Spring naar de content

Van Albanië naar Italië: de heropening van een oude vluchtroute?

Albanië was decennialang een van de meest geïsoleerde landen van Europa. De paranoïde extreemlinkse dictator Enver Hoxha had de touwtjes stevig in handen, eenieder die kritiek had werd de mond gesnoerd. Nadat Hoxha in 1985 overleed sluimerde zijn ideologie nog even door. Totdat in 1991 het doek viel voor het onderdrukkende regime en het failliete land leegliep.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Paul Geraedts

Tussen 1989 en 1991 verlieten maar liefst achthonderdduizend Albanezen (0p een bevolking van zo’n drie miljoen) hun thuisland op zoek naar een beter bestaan. Een substantieel deel hiervan reisde via de Adriatische Zee naar de Zuid-Italiaanse havenplaats Brindisi, om vervolgens hun geluk elders te beproeven.

Met name de Italianen kunnen zich deze exodus van vijfentwintig jaar geleden nog levendig herinneren, en kijken met terechte argusogen naar het Balkanschiereiland ten oosten van het land. Een kettingreactie van grenssluitingen heeft er namelijk voor gezorgd dat de vluchtelingenstroom die zich via Griekenland en de Balkan een weg naar Europa baant, op zoek moet naar een alternatieve route.

En dat kan heel goed betekenen dat de zeeroute van Albanië naar Italië weer druk bevaren gaat worden. Albanië is gekeken naar Bruto Binnenlands Product een van de armste landen van Europa, op de voet gevolgd door buurland Macedonië. Dat land is armer dan Servië en significant armer dan Slovenië en Kroatië, allemaal landen die al enorme moeite hadden met het opvangen van de vluchtelingenstroom. Een week geleden bereikte Tirana een akkoord met Rome om de grenzen van het land te bewaken met Italiaanse douaniers. Het is voor het eerst dat een EU-land een niet-lidstaat hierin te hulp schiet.

Servie, Macedonië, Slovenië, Kroatië en Bulgarije gooiden hun grenzen dicht in afwachting van het beklinken van een deal tussen de EU en de Turkse regering, de zogenoemde one-in-one-out-deal. Deze deal zou er voor moeten zorgen dat de vluchtelingenstroom ten einde komt. Humanitaire organisaties veroordelen de overeenkomst, en noemen het ‘onethisch’. In het kort: het beleid zou voor iedere naar Turkije teruggestuurde vluchteling die geen direct asiel in West-Europa verdient, er eentje uit Turkije halen die wél daarvoor in aanmerking komt. Aldus is er weinig reden om de Balkantocht te maken.

Albanië, maar ook het aangrenzende Montenegro en in mindere mate Bosnië en Herzegovina, maken zich ondertussen op voor het eventuele falen van dit beleid en zetten zich schrap voor een verplaatsing van het probleem naar de Westelijke Balkan, die tot voorheen grotendeels buiten schot bleef. Als een volk dat een grotere diaspora kent dan de landsbevolking weten de Albanezen als geen ander hoe het is om het thuisland te verlaten. Maar het leven is er hard, corruptie tiert welig en de Albanese maffia heeft nog steeds veel macht.

En dan is er nog de kwestie van de Albanezen, zowel uit Albanië als buurland Kosovo, die op de vluchtelingenstroom meeliften en niet per se op zoek zijn naar asiel, maar vooral profiteren van de langzame procedures in West-Europa. Wanneer de stroom zich daadwerkelijk naar Albanië verplaatst, zal dit probleem alleen maar groter worden. Het is daarom afwachten hoe het nieuwe beleid zich gaat manifesteren.