Spring naar de content

Louis gaat viral. Hij wel

De columnist waagde zich weer eens aan Louis van Gaal. De columnist, dat was ik, en Louis van Gaal, dat was gewoon Louis van Gaal. De columnist (ik dus) had al een hele tijd niet over Louis van Gaal geschreven, hij was ‘m een beetje beu, als onderwerp. Louis van Gaal was voor de columnist geworden wat het melkschuimhartje voor de barista is, of een overstromende toiletpot voor de loodgieter: op een gegeven moment is de lol er wel van af.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Tegen de vriendin zei ik: ‘Ik ga Louis van Gaal weer eens proberen.’
Zij: ‘Ik ga mijn teennagels knippen.’
Ik: ‘Hij is er tijdens een wedstrijd tegen Arsenal weer eens bij gaan liggen. Languit. Nou, dan weet je het wel. Dat wordt hilarisch.’
Zij: ‘Ken je dat, dat er zo’n puntje aan je nagel zit dat in het vel van de teen ernaast prikt? Dat heb ik nu.’

A man or a filled cook
Iedere columnist heeft vaste thema’s. De poes is er zo een. Eens in de zoveel tijd schrijft de columnist een column over de poes, om te controleren of het ‘m beter afgaat dan de vorige keer. Als columnschrijven een Olympische discipline was, dan was ‘de poes’ het meetmoment.
Ik heb geen poes, ik heb alleen Louis van Gaal. Nog eenvoudiger. Kwestie van de bril met argusogen opzetten, een blikje Red Bull Irony ernaast en voor de rest de feiten het werk laten doen.
De eerste zinnen gingen vanzelf, ze vloeiden er probleemloos uit, Louis zat nog helemaal in de vingers. In het onritmische tikken van de nagels op onze hellende houten vloer schreef ik over de columnist (dat was ik) en Louis (Louis van Gaal) en hoe sommige onderwerpen – nou ja, u weet wel.
‘Ga je lekker?’ vroeg ik aan de rug van de vriendin. De nagels schoten onder haar vandaan als rozenbottels uit een stuk pvc-buis.
‘Er zit een wondje,’ zei ze en manoeuvreerde haar voet tussen de toetsen en het scherm. ‘Kijk.’
‘Ik ben bezig.’
‘Denk je dat er jodium op moet?’ Haar tenen wiebelden vragend.
Opeens werd ik zenuwachtig. Wat zou Louis hier tot nu toe zelf van vinden? Van Louis van Gaal is bekend dat hij altijd alles leest wat er over hem geschreven wordt. Een dagtaak, maar zoals bekend zijn de dagen van succesvolle en beroemde mensen zes uur langer dan die van klaplopers en stukjestikkers. Die uren kopen ze illegaal op internet, van Roemenen die er teveel hebben. Zo komt het dat Louis van Gaal alles kan lezen wat er over hem verschijnt. Ook dit. Vermoedelijk weet Louis ook wel wat te doen met zo’n wondje op de zijkant van je teen (de middelste).
‘Hij leest dit echt niet, hoor,’ zei de vriendin. ‘Die heeft wel wat beters te doen.’
Haar denigrerende toon stelde me gerust. Nee, Louis las veel, maar aan de digitale kolommen van HP/De Tijd zou hij vermoedelijk niet toekomen. Aan de andere kant: die extra uren…
‘Ik zou wel met je op reis willen,’ teemde de vriendin, terwijl ze met een vochtige vinger de nagelconfetti van de vloer plukte, ‘lang en ver.’
‘Niet nu. Niet midden in een stukje.’
‘Je zit altijd midden in een stukje. En over Louis van Gaal zijn al meer dan genoeg stukjes.’
Maar, wilde ik tegenwerpen – want zo’n reis is een enorm gedoe, en niet gratis bovendien – niet over een vallende Louis van Gaal. Niet over een als een pissebed op zijn rug spartelende Louis van Gaal, de pootjes in de lucht en een extra pootje tegen dat eeuwige opschrijfblok van ‘m geklemd. Niet over Louis thuis, niet over hoe hij zijn vrouw voordeed hoe zij een ovenschaal uit haar vingers liet glippen (‘Dat is geen afwassen! DIT is afwassen!’), over Louis bij de groenteafdeling van de supermarket (‘That’s not how you touch an avocado! THIS is how you touch an avocado! Press with thumb and wisefinger! Harder! What are you: a man or a filled cook?!’) en over Louis als judoleraar (‘En afslaan!’).
Nee, dacht ik, over al die dingen bestonden al stukjes. Net als over Louis van Gaal als brandweerman, als Oscarwinnaar en als marsmannetje. Er waren liefdesverklaringen en belachelijkmakerijtjes, over Louis bestonden hyperbolen, parabolen en lineaire grafieken. Sommige columnisten waren inmiddels al zo bedreven in het becolumneren van de trainer van Manchester United (al kun je je afvragen: is Louis van Manchester of Manchester van Louis?) dat ze een column over hun poes konden schrijven die – wanneer je ‘m van achter naar voren las – een lofzang op een vallende Van Gaal bleek.
Daar kon ik, als eenvoudige vriend van iemand met ’n wondje aan de zijkant van d’r teen, onmogelijk tegenop.

Viraal
‘Gaan we nou op reis of zal ik vast de tafel voor het ontbijt morgen dekken?’ vroeg ze.
Samen zetten we vast de borden en de mokken klaar, met een zakje van onze favoriete theesmaak op een schoteltje ernaast. Dan hoefde dat morgen niet meer.
‘Anders schrijf je toch gewoon weer over mij,’ zei ze even later, het gezicht door een reisgids aan het zicht onttrokken
Ja, dacht ik, maar jij gaat niet viral.
Maar dat zei ik niet.