Spring naar de content

Het hete hangijzer van Woody Allen koelt af

Regisseur Woody Allen presenteerde vorige week zijn nieuwste film Café Society aan het publiek van het prestigieuze filmfestival in Cannes, en dat betekende media-aandacht. Zoon Ronan Farrow greep het moment aan om een oude wond op te rijten, want ja, geen journalist in het persvak die zich durfde te wagen aan een onderwerp als kindermisbruik. Laat staan beschuldigingen van kindermisbruik aan het adres van Woody Allen zelf.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Gerenommeerd filmmaker Woody Allen werd in 1992 beschuldigd van het misbruiken van zijn geadopteerde dochter, Dylan Farrow, toen zeven jaar oud. Er volgde een rechtszaak tussen Allen en zijn toenmalige vriendin Mia Farrow, Allen werd door de rechter niet schuldig bevonden. De voogdij over alle drie de kinderen van Farrow verloor hij in 1993, al sprak de rechter wel over ‘ongepast’ gedrag. (Het originele verslag is hier te lezen in pdf.)

De familie liet in de jaren die volgden meermaals van zich horen in diverse media, maar pas in 2014 tekende dochter Dylan haar kant van het verhaal op in The New York Times. In de open brief riep ze op tot een boycot van haar adoptievader door de filmindustrie, die hem zo omarmde. (‘What if it had been your child, Cate Blanchett? Louis CK? Alec Baldwin? What if it had been you, Emma Stone? Or you, Scarlett Johansson? You knew me when I was a little girl, Diane Keaton. Have you forgotten me?‘)

Enkele dagen later reageerde Woody Allen, eveneens via een open brief in diezelfde krant. Hij stelde dat moeder Mia haar dochter zou hebben uitgebuit en het verhaal van het seksueel misbruik in haar hoofd zou hebben gepland. Dat was het laatste woord dat hij eraan vuil maakte.

En nu reageert ook Ronan Farrow, de broer van Dylan. In The Hollywood Reporter schrijft hij over zijn jeugd, de therapie die Allen onderging in de jaren vòòr de aangifte, maar in het bijzonder over de zwijgcultuur in de media. Door de aantijgingen jarenlang niet te hebben geadresseerd uit angst voor professionele uitsluiting en het in gevaar brengen van toekomstige verslaggeving rondom Woody Allen, zouden journalisten Allen op zijn voetstuk hebben laten staan, en zou Allens pr-machine al die tijd ongestoord hebben kunnen draaien.

Ronan Farrow, die toegeeft zich tijdens zijn eigen journalistieke loopbaan ook aan zwijgen te hebben schuldig gemaakt (in de Cosby-zaak, welteverstaan), schrijft verder: ‘The allegations were never backed by a criminal conviction. This is important. It should always be noted. But it is not an excuse for the press to silence victims, to never interrogate allegations.‘ Maar, zo constateert hij verderop in het essay, er is hoop. Hij verwijst naar het relatief jonge Amerikaanse medium BuzzFeed, dat niet terugdeinsde voor intensieve berichtgeving over kindermisbruik in Hollywood, en naar The Hollywood Reporter. De krant benaderde Farrow namelijk voor het essay.

Begint hèt grote taboe-onderwerp in Hollywood barstjes te vertonen? Het lijkt erop.

Tijdens de opening in Cannes maakte de ceremoniemeester een nogal pijnlijke grap toen hij Allen vanaf het podium toesprak: ‘It’s very nice that you’ve been shooting so many movies in Europe, even if you are not being convicted for rape in the U.S.’
Allen stelde na afloop dat hij vond dat komieken alle grappen mochten maken die zij willen maken.
Op de vraag wat hij vond van het essay van zoon Ronan antwoordde hij: ‘I never read anything. I never read what you say about me or the reviews of my film.’
De verslaggever vroeg daarop: ‘But this isn’t a critic. It’s your son.’
Allen: ‘I’ve said all I have to say about it.