Spring naar de content

Kutkerst

Mijn kuttigste Kerst was in Baghdad tijdens Operatie Desert Fox. Jazeker: opa Van Amerongen vertelt terwijl jelui gourmetten en schoonmoeder de strot (willen) afsnijden. Soms kan je maar beter jood of mohammedaan zijn want dan heb je vandaag tenminste geen familiaire verplichtingen en kan je gewoon je dagelijkse bordje hummus schoonvegen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Arthur van Amerongen

In Amsterdam was in mijn tijd alle horeca nog gesloten op Eerste Kerstdag. Ik, beeldschone knaap in de aanstootgevende leeftijd, moest dan van lieverlee naar lederclub Argos in de hoofdstedelijke Warmoesstraat. Die fungeerde als herberg voor de verschoppelingen van deez’ aard en je kon er zelfs kindje wiegen al betrof dat in de regel een naakte dikzak in een schommel, die ook wel sling wordt genoemd. In plaats van champagne ontpopte ik in die champignonkelder een flesje poppers om toch nog in de feestelijke stemming te geraken. Tegen mijn verloofde – die toch joods was – vertelde ik dan bij thuiskomst dat ik was uitgenodigd voor het Leger des Heilsdiner voor gore, gemene junks en vieze vuile straatalcoholisten en dat geloofde ze altijd, merkwaardig genoeg.

Goed, Desert Fox dus.

Ik was toentertijd de senior war reporter van Vrij Nederland, dat nog een weekblad was met 800.000 abonnees die inmiddels allemaal van ouderdom gesneuveld zijn. Geld speelde geen rol en ik zwaaide te pas en te onpas met de American Express Centurion Credit Card van mijn patroon, de oude Oscar van Garschagen. Het wachten op een visum voor Irak was eigenlijk nog het slopendste gedeelte van Operatie Desert Fox. Dat deed ik in de Koning Abdallah-suite van het Holiday Inn te Amman in het verre Jordanië. Jordanië is overigens een fopland en bovendien gruwelijk saai en een fatsoenlijk mens wil er dood noch levend gevonden worden. De hotelrekening begon aardig op te lopen want ik liet dagelijks mijn ondergoed stomen (overdosis hummus). Een onderbroekje dry cleanen kostte 6 dollar per stuk terwijl ik ze per kilo bij de Brons had ingeslagen.

De crème de la crème van de vaderlandse journalistiek was inmiddels neergestreken in Amman maar ik bemoeide me eigenlijk alleen met Conny Mus (de vrede zij met hem) die buurman én boezemvriend was in mijn standplaats Jeruzalem.

Op een avond waren Con en ik in een jolige bui en nodigden we het verzamelde Nederlandse schorremorrie, journaille, schrijvende apen en inkthoeren uit voor een avondje bordeel. Bordeel is een groot woord want het betrof meer een animeertent met vieze mokkels uit Moldavië die eigenlijk alleen geschikt waren voor het plukken van druiven. Bovendien was het ramadan en verkocht het bordeel geen alcohol. Wel konden we waterpijp en vers fruit krijgen, uiteraard tegen woekerprijzen. Uiteindelijk werd de rekening iets van 800 Jordanese dinaaren en die hebben we Joris Luyendijk van het Handelsblad laten betalen. De grootste lol moest echter nog komen: Con en ik waren de enige die een visum kregen voor Irak, mede omdat we de beste en duurste fixer hadden. Ik hoorde Van Garschagen even slikken aan de andere kant van de telefoon toen ik zei dat de fixer 1000 dollar had gekost. Toen ik daar snel aan toevoegde dat ik en Mus de enige Nederlandse pershorzels waren die naar Bagdad gingen, hoorde ik hem heel hard YES YES YES brullen.

In het Holiday Inn was ik bevriend geraakt met Neil Syson van The Sun, een alcoholische Oxbridge Wonderboy. Die zat goed in de poeplappen van Rupert Murdoch en omdat ik hem het nummer van mijn visumfixer Aboe Ali had gegeven, betaalde hij de rit naar Badgad.

(Het wordt zo spannend hoor!)

Neil had zich verkleed als Kerstman – tijdens de dodenrit – en het enige verhaal dat hij wilde maken was hoe The Sun het embargo tegen Irak doorbrak met kadootjes van Santa voor de zielige kindertjes in Irak. Mohammedaanse kindertjes gingen niks nakkes nada krijgen van Rupert Murdoch omdat die toch maar alleen in die andere baardmans geloven.

Om een heel lang verhaal kort te houden: we waren amper in hotel Rashid gearriveerd toen het bombarderen begon. We stonden met het verzamelde journaille op het dak te klappen en te joelen vanwege het bommentapijt. Sommige bommen sloegen op amper een kilometer afstand in maar Conny Mus stelde mij gerust omdat RTL en hotel Rashid een deal hadden met de Amerikaanse strijdkrachten. Neil van The Sun en ik zijn in die week nog bijna het Rashid uitgepleurd omdat ik naakt met een brandblusser door de receptie rende, achtervolgd door Santa Neil die heel hard brulde: ‘I am gonna fuck your pink ass, Dutch poofter. Ho ho ho!’

De mukhabaraat, de gevreesde geheime dienst van Saddam Hoessein (de vrede zij met hem) stond te huilen in de receptie en dan weten jelui wel hoe laat het was. Eigenlijk heb ik maar van een ding spijt, wat die Xmas in Bagdad aangaat. De BBC-televisie had een krankzinnig mooie correspondente naar Bagdad gestuurd die mij aanvankelijk erg geestig en woest aantrekkelijk vond. We bouwden in de hotelbar een soort relatie op die wellicht in iets vleselijk had kunnen eindigen, ware het niet dat ik dronken als een tor iets over mijn seksuele voorkeur in haar haar oor spuugde. Ik kreeg toen een draai om mijn oren en ben uit arren moede met Neil, die er nog steeds bij liep als Kerstman, doorgezakt in de enige lederclub van Bagdad. Dat bleek uiteindelijk een echte martelkamer te zijn.

Enfin, volgende keer zal ik jelui vertellen over mijn carnaval in Kaboel. Ga maar snel de strot van schoonmoeder afsnijden, of van het derdelegvrouwtje van paps. Happy Xmas.

P.s. Mijn Desert Fox-reportage was de duurste uit de geschiedenis van Vrij Nederland, omgerekend 600 euro per woord. Those were the days!