Spring naar de content

Hoe Prince mijn schoonvader soms heel even van parkinson geneest

Zijn vrienden merkten het eerder dan hijzelf. Hij werd langzamer, houteriger, voorzichtiger, zeiden ze. Het was allemaal zo geleidelijk gegaan, dat het hem eigenlijk amper op was gevallen. Toch maar even naar laten kijken dan. De diagnose: de ziekte van Parkinson.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Lisa Bouyeure

Mijn schoonvaders tred veranderde sindsdien van een nog vrij kwiek loopje in aarzelend geschuifel, zijn hoofd en schouders een beetje naar beneden hangend, een ritmisch slofgeluid producerend. Vanuit stilstand weer in beweging komen kost tegenwoordig een paar seconden opstarttijd, als een blikken opwindspeelgoedje dat even hapert. Zelfs iets simpels als op twee benen staan, is niet meer zo vanzelfsprekend als een paar jaar geleden. Er moet bewust bij nagedacht worden om te voorkomen dat zijn spieren in elastiek veranderen en hij door zijn knieën zakt.

Lange wandelingen maken zit er niet meer in, steile heuvels worden gemeden en ook tijdens kortere wandelingen raakt hij al snel achterop. Maar soms gebeurt er ineens iets wonderlijks. Precies op het moment dat zijn gezelschap de pas staakt om even op hem te wachten, zoeft hij met een mechanische snelwandelgang voorbij, tot hij nog maar een klein stipje aan de horizon is. De oplettende kijker heeft nog net een koptelefoon op zijn hoofd kunnen ontwaren.

Een paar uitverkorenen, waaronder ik, hadden van dit fenomeen al eens een thuisdemonstratie gekregen. Moeizaam was hij uit zijn stoel opgestaan, om bijna zonder zijn voeten op te tillen naar de cd-speler te lopen en op ‘play’ te drukken. Maar toen de drums en daarna de saxofoon zich aandienden, begon hij wild door de kamer te stappen. Een kort huppeltje, een pirouette, daarna zwierend om de tafel heen waar hij tot slot ritmisch van het ene op het andere been hinkte.

Zo’n betovering van mijn schoonvader duurt slechts tien minuten. Anders dan die van, noem eens iemand, Assepoester, die tot klokslag twaalf van haar snelle paarden en gouden koets gebruik kan maken. Wel komt er een minstens zo feeërieke verschijning aan te pas. Hij doemt op uit een wolk zuurstokroze rook en draagt behalve een politiepet en spijkerjasje een wit, naveldiep uitgesneden pak met franjes aan zijn broekspijpen. Hij zingt geen ‘Bibbidi-Bobbidi-Boo’ maar ‘Oh-We-Oh, Oooh’.

Achteraf bezien is zijn magie natuurlijk voor de hand liggend, maar toch werd de werking van de swingspreuk bij toeval ontdekt. Mijn schoonvader luisterde naar het album Sign “☮” the Times en bij het vijftiende nummer gebeurde er iets in zijn lijf, in zijn brein. Energie, de drang tot bewegen. En vooral ook een mogelijkheid tot bewegen die er zonder dit specifieke liedje — It’s Gonna Be a Beautiful Night, een bijna tien minuten durende live-uitvoering die in 1987 in Parijs werd opgenomen — al een tijd niet meer was.

The Artist Formerly Known As Prince, de Minneapolis Midget (het politiek correctere Minneapolis Little Person boet toch aan schwung in door het ontbreken van een lekker bekkende alliteratie), of His Royal Badness — zelfs na zijn dood kan hij mensen doen opleven. En ook al heet mijn schoonvader gewoon Joost, soms is hij beter bekend onder zijn alias: The Man Formerly Known As Parkinson’s Patient. Heel eventjes dan.

Onderwerpen