Spring naar de content

Close read: de Kamerbrief van Van der Steur vs. het Maat-rapport

Wie had gehoopt dat het politieke gedonder eindelijk zou zijn afgelopen in 2016 komt bedrogen uit. Nog geen week onderweg wordt een nieuwe beerput opengetrokken. Emeritus hoogleraar George Maat toont het politieonderzoek naar zijn handelen inzake de MH17-lezing, dat voor de minister van Veiligheid en Justitie aanleiding was hem af te serveren en het geheel ‘buitengewoon ongepast en smakeloos’ te noemen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Edwin van Sas

Een opfrisser: professor Maat geeft op 9 april 2015 een lezing aan studenten op de Universiteit Maastricht over de identificatie van de slachtoffers van MH17-ramp, een onderzoek waar hij negen maanden lang aan meewerkte. Er worden beelden van verminkte lichamen en lichaamsdelen getoond. In de zaal zitten echter ook niet-medische studenten, én een verslaggever van RTL Nieuws, die opnames maakt en die de wereld in stuurt.

Er volgde een politieonderzoek, dat de patholoog-anatoom na politieke druk mocht inzien en handmatig overschreef. En dat onderzoek heeft Maat gepubliceerd bij de Leidse universiteitskrant Mare. Hieruit wordt duidelijk welke zaken zijn weggestreept uit het rapport dat eerder al gewobd moest worden en hoe het feitenrelaas zich verhoudt tot de uiteindelijke beslissing van de minister om de samenwerking met Maat te beëindigen.

Volgens CDA (Pieter Omtzigt) en D66 (Sjoerd Sjoerdsma) zijn de feiten naar de achtergrond verschoven en zijn er onterechte conclusies getrokken, minister Ard van der Steur moet op het matje komen om zich te verantwoorden.

De belangrijkste nuanceringen uit het volledige rapport naar Maat op een rij, gerelateerd aan de verwijten die in de Kamerbrief van Van der Steur stonden.

Kamerbrief: ‘Het onderzoek wijst uit dat prof Maat geen toestemming heeft gevraagd voor de lezing’
Nuancering: “Binnen het LTFO zijn werkprocessen met betrekking tot het gebruik van DVI-materiaal ten behoeve van educatie en presentaties in praktijk gegroeid en niet geformaliseerd in vastgestelde processen / protocollen. De presentatie van professor Maat past in de jarenlang gegroeide werkprocessen en gewoonten van het LTFO en week in die zin niet af van gedragingen rond eerdere LTFO-lezingen. Hij is niet afgeweken van een duidelijke norm of van expliciet gemaakte afspraken.”

Kamerbrief: ‘Maat wist wat de doelgroep van de lezing op 9 april was, namelijk studenten gezondheidswetenschappen en niet alleen vakgenoten forensische antropologie.’
Het is onduidelijk in hoeverre het verwijtbaar is dat Maat de lezing aan studenten gezondheidswetenschappen gaf. Die lijken verder af te staan van zijn expertise, maar vreemd genoeg wordt behoudens deze ‘toevallige’ constatering hierover geen oordeel gegeven. Het uiteindelijke probleem zijn ook niet deze studenten, maar het feit dat het geen besloten academische bijeenkomst bleek te zijn, maar dat de studievereniging de bijeenkomst voor iedereen toegankelijk maakte – ook voor journalisten van RTL (er werd door de overweldigende belangstelling niet gecontroleerd of iedereen wel student was van een medische opleiding, dit zou niet te doen zijn geweest). Maat was in de veronderstelling, zo concludeert het onderzoek, dat het alleen voor studenten gezondheidswetenschappen en forensische antropologie was.

Kamerbrief: ‘Hij heeft daar zaken besproken die buiten het vakgebied van forensische antropologie vallen.’
Deze worden in de Kamerbrief niet expliciet benoemd, maar er wordt gedoeld op uitspraken die hij zou hebben gedaan over de oorzaak van de ramp, dat hij zou hebben gezegd dat het door een raketinslag kwam. De reactie van Maat: “Ik heb absoluut niet uit het strafrechtelijk onderzoek geput. Ik heb vragen van studenten beantwoord zoals dat gebruikelijk is bij een college. Ik ben helemaal niet bekend met het strafrechtelijk onderzoek. Ik heb zelfs helemaal geen contact met de mensen die dat onderzoek doen. Wat ik over een raket zei, kwam uit de media. Ik heb ook alleen in medische context over deze zaken gesproken. Bijvoorbeeld over de effecten van plotselinge decompressie op lichamen.”

Kamerbrief: ‘Hij heeft foto’s gebruikt, die door het LTFO achteraf te herleiden zijn naar één buitenlands slachtoffer.’
Maat hierover: “Ook de foto’s van slachtoffers mogen worden gebruikt. Uiteraard zijn die geanonimiseerd. Bij een van de foto’s was een nummer niet verwijderd. Het ging om een potje met resten, geen lichaamsdeel of een lichaam. Maar ook zo’n nummer is heel lastig te herleiden naar een slachtoffer.”

De minister oordeelt in de brief als volgt:

Een identificatie is een proces met voor individuen een grote emotionele waarde. Prof. Maat heeft niet de discretie en zorgvuldigheid betracht die mag worden verwacht van een wetenschapper die LTFO hierover adviseert. Het handelen van prof. Maat heeft een grote impact gehad op de nabestaanden van de ramp met MH17. De samenwerking met de heer Maat is beëindigd.

Het onderzoek stelt dat LTFO-lezingen op eerbiedwaardige wijze worden gedaan, zoals dat binnen een academische setting gebruikelijk is. Dat het anonimiseren van 1 slachtoffer niet (volledig) juist is gebeurd, valt Maat aan te rekenen. Maar zo lang dit binnen de academische wereld was gebleven, was hier niets aan de hand geweest. De ‘grote impact’ voor nabestaanden komt niet door Maats lezing, maar doordat het in de publiciteit is terechtgekomen. En dat is dus niet ‘het handelen van prof. Maat’.

Recent moest premier Rutte diep door het stof vanwege de handelswijze in de Teevendeal, waarbij het er driedubbeldik op lag dat het ministerie van Veiligheid en Justitie feiten zo interpreteert dat er welgevallige conclusies uit te trekken zijn. En wordt niet welgevallige informatie niet gegeven of weggestreept uit rapporten vanwege zogenaamde vertrouwelijkheid. In de zaak-Maat gebeurt hetzelfde en het ziet ernaar uit dat Van der Steur ook (en wederom in zijn korte ministriele loopbaan) diep door het stof moet.

In de woorden van Maat: “De minister heeft inmiddels gezegd dat er weer een beroep op mij kan worden gedaan: ik heb dus wel een soort eerherstel gekregen. Maar dat is niet voldoende. Ik wil nog steeds excuses van de man.”