Spring naar de content

Dankzij de Erdogan-gate was satire weer heel even grappig

‘Was jetzt kommt, das darf mann nicht machen’. Zo begon de Duitse cabaretier Jan Böhmermann zijn gedicht aan het adres van de Turkse despoot president Erdogan. En wat volgde, was inderdaad flink over het randje, maar wel over dat randje waar we in het Westen zo hard om kunnen lachen, om vervolgens weer over te gaan op de orde van de dag.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Paul Geraedts

Degene die in ons land ook erg graag dat randje overtreedt, en daarbij een fervent voorvechter van Het Vrije Woord is, is Hans Teeuwen. Reden dus om de beste man, die ooit een – qua grofheid – vergelijkbare sketch met de toenmalige koningin in de hoofdrol uitbracht, uit te nodigen om zijn mening te geven in Pauw. Vergezeld door Duitsland-correspondent Wierd Duk was de conclusie snel gemaakt: moet kunnen, sterker nog: laten we met zijn allen Erdogan beledigen, in het kader van risicospreiding.

Daar zou de kous mee af kunnen zijn, maar niet als je naam Recep Tayyip Erdogan is, je de president van Turkije bent en je nogal gauw op je (volgens Böhmermann) kleinem Schwanz getrapt bent. Wat wel lang schijnt te zijn, is de gevreesde Arm van Ankara, die tot in Duitsland een satiricus de mond wil snoeren. Tot hier ongeveer was het hele verhaal grappig; want het aantal Turkse inwoners mag bij onze Oosterburen dan wel vrij hoog zijn, Erdogan heeft in het land van Frau Merkel niets te vertellen, toch?

Falsch. Er was immers een deal tussen de twee landen, iets met vluchtelingen en terugsturen naar Turkije. Dus kan Erdogans gekrenkte ego Duitsland wel degelijk iets maken. Naar verluidt is Böhmermann zelfs ondergedoken, zijn er shows gecancelled en wordt er als klap op de vuurpijl geroepen om zijn vervolging op grond van ‘belediging van een buitenlands staatshoofd’, een ouderwetse wet die vermoedelijk nog uit de tijd van de Weimar-Republiek stamt. Merkel heeft inmiddels toestemming gegeven voor de rechtszaak.

Maar alle commotie en terechte ophef terzijde: het potsierlijke gedicht van Böhmermann deed weer even wat satire hoort te doen: de spot drijven met het gezag, en een lach veroorzaken (bij ondergetekende althans). Noem het grof, noem het smakeloos, maar sinds Charlie Hebdo was de satire die het nieuws haalde opvallend vaak gewelddadig van aard, de spot drijvend met pijnlijke gebeurtenissen recente terroristische aanslagen of aangespoelde kinderlijkjes. Dan was het noemen van de Turkse premier als ziegenficker (dat is een geitenneuker in het Duits, weer wat geleerd) dus een welkome afwisseling. Heel even dan, totdat het opeens niet meer zo grappig was.

Onderwerpen