is in Nederland een streefwaarde, en geen verplichting. In Noorwegen, Zweden en IJsland is er wel een wettelijk verplicht vrouwenquotum, en kan een bedrijf dat hier niet aan tegemoet komt ontbonden worden. Finland heeft een dergelijke wet vooralsnog niet.

In Nederland, maar ook op EU-niveau laait her en der de discussie voor een wettelijk verplicht quotum op, hetgeen recent ook bij onze oosterburen ingevoerd werd. Tegenstanders noemen het discriminatie of zelfs een onnodige stempel die vrouwen op de arbeidsmarkt op deze manier gedrukt krijgen. Het dichten van de gender gap blijkt ook in ons land geen makkelijke opgave.

Onderwerpen