Spring naar de content

De kunst van het verliezen is de charme van de koers

Precies 180 renners reden de voorjaarsklassieker Milaan-San Remo uit, maar er kon er natuurlijk maar ééntje winnen. De Fransman Arnaud Démare was de gelukkige en stond op het bordes. Die eer komt hem toe, maar hulde voor de verliezers.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jessy de Cooker

We zijn al in het Italiaanse San Remo wanneer Edvald Boasson Hagen de boel op gang trekt en vlak voor de laatste kilometer demarreert. De grote Noor krijgt Greg van Avermaet in zijn wiel en getweeën proberen ze weg te komen uit de grote groep die de Cipressa, de berg die vaak scherprechter is in de wielerkoers, heeft overleefd. Het is een wanhoopspoging die op een paar honderd meter voor de finish van de langste wedstrijd van het seizoen eindigt. Na 298 kilometer stoempen over de Italiaanse wegen verliezen Boasson Hagen en Van Avermaet de wedstrijd op een paar lullige hectometer. Nadat het duo wordt bijgehaald, springt de Fransman Arnaud Démare als een duveltje uit een doosje op en pakt hij zijn eerste grote profzege in jaren.

Grootste overwinning sinds 2014
De Fransman van Française des Jeux kan het wanneer hij over de finishlijn flitst amper geloven en door de Nederlandse huiskamers klinkt het enthousiaste commentaar van Maarten Ducrot dat dit een overwinning is die wat hem betreft ‘in de krant mag’. De 24-jarige sprinter is namelijk vlak voor de Cipressa ten val gekomen en heeft alle zeilen moeten bijzetten om terug in de grote groep te komen. De zege in Milaan-San Remo 2016 is voor Frankrijk de eerste zege sinds Laurent Jalabert in 1995, de derde van dit jaar voor Démare en zijn eerste grote overwinning sinds zijn Franse titel in 2014.

Geen veelwinnaar
“Dit was een gezegende dag voor mij,” vertelt Démare voor de camera’s van de wedstrijdorganisatie. Hij heeft anderhalf jaar gewacht om weer een prominente wielerkoers op zijn naam te schrijven. Toegegeven: hij wint in de tussentijd etappes in de Ronde van België en Tour de Picardië, maar vaker eindigt hij onder de honderdvijftig à honderdtachtig verliezers van de dag. Of erger: hij wordt tweede in  bijvoorbeeld de derde etappe van de Eneco Tour van vorig jaar.

Simpele sport
Maar juist in die tweede plaatsen schuilt de charme van het wielrennen. Het is eigenlijk een vrij simpele sport. Tussen de honderd en tweehonderd mannen of vrouwen zetten zich op een koersfiets en duiken met duizelingwekkende snelheden over de wegen. En dan ook nog in weer en wind, zoals we afgelopen weken zagen in Parijs-Nice. En dat doen ze allemaal op een statistisch minieme kans voor het hoogste plekje op het podium. Want er rijdt dan wel een heel peloton zich het leplazarus: er kan er maar één winnen.

De Eeuwige Tweede
Daarom zijn de wielrenners die het altijd nét niet weten te redden zo mooi om te zien na een wedstrijd. Hebben ze zich met hun vluchtmaat tweehonderddertig kilometer in de stromende regen uit de greep van het peloton weten te houden, verlies je de kans om een rondemiss te kussen op een ventiellengte. Nog mooier is de term die een renner krijgt wanneer hij een paar keer net niet wint. Hij of zij krijgt dan het stempel een Eeuwige Tweede te zijn. Joop Zoetemelk is tot zijn Touroverwinning in 1980 een schoolvoorbeeld daarvan.

In het huidige wielrennen zijn er juist twee eeuwige tweedes, die ook prijzen winnen: Greg van Avermaet en Peter Sagan. Eerstgenoemde gaat lang door het leven als ’s werelds beste verliezer, maar heeft ineens zijn zenuwen onder de knie getuige zijn recente overwinningen in de Omloop Het Nieuwsblad en de Tirreno-Adriatico. Die Italiaanse rittenkoers wint hij op één seconde vlak voor – u raadt het al – Peter Sagan (zie grote foto boven dit artikel). De Slowaak behaalt in de Tirreno zijn achtenzestigste (68ste!) tweede plaats sinds het begin van zijn profcarrière in 2010. Maar sinds het afgelopen WK lacht hij in zijn vuistje, want de man die altijd aanvalt, heeft nu natuurlijk wel de regenboogtrui om zijn schouders.

Tragiek van de eerste verliezer
Het is mooi om te zien dat de huidige eeuwige tweedes overwinningen behalen. Sagan en Van Avermaet hebben het juk van het verliezen van zich afgegooid, maar hun opvolgers staan vast klaar. Misschien wordt dat de Brit Ben Swift, die tweede werd in Milaan-San Remo. Of misschien wel onze Tom Dumoulin. Het wordt met extra aandacht opletten wanneer zij en de andere geslagenen over de finish bollen, want niks in het wielrennen is mooier dan de tragiek van de eerste verliezer.