Spring naar de content

Hoe de armzalige Oekraïne-campagne het kabinet opbreekt

Het kabinet doet te weinig om een ‘ja’ voor het Oekraïne-referendum te promoten. Die boodschap werd gisteren vanuit ministeries naar parlementair verslaggever Frits Wester gelekt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Edwin van Sas

Vloggende Frits citeerde uit interne mails waarin staat: “Aardige opbouw richting 6 april, maar we hebben nog wel wat meer nodig. Er zijn nog een paar bewindspersonen die weinig tot niets doen. In die laatste dagen”.

Vanuit het campagneteam wordt bewindspersonen dan ook opgeroepen nog ergens te komen opdraven. “Daarnaast heb ik twee verzoeken open: Goedemorgen NL op 4 april en Stand.nl op 5 april, waarvoor ik nog niemand gevonden heb. Wie wil?” Daarnaast moeten alle bewindspersonen de komende week verplicht twitteren, instagrammen en op Facebook schrijven over het Oekraïne-referendum.

De lichte paniek van overheidswege is voorstelbaar. Het ziet er niet best uit, voor de associatieverdagadepten. Peilingenpoliticoloog Tom Louwerse bekeek vier grote peilingen en concludeerde dat de steun van de gepeilden groter is voor een NEE dan een JA. Of de drempel van 30 procent opkomst die nodig is om het referendum geldig te verklaren gehaald wordt is nog onduidelijk, maar het is zeker niet uitgesloten. De percentages verschillen in peilingen van 37 procent zekere stemmers, tussen de 24 en 37 procent, en 21 procent zekere stemmers (laatstgenoemde meting was anderhalve maand geleden, sindsdien is er meer aandacht voor geweest).

De regering heeft het vanaf het begin maar niks gevonden, dat referendum. Er is bewust voor gekozen om niet actief campagne te gaan voeren en de straat op te gaan. Dat heeft gewerkt, in mijn persoonlijke mini-onderzoek: nog nooit hebben zoveel mensen mij gevraagd wat ze moeten stemmen, het was bovendien voor het eerst dat ik van mensen hoorde dat zij geen idee hadden waarvoor zij een stempas in de bus hadden ontvangen. De strategie van ‘doodzwijgen’ door de regering lijkt bij een deel van de kiezers gewerkt te hebben, maar is gevaarlijk. Het mobiliseren van de tegenstemmers is veel eenvoudiger dan andersom en gokken op een lage opkomst is spelen met vuur. Dat lijkt het campagneteam inmiddels ook te beseffen.

Al heeft het kabinet natuurlijk altijd nog een troef in handen: de uitkomst van het referendum – ongeacht de opkomst – naast zich neerleggen.